In Godsnaam

De gekwetste wandelaar

Als God bestaat, dan handelt hij doorheen de mensen. Grotendeels doorheen de letteren. Het opperwezen gaat niet nog eens extra ingrijpen en de natuurwetten naar zijn hand zetten om in onze aardse geschillen tussen te komen.

Niemand van ons mag beweren dat hij het hemelse raadsbesluit beter kent dan iemand anders. ‘Gij zult de naam van de Heer uw God niet ijdel gebruiken.’ Ik heb dat voldoende uiteengezet in mijn tekst ‘Christen en Moslim,’ die de aanleiding vormde tot deze uitwisseling. Iemand di consequent gelooft, moet erkennen dat je Gods Wil niet kunt doorgronden. In de praktische gevolgen komt het op hetzelfde neer als de atheïstische redenering die stelt dat er geen God is om tussen te komen.

De Islam is formeel: ‘Gij zult God geen metgezel geven.’ Vandaag zijn er geen profeten meer, maar we beschikken nog wel over de profetische literatuur. Toegegeven, de godsdienst is niet alleen een literatuur, maar ook een praktijk. Die is plaats- en tijd gebonden, en kan voor iedereen verschillend zijn. Dat moet elk voor zich uitmaken naar de grondwettelijk verankerde vrijheid van eredienst.

Hier raak je me kwijt. Dat de atheïstische redenering op hetzelfde uitkomt als de uit bijbel en Koran gehaalde formuleringen over het vertegenwoordigen of vertalen van Gods wil. Er is geen god om tussen te komen, nee, omdat hij er niet is. Dat is wezenlijk iets anders.

Er staat veel behartigenswaardigs in jouw heilige boeken, maar dat is uiteindelijk mensenwijsheid. Waar een hoop van op te steken valt. Je geeft me het gevoel dat je god er toch weer stilletjes tussen de draden van het weefsel  steekt.

Ja, vergeef me als dat zo is, maar het is misschien een manier om een gemeenschappelijke grond te vinden. Ten opzichte van de heilige boeken kan elkeen vandaag in onze moderne maatschappij de goddelijke boodschap vrij interpreteren, en desnoods zelf de tekst er op na te lezen, die overal verkrijgbaar is.

Sommigen gaan zeer ver in het interpreteren, op een foute manier, en het kan ook tot een staatsideologie uitgroeien.  Het hoeft geen betoog dat ik daar geen aanhanger van ben.

Raison d’état

Er komen uitwassen voor aan de moslimkant, die we ruiterlijk erkennen. Ik kan niet aan de verleiding weerstaan hier een paar kanttekeningen te plaatsen bij het artikel van Johan Sanctorum, zie de link https://visionairbelgie.wordpress.com/2017/02/09/grotemoskee/.

Het is het verhaal over de stuntelige manier waarop de islam als erkende religie in ons land min of meer vorm heeft aangenomen. Het is een puur Belgisch probleem, maar ik vind toch zo tekenend. Ondanks zijn mooie naam is Johan Sanctorum geen vriend van de godsdienst, maar dat is zijn goede recht.

Hij schetst hier hoe de Islam in België georganiseerd is geraakt zoals hij nog altijd nu is, helaas sterk beïnvloed door vreemde mogendheden, waaronder Saoedi-Arabië, Marokko en Turkije de voornaamste zijn. Wat de invloed van Marokko en Turkije betreft, staat die nog enigszins in verhouding tot het aantal inwoners van ons land die er een band mee hebben, en hun invloed weerspiegelt de manier van godsdienst beleven die in hun oorsprongsland gebruikelijk is.

Wat de Saoedi’s betreft, is dat verband met een hier verblijvende bevolking er niet. Wat er wel is, dat is dat er elk jaar een zak geld staat, en daar worden mensen van betaald die voorgaan in de moskee, en daar beweren het woord Gods te verspreiden, maar dan wel in de wahabitische versie. Dat is een puriteinse lezing van de koran die teruggaat op een ziener uit de achttiende eeuw Mohammed ibn Abd al-Wahhaab (1703 – 1792.)

Zijn leer kun je een vorm van het salafisme noemen, en zijn volgelingen maken zelf gewag van al Salafiya om hun eigen stroming te benoemen, maar op de keper beschouwd zijn het geen salafisten zoals we die uit de geschiedenis kennen. Die zouden zich nogal in de ogen wrijven als ze IS nog konden meemaken.

Waar we nu zo een last van hebben want dat zijn eigenlijk neo-salafisten, die door de wahabieten verafschuwd worden. Kortom, zo eenvoudig is het niet. Salafisten willen terug naar de bron, van de tekst zelf van de heilige schrift, en de literatuur eromheen. Ze richten zich op het leven van de vroege moslims, onder de eerste vier kaliefen.

Dat is een nostalgische herinnering, die ons doet denken aan de romantische manier waarop wij de eerste christenen zien, die in de eerste eeuw na Christus leefden. Dat je zulk een voorbeeld wilt navolgen, betekent op zich nog niet dat je geweld goedkeurt.

Mythe fondateur

Velen menen in de stichterstijd een inspiratie te vinden waaruit ze dan de kracht putten om vandaag het eigen leven gestalte te geven. Op zich is dat niet verkeerd en er zijn veel scholen aan te wijzen die naar de oertijd verwijzen, maar daarom nog niet schadelijk zijn. Het loopt fout als er geld of geweld komt bij kijken, want geld is geweld. 

Zelf schiet ik niet op met wahabieten noch neo-salafisten, die ook onderling elkaar niet kunnen luchten trouwens. Ik ben ongelukkig met de radicale toepassingen van de Islam die de gelovigen beknotten en gebruik van geweld niet schuwen. Wat in het pure salafisme van de beginjaren ondenkbaar is nota bene. Maar goed.

Het is geen tijdperk van nuance tegenwoordig. Het zou ons te ver voeren deze details hier uiteen te zetten. Het moge volstaan te zeggen dat er over die verschillende radicale stromingen nogal wat verwarring heerst. De Belgische overheid zou er beter mee stoppen, daar nog eens geld aan te geven.

Er is een rapport van de AIVD dat keurig drie varianten van het salafisme duidt. Waar wij last van hebben, is de jihadische variant, en soms ook de missionaire variant. Die eerste omdat die het geweld niet schuwt. De tweede omdat die soms de integratie allerminst bevordert.

We moeten wel een onderscheid maken tussen ongewenst gedrag en de vrijheid van de ideeën. Het is niet omdat iemand een letterlijke vorm van de Islam aanhangt, dat hij daarom gewelddadig is. Er zijn uiterst vreedzame vormen van fundamentalisme te vinden, die juist uit de gewijde bronnen hun vredelievendheid putten. .

We moeten de moslim aanvaarden als gelijkwaardige burger, maar daar staat tegenover dat hij of zij dan ook burger wil zijn. Overigens moet ik hierbij benadrukken, dat iedereen zijn eigen predikers mag kiezen, dat hoort bij de godsdienstvrijheid. Zolang die preken niet tot gevolg hebben dat onze islamitische medelanders zich van de samenleving afkeren, er afkeer van ontwikkelen die integratie met behoud van identiteit belemmert, is er niets tegen in te brengen.

Ik denk dat de verpletterende meerderheid van de moslims niets anders wil dan hun leven te mogen leiden net als ieder ander, vooruit te komen in de maatschappij, en de regels te leren en te respecteren. Het is wel vermoeiend als je dat telkens weer moet bewijzen.

Evolutie

Veel predikers komen de gelovigen hier juist voorhouden hoe goed te leven binnen de religieuze morele kaders. Dat daar kennelijk veel onzekerheid bij de gelovigen over bestaat komt volgens mij juist doordat, anders dan bij de atheïstische humanist, die morele kaders niet van binnenuit komen, maar van bovenaf worden gedecreteerd. De vraag lijkt mij, hoe je een moderne burger kunt zijn, terwijl je je toch aan de basisregels van je religie houdt.

Dat is de hele uitdaging van het gelovig zijn. Hoe kun je het appel dat van de heilige schrift uitgaat in je dagelijkse leven vertalen. Dat is het hele eieren eten, al loopt het niet van een leien dakje. Je moet je daarvoor inzetten, en het vergt een inspanning. Ik heb mijn eigen morele kader moeten zoeken.

Iedereen zoekt toch naar bakens in de dagelijkse heksenketel van tegenstrijdige informatie die op ons af wordt gevuurd? Ik heb in de katholieke kerk wel het gevoel dat er morele kaders van bovenuit worden gedecreteerd, zoals jij dat noemt, maar niet in de Islam waar er niet een enkel gezag is. Wat je wel hebt zijn mensen en organisaties die proberen de godsdienst, in hun eigen regio of vak naar hun hand te zetten.

Scholen die kinderen opleiden tot mensen die met de rug naar de samenleving staan, of bewegingen die hier een kalifaat willen beginnen, die zijn in strijd met rechtsstaat en democratie en blokkeren een gezonde integratie met behoud van identiteit.

Ja, maar die integratie met zijn tijd krijgen; Jij en ik, wij kunnen ons op onze leeftijd toch nog goed herinneren, hoe het vroeger bij ons was. We komen allebei toch uit een praktiserend christelijk nest. Protestants in jouw geval, en katholiek in het mijne. Toch zijn er parallellen te vinden, in de manier waarop de geschiedenis heeft afgerekend met de samenleving van onze jeugd die nu verdwenen is, en ook in de wijze waarop we daar persoonlijk mee omgegaan zijn.

Jij bent bij een consequent atheïsme (atheïstisch humanisme!) uitgekomen, en ik bij de Islam, maar we delen dezelfde walg en afkeer voor de farizeeën en Schriftgeleerden van de verkalkte kerken en moskeeën. Wij zijn oud genoeg om ons de tijd te herinneren dat het geloof het dagelijkse leven en zelfs de hele samenleving doordrong.

Moderniteit

Van al die pilaarbijters blijft in onze postmoderne samenleving niet veel over. Wereldwijd zijn er nog wel gebieden te vinden waar ze grote macht uitoefenen. Zuid-Amerika bijvoorbeeld waar de katholieke kerk de plak zwaait ( en dikwijls de maffia of corrupte regeringen, hoe zou dat toch komen?) , hoewel ook daar de protestanten veld winnen.

En Noord-Amerika waar de protestantse kerken nog doorwegen, bijvoorbeeld bij de presidentsverkiezingen, al lijkt het er nu op dat ze met meneer Trump het paard van Troje hebben binnengehaald.

Ik raad je het boek Stikvallei van Frank Westerman aan, om meer te leren over de verderfelijke invloed die sommige Amerikaanse christelijke zendelingen hebben gehad in Westelijk Afrika, de goede niet te na gesproken.

Maar dat terzijde. Het idee zoals jij dat beschrijft, “dat alle mensen zouden moeten proberen om als één volk op aarde te leven,” en “dat eigenbelang onder algemeen belang zou moeten worden gesteld,” zal elke moslim bekend als muziek in de oren klinken.

Dat is immers precies wat de Islam ons ook leert. We moeten gaan voor een samenleving die de randvoorwaarden schept om samen-leven mogelijk te maken, zonder de beschaving tot een eenheidsworst te herleiden, en met behoud van, en respect voor de diversiteit van het menselijke wezen. Wie wil, mag voor zichzelf daar een God bij betrekken toch, zolang die zich niet met de overheid moeit, en omgekeerd.

“We hebben geen mystieke relatie met god nodig om spirituele behoeften te vervullen.” Zo klinkt jouw besluit.

Nog een punt, waarover we van mening verschillen. Niet dat je het niet mag zeggen. Ik beweer niet dat de relatie met God onmisbaar is om tot verlichting te komen, maar wel dat die verhouding voor mij een extra dimensie toevoegt, die ik als atheïst zou moeten missen. Als jij meent zonder God tot zelfontploooing te kunnen komen, dan is dat zo, en moet jij je eigen pad volgen.

Verlichting

Ik van mijn kant daarentegen mag doorgaan met denken, dat de Goddelijke Genade aan onze complexe verhouding tot de werkelijkheid, een bijkomende dieptedimensie schenkt, en dat de Schrift ons kan helpen om vooruit te komen op het levenspad, op zoek naar inzicht en begrip. De ware verlichting is niet denkbaar zonder respect voor de Ander en voor al hetgeen de ander zo anders maakt.

Dit is voor mij geheimtaal. Wat voor verlichting dan? Wat gebeurt er in je als je verlicht wordt? Ga je dan leviteren of wonderen verrichten? En waartoe is  dat van belang? Waarom zou je daar naar streven? Als ik zie hoeveel goeds jij gedaan hebt in je leven, hoeveel mensen je belangeloos hebt geholpen en nog helpt, dan zou je goddome licht moeten geven als de Eiffeltoren op een nationale feestdag.

Enigszins beduusd van het compliment, moet ik toch erkennen dat ik het woord ‘verlicht’ in verschillende betekenissen door elkaar gebruik. Het verwijst aan de ene kant naar de historische Westerse Verlichting die in de achttiende eeuw heeft plaatsgevonden, de eeuw van Newton, Voltaire en Kant. De menselijke geest is verlicht door toedoen van de vooruitgang van de kennis en de wetenschap.

Daardoor heeft het de moderne mens zich van het knechtschap bevrijd, ten opzicht van de oude modellen, die autoritair en paternalistisch ingericht waren, dankzij het licht van het vrij onderzoek. Als Christen en Moslim staat er me niets in de weg om aan die verlichting deel te nemen, al zijn er in de geschiedenis botsingen geweest. Die verlichting is geen monopolie van het Westen.

Je kunt het woord verlicht ook in een andere betekenis gebruiken, die niet per se in tegenstrijd staat tot de andere uitleg. Dan hebben we het over de verlichting die de gelovige kan vinden door het goddelijke licht binnen te laten. Laten we dat de mystieke verlichting noemen.

Daardoor ga ik geenszins leviteren noch ook wonderen verrichten, maar het vormt wel een inspiratie om elke dag het gevecht met de dagelijkse werkelijkheid aan te gaan, en af en toe te proberen een verschil te maken.

Mystiek

Er zijn verschillende fasen en intensiteiten te ontwaren in de verlichting van de mens door de Goddelijke Genade. Het woord Islam op zich betekent al vrede vinden in de aanvaarding van Gods macht in zijn of haar schepping. Dat is op zich al een vorm van verlichting, die in staat is elke andere vorm van verlichting in te sluiten en te dragen.

Moslim betekent ‘le pacifié’ om met de vermaarde bijbel- en koranvertaler André Chouraqui (1917-2007) te spreken. Ik vind in het Nederlands niet direct een woord om dat te vertalen. De bevredigde zou goed zijn als het een nare bijklank had. Het betekent dat je zorgen van je afvallen als je weet dat je in een Goddelijk plan past.

De ziel vindt vrede en vrijheid door zich volledig over te geven aan Gods Genade. Het gaat om een globale overgave van de hele ziel, maar dat betekent nog niet dat je er je kritische ingesteldheid bij inboet. De ruimte ontbreekt hier om het verhaal van de verlichting in de Christelijke en in de Islamitische heilsgeschiedenis te vertellen.

Het gaat om persoonlijke inspiratie die mijn handelen in deze wereld een zin, een richting en een betekenis geeft. Ik kan heel goed begrijpen dat anderen dat niet inzien, en dat mijn overtuiging niet de basis van de inrichting van de openbare kan vormen. Wanneer het gaat over samenleven met andersgezinden in een bonte moderne maatschappij, moeten we niet van de ander vragen onze denkbeelden over te nemen, of de zijne of de hare te laten.

Er zijn veel problemen uit te klaren, en dat lukt alleen als we met elkaar praten, en vooral naar elkaar luisteren. Je zult dat we in de praktijk tot dezelfde conclusies komen over wat er ons te doen staat, als gemeenschap, ook al vertrekken we van verschillende uitgangspunten. De overheid moet boven de verschillende geloofsovertuigingen staan en voor iedereen aanvaardbaar zijn.

Verdraagzaam en genereus, zo zie ik de evangelische boodschap die ik ook in de Islam kan vinden, op basis van de openbaring. Zo begrepen vormt de Heilige Schrift een inspiratiebron om de Ander met vertrouwen en liefde tegemoet te treden. Er zijn vele auteurs aan te wijzen die daar behartigenswaardige dingen over te zeggen hebben. Heel boeiend voor gelovige mensen, maar ik denk dat ik een atheïstische humanist daar niet mee moet vervelen.

Vragen

Ja, die verschillende betekenissen van verlichting begrijp ik. Ik begrijp ook dat je het over de goddelijke genade had. Zoals je het zegt, vind ik het heel mooi. Als alle moslims en christenen dit ook vinden, zijn we een heel stuk verder.

Waarom slaan ze elkaar dan toch steeds de hersens in op grond van hun respectievelijke uitleg van de boodschap? Dat moet weer niet met hun geloof te maken hebben maar met strijd om macht en territorium. Waarbij het geloof misbruikt wordt? Hoe is het mogelijk dat die Openbaring zo misbruikt – kennelijk misverstaan – kan worden? En waarom heb je het verlichten nodig om de Ander met liefde en vertrouwen tegemoet te treden?

Alles wat werkt kan misbruikt worden. Zalig het volk dat zijn zwaarden tot ploegscharen omsmeedt. Vervloekt degenen die het omgekeerde doen. Kennis van de schrift kan een wapen zijn, dat verkeerd gebruikt kan worden. Dat geldt voor elke literatuur, maar voor de Heilige Schrift in het bijzonder.

Degene die beweert dat hij Gods Wil kent en gekomen is om zijn vonnis uit te voeren, ontpopt zich maar al te vaak tot een Savonarola (1452 – 1498). Dan gaat het al snel naar brandstapels ruiken. Niets zo gevaarlijk als iemand die beweert in Gods Naam te handelen als hij veel aanhangers heeft.

Waarom heb je een god nodig om te weten dat je de categorische imperatief moet proberen om te zetten in leven als een goed mens? Kan je geen inspiratie putten uit de schoonheid die het leven in zich draagt als belofte? Uit de inzet van je talenten voor jezelf en de ander? Uit het scheppen van  schoonheid door daar naar te streven, te zoeken, haar te onderhouden?

Ik weet niet of God daarbij onmisbaar is, alleen dat het voor mij zinvol is gebleken dat pad te bewandelen en dat het me ten goede veranderd heeft, op basis van vrede in de ziel, dankbaarheid voor mijn bestaan en liefde voor mijn naasten. Gezien tegen het licht van het evangelie en de koran blijft er altijd nog veel te doen en te verbeteren, maar dat is de richting die het uit moet gaan.

Maar waar hebben we het over: wij willen hetzelfde, we hebben dezelfde droomsamenleving. Laten we er voor blijven vechten.

Op weg naar het einde

De grote mystici zijn niet zozeer die beweren God gevonden te hebben, maar degenen die verslag uitbrengen over hun zoektocht. De ware mysticus of mystica is degene die steeds doorgaat met lopen. “Le marcheur blessé” om met Michel de Certeau te spreken (1925-1986). De verwonde wandelaar. ‘Het is niet dit, en het is niet dat’ in de woorden van de pseudo-Dionysius. We kunnen weten wat God niet is, maar niet wat Hij of Zij wel is.

We moeten er ons voor hoeden, daar een antropomorfe invulling aan te geven. Zie Baruch Spinoza (1632- 1677.) Op zoek naar God, vooruit wetende dat we hem niet kunnen vinden, want dan zou hij ophouden God te zijn, steeds met de blik vooruit naar het verdwijnpunt van de horizon, leggen we onze weg af. We worden door de tocht gevormd.

Af en toe kunnen wij een stukje samen evenwijdig oplopen met andere zielen die om de een of andere reden dezelfde kant uitgaan. We komen in de ontmoeting met de andere die een andere mening omtrent God is toegedaan, vaak tot de vaststelling dat we inderdaad hetzelfde willen, en dat we wellicht naar iets gelijkaardigs zoeken.

Zelfs Thomas van Aquino (1225-1274) is van mening dat de kerk de gelovige niet in aanraking met God kan brengen, maar wel in staat is de weg te tonen door in de juiste richting te wijzen. Iedereen moet zelf weten hij of zij de weg aflegt. Ik weet ook niet wat de wil van God is.

Ik heb daar geen voorstelling van. Ik zie geen Oude Man die in een controlekamer vol wijzers en schermen met grafieken aan de knoppen zit. Ik reken niet op Hem om op het einde van de maand de facturen te betalen. Mijn voorstelling van het Opperwezen is zo goed als mogelijk onvoorstelbaar.

Het enige wat we hebben is Zijn of Haar Woord, en daaruit kunnen we opmaken wat Hij of Zij van ons vraagt.  Wat mij betreft: Een evangelisch enthousiasme om de ander vreedzaam en liefdevol te bejegenen, en een persoonlijk jihad om de samenleving beter te maken, en als dat niet kan, zoveel mogelijk het menselijke lijden te verlichten, door zorg te dragen, hulp te verlenen en toewijding voor de dagelijkse taken te betonen.

Dat engagement berust op de oergrond van de Heilige Schrift en alle andere literatuur die nadien is geschreven. Als anderen op grond van een andere motivatie tot dezelfde conclusie komen, kan ik dat alleen maar toejuichen.