Blog Winter 2016

31. mrt, 2016

22 maart 2016, een dag om nooit te vergeten.

30. mrt, 2016

Mag het?

Mogen we nog geloven in deze wereld? En mogen we nog in deze wereld geloven?

Het zijn twee verschillende vragen, maar ik zou het mooi vinden als we op alle twee met ja zouden kunnen antwoorden. Dat is heden ten dage niet meer vanzelfsprekend. We maken op dit ogenblik discussies mee omtrent geloven, en omtrent het behoren tot een bepaalde geloofsgemeenschap, die ik niet voor mogelijk had gehouden twintig jaar geleden.

Geloven is nog moeilijker geworden dan het al was, in een wereld die neerkijkt op godsdienstige praktijken.

Eind vorige eeuw waren we tamelijk zeker dat we toch dichtbij een ideale samenleving waren gekomen, waar iedereen zijn overtuiging vrij kan beleven in wederzijds respect met alle andere.

In het eerste zesde van deze jonge eeuw staat die wensdroom zwaar onder druk. De tolerantie voor uiterlijke tekenen van godsdienstigheid neemt af.

Dat maakt de vraag of geloven nog mag, pertinenter dan ze ooit is geweest. Nu hoor ik om de haverklap – en dat heus niet alleen in onze dichtersclub – het oude idee de kop opsteken als zou een atheïstische instelling veel beter zijn, aangezien de godsdienst voor alle wreedheden in het verleden verantwoordelijk dient geacht. Dat suggereert dat het voldoende zou zijn dat iedereen zijn geloofsovertuiging zou afleggen en tot het atheïsme overgaan, om komaf te maken met extreem geweld. De geschiedenis toont het tegengestelde aan, zoals ik betoog in mijn Pol Pot-gedicht.

Gelovigen vandaag voelen zich ter verantwoording geroepen als nog maar eens de opvatting weerklinkt, dat in God geloven op zich, een drempel is in de persoonlijke ontwikkeling. Dat daar iets mis mee zou zijn. Dat vind ik vreemd eigenlijk. Niet dat deze kritiek niet zou mogen. Ik beklaag me niet dat er mensen zijn die het vreemd vinden hoe of wat ik geloof, en die daar vragen over stellen.

Op die vragen wil ik graag naar godsvrucht en vermogen antwoorden. Soms is het een keer nodig in debat te gaan, om misvattingen te ontzenuwen, of een vertekend beeld recht te trekken. Naarmate de jaren verstrijken lijkt het meer en meer te worden en ik heb er stilaan een dagtaak aan. Het moet ook niet te veel worden.

29. mrt, 2016

Een land, een kerk, een koning.

Er zijn allerlei manieren mogelijk om de Islam in een kwaad daglicht te stellen. Zo merkt Maria Adelheid barones Doornaert (Kortrijk, 31 december 1945) fijntjes op dat de meeste moslims uit landen komen waar de scheiding tussen kerk en staat niet doorgevoerd is.

Daarmee wil ze laten verstaan dat de Moslims niet zo goed kunnen omgaan met de democratische waarden en dat het voor hun te hoog gegrepen is, mee te praten in het openbaar debat. De Islam is hier iets dat van buiten komt en waar iets mis mee is.

Het is trouwens een gratuite uitspraak die nergens op berust. Het is gewoon onwaar. Ik zie in de moslimlanden juist een zeer grote verscheidenheid in de verhoudingen tussen het geloof en de staatsmacht. Het is veelal de staat die zich met de godsdienst bemoeit, veeleer dan omgekeerd. De macht kleedt zich graag in een godsdienstige mantel als het zo uitkomt. Moeten wij dat de godsdienst verwijten? Het is trouwens ook bij ons altijd voorgekomen dat de staat in de vinger in de pap heeft in de kerken. Daar is weinig verschil tussen christendom en islam te merken.

De moslims van bij ons leven toch in hetzelfde land als wij blanken? Of is er een ander land voor baronessen? De nieuwe generaties zijn hier geboren, opgevoed en opgeleid, en leven in een land waar de scheiding tussen kerk en staat ook niet altijd volmaakt is geweest.

Als er een probleem is met de Islam, “dan zal het wel de schuld van de Islam zijn.” Niet wij maar zij moeten buigen. Dat is wat daar telkens achter schuilt.

Het is een contraproductieve houding. We kunnen de Islam afschaffen noch omvormen.

We kunnen alleen erkennen dat de moslims net als wij in een snel evoluerende wereld leven en dat ze een groeiend segment van de plaatselijke bevolking uitmaken.

Het mag allemaal wel gezegd worden, maar moeten we echt steeds meer polariseren, met loze kreten die nergens op berusten? Waarom sloven zovelen zich uit om het integratieproces stokken in de wielen te steken, door allerlei theorieën te ontwikkelen waaruit zou moeten blijken dat de Islam zich niet aan de Westerse samenleving kan aanpassen. Die onheilsprofeten kunnen we missen als kiespijn.

Laten we beginnen met een minimum aan respect voor elkaar.

28. mrt, 2016

In de gemengde wijk is de feestpret bedorven.
Nu was er daar ineens een steile atheïst,
Die vol van zijn na-ijver zich geen blijf meer wist.
De godsdienst heeft het volgens hem verkorven.

Hoe velen zijn er niet gesneuveld en gestorven?
Hoe velen in Godsnaam verdwenen of vermist?
Door godsdienstoorlogen en religieuze twist!
We hebben lang genoeg gedoold en omgezworven.

Gejuich weerklinkt in goddeloze republieken.
Het moet maar eens gedaan zijn met die dondergod,
Die heel de heilsgeschiedenis hielp te verzieken.

Gij dominees, imams en rabbi’s opgerot!
Gedaan met de koran en met de encyclieken!
Applaus van Hitler, Stalin, Mao en Pol Pot.

Pasquino
27. mrt, 2016

Smaad

Mia Doornaert , Luckas Vander Taelen, Annabel Nanninga, het zijn maar een paar bekende publicisten die graag smalende opmerkingen over de Islam en de moslims maken, met allerlei merkwaardige redeneringen die er op neerkomen dat de Joden wel respect verdienen en de moslims niet.

Joden zijn een volk en dat mag je niet discrimineren, beledigen of vernederen, zeker met de Shoah in gedachten. Moslims daarentegen zijn geen volk, en dus mag het wel. Op de bescherming die voor de enen geldt, mogen de anderen geen beroep doen, op grond van een theoretisch onderscheid.

 Daar ben ik het niet mee eens. Geen enkele bevolkingsgroep, geen enkele gemeenschap verdient het om door het slijk gesleurd te worden. Iedereen verdient evenveel bescherming, omdat iedereen gelijk is voor de wet.

Dat er discriminatie heerst en dat de Vlaamse samenleving behept is met racistische trekken wordt grofweg ontkend. Mia bijvoorbeeld vind dat er een centrum voor gelijke kansen bestaat en daarmee is de kous af. Niet zeuren. De discriminatie is opgelost. Het woord islam(o)fobie moet uit het woordenboek geschrapt worden, want het is een betekenaar zonder betekende.

De Islam is in haar ogen niet meer dan een ideologie die zoals elke andere ideologie aan kritiek onderhevig moet zijn. Iedereen mag daar zijn opinie over kwijt in het kader van de vrije meningsuiting. Als er mensen zijn die zich vernederd of gekwetst voelen, dan zoeken ze het maar uit.

De genoemde publicisten zijn bekende personen die alle uiterlijke kenmerken van intellectuelen vertonen. Dat zij zich zo wreed vergissen doet twijfels rijzen over hun vermogen zichzelf in vraag te stellen. Zien zij dan niet in dat ze op hun manier de spiraal van geweld en uitsluiting aanzwengelen, door Moslims al bij voorbaat de mond te snoeren, en al hun argumenten afhandig te maken.

Op een bepaald ogenblik wordt het teveel, en dan is het niet meer leuk.