Dagboek december 2014

31. dec, 2014

Drempels

De paarden die de haver verdienen.

Wat AD/HD betreft, om er nog eens verder op door te gaan, is er wellicht sprake van overbehandeling in sommige populaties, en onderbehandeling in andere. Beide zijn even erg: een kind dat het niet nodig heeft wel behandelen of een kind dat het wel nodig heeft niet behandelen. Voor zover ik kan nagaan komen beide verschijnselen voor.

In de groep van de sociaal zwakkeren waar ik actief ben, zul je veel gauwer het laatste tegenkomen, namelijk dat kinderen te laat, te weinig of niet behandeld worden, gewoon omdat de drempels naar de zorg voor die mensen te hoog zijn. Het is dan vaak de school zelf die signalen geeft dat er een kind is dat extra aandacht nodig heeft, als het niet op een of andere manier wordt uitgestoten of buiten gesloten.

Prestatiedruk

Wanneer beschikbare middelen worden ingezet, met doeleinden waarvoor ze niet ontwikkeld zijn, is het niet per se de schuld van de leverancier en ook van het middel zelf.

Het zou kunnen dat er hier en daar een zekere druk tot overbehandeling is, vanwege ouders die op die manier gewoon de schoolprestaties van hun kroost willen opdrijven. Zulke ouders bestaan. Dat is niet de schuld van de industrie, maar het gevolg van onze merkwaardige fascinatie met cijfers, als samenleving, zeker als het de beoordeling van de schoolprestaties betreft.

Dat is een algemeen probleem, dat hier specifiek wordt toegepast. We zien niet meer de mens, we zien de cijfers. Dat is in de geneeskunde zo, maar ook in het onderwijs is het maar al te vaak het geval, en de ouders lopen mee in deze vertekende waarneming van de werkelijkheid.

Wetenschap

Als het om een geneesmiddel gaat, berust de aangetoonde werking op gepubliceerde en gecontroleerde klinische studies die in de wetenschappelijke literatuur op elk ogenblik geraadpleegd worden. Dat zou het enige criterium moeten zijn om over het nut te oordelen, veeleer dan allerlei vooroordelen en primitieve angsten, zeker als blijkt dat een van de gebruikte middelen in een ander leven dienst doet als stimulerend middel en als doping bij sporters verboden is. Daar ligt stof voor heel wat verhitte discussies, die best wel interessant zijn, maar die niet zouden mogen meespelen bij de beslissing om een kind al dan niet te behandelen. Dat zou moeten afhangen van criteria die zich min of meer objectief laten vaststellen, alsmede de klinische ervaring. De juistheid van de beslissing zal een bewijs vinden in de feedback die je als voorschrijver krijgt vanwege de ouders, de school en last but not least het kind zelf.

30. dec, 2014

Commentaar

Een kwestie van geven en nemen.

Ms. Devere merkt op in een commentaar op onze bijdrage van eergisteren dat de farmaceutische industrie er wel bij vaart, bij al die aandacht voor aandachtsstoornissen bij kinderen, waaronder AD/HD.

Nu is de verhouding tussen de geneeskunde en de industrie, en meer in het bijzonder de farmaceutische industrie redelijk troebel.  Daar moeten we niet flauw over doen. De artsen, en hun patiënten verwachten van de industrie onberispelijke producten, en informatie erover, van een hoge kwaliteit.

Loon naar werken

Er is van alles aan te merken op het systeem dat er in bestaat dat van een molecule een geneesmiddel wordt gemaakt. Daar zijn onder meer klinische studies voor nodig die het bewijs moeten leveren dat de molecule in kwestie veilig en doeltreffend is. Laten we hopen dat heel dat proces eerlijk en zonder sjoemelen gebeurt. Dat is een andere discussie die ik hier en nu niet ga voeren.

Wanneer de industrie haar werk goed doet, en ze levert bekende moleculen voor een overeengekomen prijs, en ze ontwikkelt nieuwe moleculen die het bestaan van mijn patiënten verbeteren, wel dan heb ik als arts geen bezwaar dat deze firma’s er geld mee verdienen. Als ze dat niet zouden doen, dan zouden er geen nieuwe geneesmiddelen meer komen, want er zou geen geld voor de ontwikkeling zijn.

Het wantrouwen van Ms. Devere is een bijzonder geval van een meer algemeen fenomeen, namelijk onze troebele verhouding als Westerse consument met de industrie in het algemeen.

We wantrouwen de industrie, maar we stellen ons terzelfder tijd zeer veeleisend op.

Prevalentie

Hoe dan ook, de industrie heeft de AD/HD kinderen niet uitgevonden, noch ook de schizofrenen en de bipolairen. Ze heeft wel middelen bedacht waarvan ze beweert dat ze nuttig kunnen zijn ter verbetering van de levensomstandigheden van de patiënten die met bepaalde aandoeningen behept zijn.

Dat meer en meer kinderen met die diagnose naar huis komen is naar mijn persoonlijke aanvoelen niet de schuld van de industrie. Er zijn gewoon heel veel kinderen die er in min of meerdere mate last van hebben. De stoornis wordt lang niet altijd tijdig erkend en behandeld.

29. dec, 2014

Controverse

Dank voor de commentaren en reacties!

De psychiatrie, de rol van de industrie daarin, en de (genees)middelen die ze ter beschikking stelt, het is een gevoelig onderwerp, die allerlei uitgesproken meningen oproept, zoals uit uw ingezonden mededelingen mag blijken.

Gewone levensverschijnselen worden steeds vaker ‘gepsychiatriseerd.’ Het is een kritiek die ik wel vaker hoor en ik begrijp het ook wel. Gedragingen die vroeger nog min of meer door de beugel konden, of tekortkomingen die over het hoofd werden gezien, eisen nu hun deel van de aandacht van onze psychiaters en psychologen op.

Verwachtingen

We mogen daarbij niet over het hoofd zien dat de samenleving ook steeds hogere eisen stelt, en dat begint al voluit tijdens de kinderjaren, op school.

Samen met  Paul Verhaeghe (Roeselare, 5 november 1955, zie foto) een Gentse hoogleraar klinische psychologie en psychoanalyse, noemt Dirk De Wachter zich een notoire tegenstander van het vandaag heersende geloof, als zouden alle psychische problemen - ADHD, depressie, burnout, persoonlijkheidsstoornissen - hersenziektes zijn, of gevolgen van erfelijke afwijkingen en met medicijnen te bestrijden zijn.

Als tekenend voorbeeld haalt hij aan dat wie langer dan zes maanden rouwt, tegenwoordig in aanmerking voor behandeling komt. Dat begrijp ik heel goed, dat hier een grens overschreden wordt, maar over die eerste uitspraak ben ik een beetje teleurgesteld.

Ontgoocheling

Van een psychiater en een psycholoog zou je toch beter verwachten dan het op een hoop gooien van zeer verschillende verschijnselen, zoals ADHD, depressie, burnout en persoonlijkheidsstoornissen, om dan te suggereren dat het geen hersenziektes zijn, niet erfelijk en niet behandelbaar met geneesmiddelen. Het geloof daar is fout en dat moet rechtgezet worden.

Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Toch al niet wat ADHD betreft. Het beeld komt veel voor, het gaat om een hersenstoornis ­ - het woord ziekte zal ik buiten beschouwing laten – die wel degelijk biochemisch bepaald, grotendeels erfelijk bepaald en te behandelen is, zij het niet te genezen.

Het is een stoornis die de ouders en de leerkrachten in de gordijnen kan jagen, en de ontwikkeling van het kind zal verstoren wanneer zij niet tijdig aangepakt wordt.

28. dec, 2014

Geluk

Dirk De  Wachter heeft het meer dan eens over de tirannie van het geluk.

Alles moet altijd maar weer fantastisch zijn, zomaar goed is niet goed genoeg. We moeten elkaar voortdurend de loef afsteken, en we mogen niet achterblijven bij de Jansensen en de andere buren. We storten in als blijkt dat we niet mee kunnen doen en dat we op een of andere manier uit de boot vallen.

Zo verwachten we van onze kinderen ook alleen maar goed nieuws omtrent de schoolprestaties. Als het tegenvalt gaan we knorren, maar we zouden beter van het moment gebruik maken, om hen te leren met tegenspoed en ontij om te gaan. Wat we hen willen leren, moeten we eerst zelf kunnen.

We moeten soms zelf eens goed naar ons eigen ouderlijk advies durven luisteren.

Pillen

Af en toe een beetje ongelukkig zijn, hoort bij het leven.

Daarom hoef je nog niet meteen naar de psychiater te rennen. Het aantal mensen met een psychiatrische diagnose in onze samenleving neemt evenwel hallucinante proporties aan. Toevallig of niet? Het gevolg van een verhoogde aandacht ervoor, of een voorteken van een soort klimaatopwarming van de geest, die steeds ernstiger proporties aanneemt?

Eén op vier Belgen krijgt ooit te maken met een depressie.

We slikken als bevolking in dit land meer antidepressiva, slaap-en kalmeermiddelen en andere psychofarmaca dan ooit iemand gedaan heeft. Wat is er aan de hand met een samenleving die zo’n explosie aan psychische problemen kent?

Verklaring

Een mogelijke verklaring is in wezen heel eenvoudig. Wellicht zijn er veel problemen die vroeger onder de mat werden geveegd, en waar nu een naam op geplakt is.

Zo zijn er in een mum van tijd ontzettend veel kinderen met ad/hd bij gekomen. Het letterwoord betekent attention deficit/hypercinetic disorder en het gaat om drukke kinderen die niet stil kunnen zitten.  Die hyperkinetische kinderen waren er vroeger ook, maar ze werden vaak niet deskundig begeleid en naar steeds lagere niveaus van het onderwijsstelsel uitgestoten.

Er is nu meer aandacht voor pakweg kinderen die stotteren, of die bedplassen. Dat is alleen maar goed. Je zult maar de ouders zijn van een adhd-kind. Sommige van die kinderen moeten medicatie nemen, en daar moeten we absoluut niet flauw over doen. Het is echt geen teken van de decadentie van de moderne samenleving, maar een zorg die we verstrekken, aan kinderen die het daardoor beter doen. Daar moeten we echt niet gaan bezuinigen.

 

 

Afbeelding: Dennis the Menace, 1960, Jay North

 

27. dec, 2014

De afgrond

‘L ‘enfer, c’est les autres’, zei Sartre.

De Ander is zowel het obstakel als het middel voor het geluk. Dat er zoveel anderen zijn om te beginnen, nu al meer dan zeven miljard, en dat er daar maar een handvol bij is met wie je kunt opschieten. Met de meeste mensen kun je niet veel aanvangen. Dat is tenminste mijn conclusie, met alle respect voor iedereen gezegd.

Het kleine aantal personen dat wel belangrijk is, krijgt dan weer een grote macht over ons, in de mate dat we er ons afhankelijk tegenover opstellen. Dan is het de afwezigheid van de ander die schrijnt.

Oproep

We kunnen niet zonder de anderen, maar we kunnen de anderen ook niet grenzeloos verdragen. Velen van ons lopen met een mobieltje op zak. Daardoor ben je voortdurend ‘binnen bereik’ van de ander, op elk ogenblik oproepbaar. Er zijn daardoor geen periodes van alleen zijn meer. Ook als de ander er niet is, is hij er nog via de moderne media. Of kan hij of zij er op elk ogenblik virtueel zijn.

Ik begrijp wel dat Dirk De Wachter kritiek uitoefent op de moderne consumptiemaatschappij die lucht verkoopt, terwijl er vele individuen rondlopen die in de massacultuur hun weg niet vinden, of juist verloren lopen door altijd maar meer te consumeren. Zo heeft hij ook nogal wat kritiek op de Facebook-generatie, hoewel ik niet zo zie wat daar zo verkeerd aan is, en wat er nu zo anders in vergelijking met ervoor.

Vlucht vooruit

Je hebt overal en altijd mensen die er een potje van maken. Ik weet niet of we daar een vlucht in het irreële in moeten zoeken, zoals De  Wachter doet. Ik kan begrijpen dat hij de draak steekt met mensen die het aantal contacten die ze hebben, gaan zien als een waardemeter van hun populariteit, bij ontstentenis van een eigen persoonlijkheid. Het is een symptoom van de leegte wellicht, maar daarom is het internet nog niet de oorzaak van de wanverhouding.

Gaat het om illusoir opvullen van leegte en het pareren van je eigen eenzaamheid?

Het zijn zware bewoordingen, maar ze treffen soms wel: “Het aantal facebookvrienden is betekenisloos. Het zegt hoogstens iets over iemands verzamelwoede, behoefte aan publiek, zijn populariteit of generositeit en enthousiasme voor het medium an sich.”

 

 

Afbeelding : Jean-Paul Sartre gezien door Henri Cartier-Bresson