Het vervolg

Voel hoe hol

Onder je voeten

Nog voor de tentoonstelling in de Belgische Academie ten einde is, kijken we al uit naar het vervolg, dat onder de titel. “The missing object: Senti come sotto i tuoi piedi suona cavo,” zal plaatsgrijpen, in Rome.

Het Italiaans is te vertalen als:  “The missing object. Hoor hoe hol het onder je voeten klinkt.” Ik had hier wellicht gekozen voor ‘voel’ hoe hol het onder je voeten klinkt. Want je hoort het niet alleen, je voelt het ook, door een bijzonder soort trillingen.

Hoe dan ook verwelkomen we de nieuwe ingreep, of ‘site specific’ installatie van Kristien De Neve voor de binnenplaats “il Cortile del Tempio di Apollo in Circo”, in het historische hart van Rome, toegankelijk vanaf Piazza Campitelli.

Hedendaagse herfst

Het evenement gaat door van September tot December 2014 , in het kader van de kunstmanifestatie “Hedendaagse herfst 2014” Het is al de derde editie en het is een initiatief van de stad Rome.

Een cortile is een binnenplaats.

‘Il cortile del Tempio di Apollo in Circo’ is met andere woorden de binnenplaats van de Tempel van Apollo bij het Circus. Het bijzondere daarvan is dat de binnenplaats lijkt te zweven, op een eigenzinnige hoogte opgehangen tussen de vele lagen van de tijd die hier aanwezig zijn. De werkelijkheid is hier opgebouwd uit verschillende hoogten die elk een terugblik op een verschillende tijd verschaffen.

Bovenlaag

Daarbovenop komt nu een hedendaagse laag onder de vorm van de installatie van Kristien De Neve die er nog eens bovenop geconstrueerd wordt, en daarmee uitnodigt tot de integratie van het verleden in het heden. Dat heden is een collectieve gewaarwording en vormt een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Het hart van de installatie is een uitvergrote stoel, vele malen groter dan je van een gewone stoel zou verwachten. Hij is de gemeenschappelijke vrucht van een samenwerking tussen vele verschillende mensen die in een gezamenlijke inspanning de kleren hebben afgestaan en/of gevlochten om die symbolische en unieke stoel te maken, die hier vluchtig gedurende enkele maanden staat.

Deze stoel herinnert aan de stoel die nu nog in de Belgische Academie staat en die in september wordt weggenomen.

Plaats van de ingreep: zie de rode rechthoek.

Hoe hol

De wilde jacht

De titel doet onwillekeurig aan Vrouw Holle denken.

De volgende tentoonstelling bij het Teatro Marcello draagt de titel: “Voel hoe hol het onder je voeten klinkt.” Dit trekt de aandacht op iets dat onder de aarde gebeurt.

Het sprookje van vrouw Holle vertelt van een meisje dat zich prikt aan een spinspoel, waarbij zij het gebruiksvoorwerp loslaat, dat onverhoeds in de put valt. Bang voor straf daalt ze in de put af en ontmoet daar Vrouw Holle, met wie ze het goed kan vinden en bij wie ze zich tot een Vlijtig Liesje ontpopt, vanwaar de bloem, die zo naarstig groeit, haar naam heeft gekregen.

Op zijn kop

Het eigenaardige is nu dat Liesje het bed van vrouw Holle moet opschudden, en als dat gebeurt, dan sneeuwt het op aarde.

Dat is zo raar omdat we het meisje eerst hebben zien afdalen onder de aarde door in de put naar beneden te klauteren, waar ze in de onderwereld vrouw Holle ontmoet. Wanneer ze het beddengoed uitschudt vallen de pluizen echter uit de lucht op de aarde onder de vorm van sneeuw.

Op een of andere manier leeft vrouw Holle en een moeite door ook Vlijtig Liesje in een onderaardse ruimte, maar terzelfdertijd bevindt zij zich ook boven ons hoofden in de lucht. Beneden wordt boven. In sprookjes kan alles, maar dit  vind ik toch wel kras.

Volksgeloof

Vrouw Holle is niet alleen maar een personage uit een sprookje van Grimm, maar als Holda of Hulda is ze ook bekend als  een vrouwelijk wezen uit het Germaanse volksgeloof, begiftigd met bovennatuurlijke krachten, en een zekere vorm van eigenzinnigheid. Ze is niet in te lijven bij de hemelse machten noch bij de aanhangers van de duivel. Ze trekt zich niets aan van het Christelijke schema en neemt een geheel eigen plaats in.

Ze wordt ook "De Witte Dame", of nog "De Zwarte Grootmoeder" genoemd en staat in sommige versies aan het hoofd van de ‘Wilde Jacht.’ Dit wel Wilde Heir of Heer genoemd) was in oude tijden de benaming van een verschijnsel, waarbij een spookachtige jachtgroep te paard door de nachtelijke lucht raasde.

De verschijning werd gezien als voorbode van naderend onweer.

Het is alweer een volksgeloof waarbij geesten of mensen zich door de lucht verplaatsen en het verwijst dan ook naar de heksensabbat.

Walpurgis

Walpurgisnacht uit een editie van Faust 1829

Megaheksensabbat

Tijdens de Walpurgisnacht is het luchtruim druk.

De nacht van 30 april op 1 mei is volgens aloud Duits volksgeloof een tovernacht. Dit zou teruggaan op het oude Germaanse geloof dat de goden Wodan en Freya deze nacht te baat nemen om lenteschoonmaak te houden, dit om de kwellingen van de winter te verdrijven, en het voorjaar in te luiden.

De naam is te verklaren omdat dit de naamdag van de Heilige Walburga was, die liever stierf dan onkuisheid te begaan. Volgens de latere katholieke uitleg kwamen op die nacht de duivel en zijn trawanten geïrriteerd door de maagdelijke reinheid van Walburga uit alle hoeken en kanten gekropen. Het is een legende die laag op laag is samengesteld, met een Germaanse onderlaag en een katholieke bovenlaag.

Proletarisch vermaak

Door een onweerstaanbare drang verhieven overal heksen en toverkollen zich in de lucht, gezeten op bezemstelen, kattenstaarten, rieken, dorsvlegels of kleine dieren, zoals een hond, een kat, een geit of een bok, om zich naar het verzamelpunt te verplaatsen. Een gigantische heksensabbat zeg maar, waar aanhangers van de duivel zich kunnen te goed doen aan lotgenotencontact of eens goed van bil gaan.

Zelden kozen deze personages een koe of een paard, wat wellicht met gewicht te maken heeft, of anders met de bescheiden sociale klasse van de deelnemers.

De aanvoerders van de wilde jacht, die hadden paarden, maar de heksen en tovenaars van de Walpurgisnacht verkiezen veeleer bescheiden voorwerpen en dieren die als luchttransportmiddel dienen. Het is dan ook vooral de boerenklasse die aan deze nachtelijke uitspattingen deelneemt en niet de pakweg de adel of de clerus.

Duitse versie

De Duitse versie van de Walpurgisnacht is literair verankerd daar Johann Wolfgang von Goethe (Frankfurt am Main, 28 augustus 1749 – Weimar, 22 maart 1832) er in zijn Faust over heeft geschreven.

De hoofdplaats van het gebeuren, althans in de Duitse versie, is de Brocken, de hoogste top van het Harz-gebergte. Onder het motto ‘Fahr hin, nach dem Blocksberg steht mein Sinn’ vliegt het zootje ongeregeld naar de top van de Brocken voor een heksenbal met de daar verzamelde duivels en demonen.

Eigenzinnig

Streng maar rechtvaardig

Vrouw Holle is anders.

Tussen Holle en Hölle (de Hel in het Duits) zijn maar twee puntjes verschil. Ze heeft meer met de onderwereld dan met de duivel te maken. Ze hoort niet tot de duivelsschare, maar trekt zich ook niets aan van de kerk. Zij mag knorrig en veeleisend zijn, maar ze heeft wel het hart op de juiste plaats. Ze houdt haar woord en beloont het vlijtig Liesje, en ze overdekt het luie Liesje daarentegen met pek en veren. Niet iets wat je van een duivel zou verwachten.

Tussen 23 december en 5 januari gaat Vrouw Holle na of mensen dat jaar vlijtig of lui waren. Ze houdt blijkbaar van ijver en naarstigheid, en ze verdeelt haar gunsten naarmate de inspanning die je levert om de boel aan kant te houden.

Pantheon

Dat is heel wat andere koek dan pakweg Maria, die haar tijd verdoet aan het bemiddelen van zondaars, die het er eerst eens goed van genomen hebben, om zich uiteindelijk naar de moedermaagd te richten, ten einde daar de spons over te vegen.

In sommige gebieden is het beeld wat we van haar krijgen wat grimmiger. Vrouw Holle wordt hier en daar Hel genoemd, maar is ook redelijk inwisselbaar met Perchta, Habonda, Cailleach, Diana of Herodias, al naargelang de aardrijkskundige streek waar we gaan kijken. Het zijn nachtgodinnen die met de onderwereld in verbinding staan, en in de schaduwwereld tussen leven en dood gedijen.

Dit belet Vrouw Holle niet als beschermvrouw van de spinsters en wevers op te treden.

Snit en naad

Waardoor we weer bij snit en naad uitkomen, en de kleren die om de stoel zijn gewikkeld, die thans het centrum gaat vormen van de ingreep van Kristien de Neve in de Cortile van Apollo in Circo. Het is een onbruikbare stoel. Hij is niet gemaakt om op te zitten, toch niet voor ons. Ergens is elke stoel wel gemaakt om op te zitten, maar in dit geval zal dat voor een groot en licht wezen moeten zijn. Het is niet erg belangrijk te weten of dat wezen wel bestaat.

Het is wel zo dat elk gebruiksvoorwerp een missing object oproept, dat niet per se materieel moet zijn.

Hoe irreëel en ongrijpbaar de stoel ook aandoet, toch is hij van zeer werelds materiaal gemaakt, namelijk een skelet van ijzerdraad en een bekleding die uit kleren bestaat, die gedragen werden door veel verschillende mensen.

Houvast

Handvaten

De stoel biedt houvast.

Als het ware om het ongrijpbare binnen handbereik te brengen zijn er op de fabelachtige stoel handvaten aangebracht, op plexiglas gekleefd. De stoel kan op die manier heel goed vastgehouden worden.

Ik weet niet of er een boodschap in zit. Hoe dan ook zit de stoel gevangen in onze alledaagse werkelijkheid, die hij probeert te overstijgen. Wij kunnen er vat op krijgen, of toch die illusie hebben, want de stoel is op niets gebouwd. Hij is niets met iets rond. De buisachtige structuur omvat een leegte, en de vorm van de stoel zelf bekleedt een andere leegte, en roept daardoor een ontbrekend voorwerp op.

Schijn

Op dat ontbrekend voorwerp kunnen we geen handvaten vast maken. Het vertoeft in een andere ruimte waar we geen toegang toe hebben. Alleen de stoel, die dan weer in die andere ruimte ontbreekt, aangezien hij bij ons is, is toegankelijk voor onze zintuigen. De stoel bekleedt het niets, en verstoort het ook. Door toedoen van die handvaten doet hij dat nog iets nadrukkelijker.

We kunnen ons aan die handvaten vasthouden, hetzij om hem hier te houden, hetzij om meegenomen te worden mocht de stoel op grond van een ondoorgrondelijk raadsbesluit beslissen, terug te keren naar die andere ruimte waar hij uit vandaan komt. Het zijn vragen die we ons mogen stellen in aanwezigheid van dit kunstwerk, omdat het om kunst gaat die betrekkingen en interacties onderzoekt.

Interactie

Deze relationele instelling kenmerkt het werk van onze Belgische kunstenares. Het artistieke object vindt zijn essentie niet in een contemplatieve esthetiek, maar in de relaties die het aangaat met de omgeving, met de kijker, met de kunstenaar en met zichzelf. Het is voorbijgaand, en bijkomstig. Symbe’bekòs wat maakt dat alle betrekkingen bepaald zijn door de verglijdende tijd.

De samenstelling van de stoel, met zijn vele gekleurde lapjes stof, is meer dan een ambachtelijk procedé. De lappen zijn drager van een geschiedenis en komen hier voor tijdens een moment van hun parcours. Ze komen elkaar hier tegen, afkomstig van verschillende bronnen, voor de tijd die het duurt, totdat het kunstwerk weer uit elkaar zal vallen.

Het zijn stille getuigen van zovele levens, waarover ze verder weinig prijs geven.

Besluit

Bij de vlinder op het dak bij nacht.

Slotsom

Wie is Kristien de Neve?

Deze kunst aspireert niet naar de eeuwigheid, noch naar het universele of absolute, maar verwijst veeleer naar de broosheid van het hier en nu. Alles is relatief. De klemtoon ligt op de verschillende betrekkingen die samen de kunstervaring verwezenlijken. Het kunstwerk ondervraagt de omgeving en boezemt ons bepaalde emoties in. Het brengt een communicatie tot stand.

“Kunst is datgene wat in de diepte verbindt,” zegt Kristien. Er grijpt een overdracht van  betekenis plaats, die niet altijd gemakkelijk in woorden te vatten is maar die mensen verbindt die het kunstwerk ondergaan of meemaken. Dat begint al bij de mensen die het mee-gemaakt hebben, maar wij als toeschouwer maken het zelf ook mee, en leggen nog een laag boven op de stratificatie van elke persoonlijke ervaring die de stoel heeft aangekleed. 

Biografie

Kristien De Neve is geboren in Lokeren en leeft in Rome sinds 1988. In België behaalde ze een licentiaatsdiploma in pedagogische wetenschappen en specialiseerde ze zich in kunstpedagogiek. In Rome behaalde ze een diploma schilderen op de kunstacademie. In deze kruising tussen de kunst en de pedagogiek zal zij met passie en vakbekwaamheid een persoonlijk oeuvre opbouwen.

In haar werk brengt ze de twee uitersten samen tot ze versmelten. Ze gaat het louter decoratieve effect totaal uit de weg en wijdt het werk bijna exclusief aan het probleem van de communicatie. Ze “componeert met het oog op de emoties en pulsaties van de toeschouwer die steeds meer uitgenodigd wordt als een actief deel in het proces.”

Sinds de jaren negentig nam ze deel aan vele exposities en festivals in Italie met video en installaties. Deze artistieke ingrepen zijn multi-mediaal opgevat, maar ze verwaarloost nooit de traditionele schildertechnieken.

Traditie

Het blijft altijd ergens nog wel traditioneel en ambachtelijk.  Vanaf 2008 gaat ze werken met bijenwas, een stof waarmee ze een grote affiniteit voelt omwille van de grote kneedbaarheid onder invloed van de warmte, waarbij het vloeibaar kan worden en weer stollen in een fragiele en momentane vorm, gelijkend op levensprocessen.

Voor de installatie in open lucht gebruikt ze dikwijls stoffen die een tweede huid vormen, en blootgesteld aan de atmosferische elementen ook een voorlopige vorm zijn van wat fundamenteel vloeit en beweegt.

Praktisch

De installatie van Kristien De Neve “the missing object. Senti come sotto i tuoi piedi suona cavo” maakt deel uit van de kunstmanifestatie “Autunno Contemporaneo 2014” (Hedendaagse Herfst 2014), derde editie, ingericht door de stad Rome. Het is een “work in progress” dat in de loop van drie maanden verrijkt zal worden met nieuwe elementen en dat drie keer zal worden ingehuldigd: op 18 september, 16 oktober en 13 november, gelijktijdig met de opening van drie persoonlijke tentoonstellingen geprogrammeerd in de Sala Santa Rita. 

De tentoonstelling loopt  van 18 september tot 7 december 2014.