Dagboek december 2012

26. dec, 2012

Het zegel der profeten.

Mohamed is het zegel der profeten. Daarmee is de Openbaring bezegeld tenminste wat Heilige Schriften betreft.

Er komen er heus geen meer bij en dat is een hele geruststelling. Het staat allemaal op schrift en er zal geen letter meer aan veranderen. Iedereen kan dat lezen en ervan denken wat hij of zij wil. We kunnen ons daardoor laten inspireren of niet, dat mag een vrije keuze blijven. Maar we kunnen ons moeilijk van de invloed ontdoen want De Schrift schemert door in ons taalgebruik, en in de inrichting van de samenleving.

De wetenschap daarentegen is nooit afgesloten en ontwikkelt zich steeds verder. Het is een methodisch werkende vorm van menselijk weten dat grotendeels via de literatuur tot ons komt. Elk nieuw onderdeeltje dient zich in te passen in een web  van bronverwijzingen. Die literatuur is in principe vrij toegankelijk en raadpleegbaar.

Openbaarheid

Belangrijk is dat zowel de Heilige Schrift, alsook de Wetenschap openbaar zijn en voor iedereen open staan.

In de twintigste eeuw is de wetenschap tot een explosie gekomen. Een aantal mysteries is ontrafeld, een paar grenzen zijn verlegd. We hebben een kosmisch beeld gekregen van ons sterrenstelsel, en we kunnen diep ingrijpen in de werking van het menselijk organisme.

De hele natuur beantwoordt aan wetmatigheden. Het is moeilijk voorstelbaar dat er bovenaardse krachten bestaan die daar tegen in zouden kunnen gaan.

Spinoza

Ik kan het idee van een God aanvaarden voor zover het er een is à la Spinoza: God heeft de schepping geschapen en de natuurwetten in werking gesteld. Dat was noodzakelijk en voldoende. Daarna komt hij niet meer tussen in de menselijke geschiedenis.

Het kenmerk van God is dat Hij of Zij onvatbaar is voor de menselijke rede. Alles wat over Hem of Haar verteld wordt, is puur geklets en geouwehoer, in alle soorten en maten. Het zegt iets over degene die het vertelt, maar het zegt niets over God, die we hoegenaamd niet kunnen kennen, en elke poging daartoe zal tekort schieten en God te kort doen.

25. dec, 2012

Dieu et la science

Aanvaarden is nog iets anders dan geloven.

Zover waren we gekomen een week geleden vooraleer de rouw uitbrak. Laten we nu de draad nog maar eens op nemen.

De Openbaring, met andere woorden de Heilige Schrift enerzijds, en anderzijds de wetenschappelijke literatuur, dat zijn de twee bronnen van kennis en inzicht die noodzakelijk en voldoende zijn om de schepping te ontcijferen en de waarheid te vinden.

Waarheidvinding

We worden allemaal de hele dag bestookt met allerlei informatie die we niet gevraagd hebben en we kunnen ons elk uur wel de vraag stellen hoe we daarin een redelijke houding aan kunnen nemen, die de beste resultaten geeft voor ons eigen leven en dat van onze naasten.

Dat je die waarheid aanvaardt, betekent nog niet dat je er in moet geloven.

Ik kan bijvoorbeeld heel goed de relativiteitstheorie van Einstein aanvaarden, maar daarom heb ik hem nog niet begrepen, laat staan dat het betekent dat ik in Einstein geloof. Dezelfde redenering kunnen we toepassen op het Godsgeloof.

Aanvaarding

Dat ik aanvaard dat er een God bestaat, en ook maar een, die voor iedereen dezelfde is, betekent nog niet dat ik er in geloof. Ik zit dit hier zo driftig te onderstrepen omdat het om een belangrijke nuancering gaat. Naar mijn gevoel, maar voor derden wellicht overdreven. Het is een kernpunt omdat het me in staat zal stellen de wetenschap met de godsdienst te verzoenen.

Dat komt van pas, omdat ons dubbel uitgangspunt, vanuit de openbaring en vanuit de wetenschap, ons in problemen brengt, zoals de menner van een tweespan, op het ogenblik dat de twee rossen weg van elkaar beginnen te lopen. Dan word je niet meer voortgetrokken zoals de bedoeling was, maar uit elkaar gereten.

Scepsis

Waar ik zeker niet in geloof is in de God van de koekendozen en de heiligenprentjes. Het Oog van God ziet U, hier vloekt men niet. Dat soort oude wijven agitprop lusten we niet meer. Of ook niet de Jaloerse God. Nee God is onkenbaar, tenzij dan toch een stukje in de Openbaring. In de Heilige Schrift. Ik zal het daar nog over hebben.

24. dec, 2012

Kerk in puin

Naar aanleiding van onze serie over God, godsdienst en de kerk, schrijft Willy het volgende: “Ik ervaar dat velen van jouw en mijn generatie je analyse van kerk en godsdienst delen. Met de kerk hebben we komaf gemaakt en we missen er niet veel aan. Met verdere zingeving ligt het anders. Het grote probleem is dat we het moeten doen met zeer beperkte zintuigen en een verstand waarvan we stellen dat het het beste is onder de beesten. Alles bij mekaar heel pover. Natuurlijk is er veel dat we niet kennen en nog niet kunnen waarnemen.”

Ik kan me daar goed in vinden. Alleen zou ik er nog aan toevoegen dat er in de eeuwenoude geschiedenis van de openbaringsgodsdiensten nog altijd een en ander te vinden is dat ook vandaag nog aanspreekt, en dat ons kan helpen in onze zoektocht naar zingeving, met antwoorden op vragen als: ‘Hoe maak mijn bestaan zinvol, en dientengevolge moreel draaglijk?’

Erfgoed

We hebben daar een uitgestrekt erfgoed dat we te weinig ontginnen, omdat de kerk in opspraak is gekomen, maar het gaat om een erfgoed dat de kerk niet toebehoort en dat van iedereen is. Er is geen reden om daar naar hartenlust uit te putten, om er inspiratie in te vinden voor het leven van vandaag.

De “Wetenschap kan geen bewijs leveren van een godsbestaan, ook niet van het niet bestaan,” aldus nog Willy. “Dat er andere spectaculaire dingen nog te ontdekken vallen ligt in de lijn der verwachting..Eenieder is vrij in zijn godsgeloof of niet-geloof. Als we toch het juiste antwoord niet zullen weten , kan het ophouden met zoeken rust in de tent brengen. Ondertussen moeten we het stellen met de drang om te overleven en de neiging om het goed te doen.”

Eerst de plicht, dan het vermaak

Ik denk dat mijn vader met die vraag naar de zingeving wel blijf wist. “Je plicht doen en niet zeuren.” Je plaats innemen in de maatschappij, en in de kerk, die daar vroeger overal in aanwezig was, en de vragen waren opgelost.

Het failliet van de kerk brengt mee dat deze houding voor ons vandaag niet meer voldoet. Wat voor de vorige generatie voor zich sprak, is nu problematisch geworden, nu de kerk als morele autoriteit faalt, en de klerken ons in de steek laten.

Het geldt wellicht niet voor alle kerken en overal, maar voor die van ons en hier is het toch een grote puinhoop. Zeker wat de katholieke kerk betreft. Mijn vader maakte altijd een onderscheid (ik had het er al over) tussen het geloof en de bedienaren, maar voor ons tast het verraad van de klerken het geloof zelf aan.

Dat leidt ertoe dat we al het waardevolle dat daar ligt, verwaarlozen, en dat we er de vruchten niet meer kunnen van plukken. Dat vind ik spijtig, en daarom heb ik het er ook zo vaak over.

23. dec, 2012

Naroep

De donkerste dag van het jaar. De kortste. Het heeft de hele dag geregend.

Mijn vader is waardig ten grave gedragen en we hebben in eerbied en ontzag, afscheid van hem kunnen nemen.

Morgen

De rouwkledij wordt afgelegd en nu kan het verdriet pas goed beginnen.

Je schuift het allemaal opzij zolang er zoveel dingen te regelen vallen de eerste week.

Dan komt dan straks het beroemde zwarte gat van de weduwe of de wees. Dan begint pas goed het knagend verdriet, dat rondsnijdend mes, zeker in het begin, totdat het op de lange duur wel gaat slijten.

De woorden die je nog had moeten spreken, de beslissingen die anders hadden gekund, de goede tijden die je samen hebt doorgebracht, nog dat beetje vergiffenis dat je had willen vragen. Het per definitie te kort schieten in de zorg.

Kerkdienst

De pastoor heeft ons verhaal van mijn moeder en mij blijkbaar aandachtig gevolgd en een doeltreffende homilie uitgesproken.

Een organist speelde oude kerkmuziek en een koor zong in de zijbeuk doeltreffende hymnen. Het was een mooie dienst. Er was geen sprake van dat we zelf onze eigen muziek meebrachten.

Onze Pa zou het Latijn en de Bach zeker op prijs gesteld hebben, want ik hoorde onder meer Dank sei dir Herr, en eigenlijk zou ik eerlijk gezegd vast wel net zoiets voor hebben gekozen.

Dank sei dir Herr past wel bij hem.

Hij zou er blij mee geweest zijn en ontroerd. Hij zou wellicht een traan wegpinken.

22. dec, 2012

Lieve Papa,

Sorry, dat ik het woord nog eens neem. Jij hebt je stille rust meer dan verdiend na alles wat je voor ons hebt gedaan.

Ik zal je rust niet lang meer verstoren. Alleen maar om dit te zeggen: Wij zijn trots op jou en dankbaar voor al wat je ons hebt gegeven, voor alle offers die je hebt gebracht, voor al de keren dat jij jezelf hebt afgebeuld en weggecijferd, zonder ooit iets voor jezelf te vragen.

Uitgeput

Je was moe op het einde, doodmoe, maar dat is nog iets anders dan levensmoe. Je lichaam was versleten en dat was moeilijk te aanvaarden. Je ledematen weigerden dienst. Dat is niet te accepteren voor iemand die zelf nooit enige dienst geweigerd heeft.

Je hele leven heb jij je beste krachten ingezet om naar godvrucht en vermogen te zorgen voor je gezin, je echtgenoten, je kinderen. Dat is waarvoor je hebt geleefd, gevochten en je uitgesloofd.

Geen wonder dat je op het einde moe was, en je lichaam versleten.

Ontembare wil

Je geest is altijd intact gebleven en je wil onverzettelijk. We zijn je dankbaar dat je met je uiterste krachten, nog dat laatste lange stuk met ons hebt willen meegaan. Het stuk waar je steeds moeër werd. De bolster brokkelde af en de blanke pit schemerde er steeds meer doorheen.

We hebben je helemaal anders leren kennen, en een glimp opgevangen van de diepte van je gemoed.

Die gevoeligheid, die tederheid, die eindeloze liefde voor je echtgenote, je dochter, je kleindochters, je achterkleinzoon en per slot van rekening ook voor mij. Het boezemt mij een groot ontzag in, en ik zal het beeld nooit vergeten, van die ogenschijnlijk machteloze liefde, die in een verzwakt lichaam toch nog zegeviert.

Die blik in die ogen die alles zegt, wanneer de woorden zelf dienst weigeren.

Acht zaligheden

Zalig de armen van geest, want van hun, is het koninkrijk der hemelen. Jij geloofde, en je zag in de vervulling van je plicht de beste manier om jezelf te realiseren, en dat in alle bescheidenheid, zonder de aandacht te trekken, en met steeds het welzijn van je gezin en de hele familie voor ogen.

Bedankt Lieve Papa. Dank voor het leven dat je ons schonk, je opvoeding, de lessen die je ons gaf, dank voor je voorbeeld dat ik nooit zal kunnen evenaren. Bedankt voor het luisteren. Bedankt dat je voor ons ook hier en nu aanwezig bent.

Voor eeuwig en altijd bedankt dat je ons nooit in de steek hebt gelaten. Dat je er altijd voor ons was.

Ik zal het woord nu dan ook teruggeven, aan jouw stilte. Ik laat je nu met rust. Sloppel papake. Welterusten.