Piero della Francesca
The most beautiful small painting in the world.

Bedrieger en verrader

Inleiding

Polemiek

Mijn meningen over het Christendom en de Islam, en de bekentenis dat ik tot beiden behoor, zijn in het facebookforum op honende kritiek onthaald. Ik zal de lezer het meeste besparen, maar een repliek springt er toch even uit: “Peter, zolang je de waarheid niet onder ogen kunt zijn, zullen vele christenen u beschouwen als een huichelaar, een leugenaar, een bedrieger en een verrader.” Dat moest ik op facebook lezen vanwege Rudi Dierick.

Ik kan er niets anders als een persoonlijke belediging in ontwaren. Ik was er even echt verbluft, verbijsterd en verbaasd van. Wat is dat voor een viervoudig verwijt zeg: huichelaar, leugenaar, bedrieger en verrader. Wat heb ik hier aan mijn fiets hangen? Nu breekt me de klomp. Ik heb er even niet van terug. Het lijkt wel een oorlogsverklaring. Wie wind zaait zal storm oogsten. Ik heb er dus uitgebreid op geantwoord, op facebook en ik vat het hier nog eens samen.

Ik kan dit niet ongemerkt voorbij laten gaan, al heb ik er eigenlijk lak aan, wat vele christenen van mij vinden, laat staan Rudi Dierick, die zich hier als het ware tot spreekbuis van de veelgeplaagde geloofsgemeenschap uitroept. Ik lig niet meer wakker van een club die mij uitstoot wegens mijn geaardheid, zie de Romeinse catechismus van Johannes Paulus II. Ik oordeel niet over anderen, en ik vind niet dat anderen over mij moeten oordelen.

Dat is net het bedje waarin zowel de kerk als Rudi Dierick, verwonderd elkaar te ontmoeten, beiden ziek zijn. Je zult vergeefs in de hele islam een artikel zoeken zoals catechismus nummer 2358. “Deze neiging die objectief gestoord is vormt voor de meesten onder hen een beproeving.” (fragment) Ik zal me in de hiernavolgende pagina’s tegen de beschuldigingen verzetten, maar ik wil er geen persoonlijke, maar wel een algemene polemiek van maken, nu de polemische toon zo goed getroffen is.

Daarom zal ik vermijden nog eigennamen van opponenten te noemen, en wat volgt is dan ook van het genre: ‘wie het schoentje past, trekke het aan.’ Ik zal geen blad voor de mond nemen, maar niemand meer noemen, ook Rudi Dierick niet. Ik moet niet op mijn beurt over anderen gaan oordelen, en ik laat ieder zijn of haar waarheid, maar ik mag hier wel kwijt wat ik over het onderwerp vind.

1.    Huichelaar

Geveinsde godsvrucht

Als iemand in naam van de christenheid het woord huichelaar over mij uitspreekt, wel dan moet ik daar eens goed om lachen. Wat zijn jullie christenen – en ex-christenen – anders dan verwaande Schriftgeleerden en zelfingenomen farizeeën, die zich in naam van de verlichting en van de universele verklaring van de rechten van de mens geroepen voelen, anderen op hun plichten en tekortkomingen te wijzen, zonder in staat tot zelfkritiek te zijn.

Witgekalkte graven! De pretentieuze pronkprocessie van hoogmoed en hovaardij, die zich zoveel beter waant dan de anderen. Zal zo iemand mij van huichelarij beschuldigen? Dat doet me zo denken aan het schijnheilig kwezelgebroed van de katholieke wijvenbond van vroeger. Bigotte opscheppers, praalhanzen en snoevers die zich opwerpen tot lichtbakens van de verlichting en gidsen op het levenspad.

Ze doen niets liever dan een verpletterende morele superioriteit aan de dag te leggen, en doen zich voor als zelfbenoemde zedenrechters, die alles en iedereen aan hun verwaten oordeel onderwerpen. Daarmee voldoen ze aan de definitie van een fundamentalist, want dat is iemand die alles en iedereen tot zijn eigen denkkader herleidt en daarmee de grenzen van zijn eigen onwetendheid aan anderen wil opleggen.

Een wolvenhorde huilend in het bos. De orde van huichelaars, leugenaars en bedriegers in dienst van de katholieke, kapitalistische en koloniale ku-kux-klan kaste van de bange blanke man. Waar heb ik dan gehuicheld en wanneer? Ben ik dan niet degene die met een bekentenis, ja een belijdenis kwam, en moet ik daarvoor op een schavot worden geplaatst?

Is dat hoe wij in jullie verlichte en bevrijde westerse samenleving worden behandeld? Dat we beledigingen en vernederingen moeten slikken als we voor ons geloof uitkomen? Als dit al gebeurt met het groene hout, wat zal er met het verdorde geschieden? Dit zijn onze intellectuelen die het land naar de verlichting zouden moeten leiden, maar ze voeren ons naar bederf; deze apparatsjiks van de eenheidsworst, die zich bezig houden met het uitdelen van tikken, en naar beneden pikken in de pikorde, waarbij de moslim helemaal onderaan staat.

Iedereen is gelijk, maar sommigen zijn iets minder gelijk dan de anderen.

2.    Leugenaar

Zal jij mij een leugenaar noemen, jij die zelf een leugenfabriekje uitbaat. Jij die de ene onwaarheid op de andere stapelt, immer onvermoeibaar, en onverdroten er op uit de moslim zo veel mogelijk in een kwaad daglicht te stellen, en om zonder ophouden tot argwaan, achterdocht en islamhaat op te roepen.

Wat zou ik moeten liegen? Wat kan ik daar bij winnen? Kijk naar mijn website en vertel me waar de leugens staan. Ik ben al jaren op het internet actief en ik steek mijn mening niet onder stoelen of banken. Niemand is verplicht mijn voortbrengsels te lezen. Daar zijn nooit klachten over gekomen. Niemand heeft me ooit op een leugen betrapt. Als het toch gebeurt, corrigeer ik het meteen.

Intussen wordt er over de Islam heel wat afgelogen in de (ex-)christelijke hoek. Alle middelen zijn daarbij goed, van het colporteren van verroeste vooroordelen die al meegaan sinds de tijd van Godfried van Bouillon, tot het vellen van arduinen oordelen over een geloof dat de folklorebewoners van de dorpskom de pet te boven gaat.

Neem nu de sharia. Daar heb je volgens mij niets van begrepen, en daar moeten we het eens uitgebreid over hebben, maar je wilt het niet begrijpen. Er is geen tegenspraak tussen de Koran en het Evangelie. “De Koran is een liefdesbrief van een minnaar aan zijn geliefde,” zegt Hadji Bektasj Veli. Jezus is ook in de Islam een profeet. Voor christenen is hij een liefdesgave vanwege de Vader.

Hoewel Jezus’ boodschap vredelievend was, ging hij te keer tegen de handelaars in de tempel, en spelde hij de farizeeën en Schriftgeleerden van zijn tijd de les. “Gij voelt u beter dan de weduwe met haar obool, beter dan de zondaar die achteraan in de kerk blijft staan.” Maar “Het zal gemakkelijker zijn voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor u om het rijk der hemelen binnen te treden.”

Ik citeer alleen maar teksten, en ik wil niet doen of ik het woord van God spreek. Ik predik niet en ik wil niet bekeren. Ik wil alleen een samenleving die dezelfde kansen geeft aan iedereen ongeacht geslacht, afkomst, kleur, geloofsovertuiging of geaardheid. Degenen die altijd alleen maar xenofobe mist spuien zijn geen onderdeel van de oplossing, maar van het probleem. Laat mij maar rusten in de vrede van de Heer.

3.    Bedrieger

Zal zo iemand mij een bedrieger noemen, die geen middel onverlet laat om de publieke opinie te vergiftigen, met zogenaamde studies die nooit geciteerd worden en resultaten van enquêtes die we niet mogen inzien. Is dat dan geen bedrog, al die constante verdachtmakingen en insinuaties die er alleen maar opgericht zijn een welbepaalde bevolkingsgroep te schaden.

Wat mij zo enorm aan je stoort is dat je de hele tijd anderen zit af te katten, met allerlei regels die je zelf vrolijk aan je laars lapt. Wij moeten van jou de bal spelen en niet de man. Dan kom je in naam van de hele Christenheid met persoonlijke aanvallen op de proppen. Je vraagt naar bronnen maar je geeft er zelf geen. Je haalt studies aan zonder verwijzing.

Wanneer een of andere flutenquête in je kamp past, gebruik je dat als bewijs, zonder bronvermelding, zonder dat we iets weten over de vraagstelling, de gebruikte definities en de gepeilde populatie. Pakweg de Sharia. Je slaat ons daar om de oren met goedkeuringscijfers bij Moslims die tot de verbeelding spreken, maar waar zijn die studies die dat beweren?

Wanneer ik met resultaten van een enquête aan kom zetten, word je ineens wel kritisch. Dan eis je bronvermelding en verwerp je bij voorbaat de methodiek. Ik hoor van jou geen redelijke argumenten op basis van verwijzingen maar alleen zure oprispingen van eigen bedenksel. Neem nu laatst, dat: “héél de wereld bol staat van gedrag van moslims waarin ze de verlichting net afwijzen?”

Dat kan ik toch niet anders dan als laatdunkend, stigmatiserend en veralgemenend lezen. Dat doe je de hele tijd, als je niet bezig bent met het terechtwijzen van andere deelnemers van het forum, met steeds dat opgeheven vingertje en die meewarige toon, immer betweterig, verwaand en arrogant. Voor mij is de grap eraf. Sorry, maar op een bepaald ogenblik is het niet leuk meer. Ik ga je nog een keer ontvrienden.

Het wordt zo erg dat ik me toch bepaalde vragen ga stellen. Wie heeft jou als rechter aangesteld? Waar haal je die onuitputtelijke voorraad morele superioriteitsgevoelens vandaan? Waarom moeten de moslims het steeds weer ontgelden? Je schrijft dat je toch best wel een aantal moslims kent. Lezen die wat je schrijft? Zijn die op de hoogte van je vooroordelen? Volgens de details die je geeft, zijn er best wel aardige lieden bij.

4.    Verrader

Wedden dat de meeste moslims die jij kent in werkelijkheid tamelijk verlicht zijn? Vind je dat dan geen verraad aan hen die jou zo welwillend tegemoet treden, dat jij voortdurend hun geloofsovertuiging verdacht moet maken, en hun intenties in een kwaad daglicht stellen? Wie is hier de verrader? Wie zou dan wel het gezellige gezelschap kunnen zijn dat ik verraden heb?

Wellicht die optocht van zelfingenomen huis- tuin- en keukenprelaten met het opgeheven vingertje waar jij toe behoort. De morele ideeënpolitie van het vergenoegde en vadsige Vlaanderen, aangevoerd door de profeet van de Nieuwe Vlaamse Orde, de Grootinquisiteur, die over de publieke opinie waakt. Immer vooraan in de strijd, aan het hoofd van een camarilla van lasteraars en kwaadsprekers, overlopend van ijver om de zuiverheid van het bloed te bewaren.

Dat is het verraad van de klerken om met Julien Benda te spreken. Daar zijn de volksverraders te vinden: in de club van blanke mannen met een witte boord die heimelijk in schimmige cenakels en sanhedrins de lakens uitdelen. Dat is wellicht die kongsi die ik verraden heb, of toch aan de kaak gesteld. Hoe vele malen heb ik niet het vergiftigde klimaat van onmin en ergernis, en dat eeuwige gemopper over de Islam en de moslims aangeklaagd?

Dat mag dus ook al niet meer. Ik moet me hier in grove termen laten uitschelden, beschuldigen en terechtwijzen. Ik moet vernederingen en beledigingen slikken, in een verstikkende atmosfeer die stilaan de adem beneemt, in deze benauwende tentoonstelling van het geestelijke Bokrijk dat ons Arm Vlaanderen geworden is. Dat achterlijke, zelfgenoegzame Vlaanderen dat zich wentelt in zijn vetrollen, zijn vooringenomenheid en zijn diesellucht.

Het fabriekje van immer verse vooroordelen, dat ik niet bij name zal noemen, omdat hij Rudi Dierick heet, zal mij van verraad beschuldigen? Verraad van wie of wat? Het ongezonde ons-kent-ons discours waar ik nooit deel van uit heb gemaakt? De ondergrondse sekte van de zwartepietaanbidders, de folklorepartij van de nationale volksarmee die het in dit land voor het zeggen heeft, zal niet voor eeuwig de plak zwaaien.

Vroeg of laat pikken we het niet meer. Intussen zullen we geduldig alle affronten lijdzaam en vredig ondergaan.

5.    Verlichte Islam

Waar slaat dat nou op? Heb ik het evangelie verraden of de Koran? Dat was pas nieuws dat ik me aan zou trekken, want ik ben nu eenmaal de Openbaring verknocht en ik ben op mijn manier op zoek naar de Goddelijke Genade, die iedereen vrij aanvaarden of verwerpen kan.

“Wat baat het dat te beweren (dat islam en verlichting goed zouden samengaan) wanneer héél de wereld bol staat van gedrag van moslims waarin ze de verlichting net afwijzen?” Dat schreef jij. Ik weet niet hoeveel moslims jij kent, om je mening op te baseren. Ik weet ook niet welk gedrag je bedoelt. Dat van de regeringen of dat van de mensen?

Ik denk dat er onder de moslims evenveel dwazen en evenveel wijzen te vinden zijn als onder de (ex)christenen. Ik ken vele moslims die meer verlicht zijn dan jij, en het gaat vaak om eenvoudige mensen, die niet mopperen en respect voor anderen hebben. Die hun tijd niet verprutsen met het stelselmatig denigreren en systematisch verdacht maken van alles wat naar de Ander ruikt.

Je laat je geen enkele kans ontglippen om de morele superioriteit van het decadente Westen te bewieroken. Steeds weer moet je erover klagen, dat alle moslims dit niet inzien. Dat de Islam fout en de heilige schrift verkeerd is. Alle middelen zijn goed om te ‘waarschuwen’ voor het gevaar dat  ervan uit gaat. De moslims, in jouw visie, doen alles de hele tijd fout, en ze moeten dit en dat aanvaarden, voordat ze het woord mogen nemen.

Alle middelen zijn goed om aan te tonen dat ‘wij’ toch dat tikje beter zijn dan ‘zij.’ Heel erg verlicht kan ik dat niet noemen. Laat iedereen zijn eigen geloof, terwijl de overheid blind blijft ten opzichte van alle geloofsuitingen. Laat alle overtuigingen naast elkaar bestaan. Het liefst in wederzijds respect. We zouden kunnen proberen elkaar te verstaan, in plaats van de hele tijd elkaar aan te vallen.

In een twistklimaat waarbij twee soorten ontstaan, de beteren en de minderen, wordt het snel lastig om nog een dialoog te voeren. Als er een probleem is met extreme Islamisten, dan zullen we de medewerking van de gematigde moslims moeten hebben, om het op te lossen. Is het dan echt nodig hen met neerbuigende kritiek en eurocentrische vooroordelen, de hele tijd de stuipen op het lijf te jagen?

6.    Handreiking

De gematigde Islam staat voor u. Hij steekt zijn hand uit, maar jij weigert hem te schudden. Op die manier ga je de enige kans voorbij, die wij hebben om het werkelijke probleem de baas te worden. Want er is echt wel een probleem van geweld, en daar zit inderdaad een godsdienstige kant aan. Dat lossen we niet op door te pronken met onze morele superioriteit, en ook niet door systematisch alle schuld aan een kant te leggen.

Het grote probleem van deze tijd is dat er heel wat boze mensen rondlopen, jonge, en minder jonge. Die worden soms zo boos dat sommigen naar geweld grijpen om een punt te scoren. Ik heb soms het gevoel dat de tweede helft van de twintigste eeuw – lang geleden toen ik jong was – minder gewelddadig te keer ging dan de facebookgeneratie van vandaag.

Dat is natuurlijk een vertekend beeld want in de werkelijkheid scoren we zo slecht nog niet. Als jonge mens was ik misschien te optimistisch. Ik ging er van uit dat de maatschappij door de groei van de wetenschappelijke kennis vanzelf zou beter worden en naar een vreedzame samenleving evolueren. Quod non. Er is de laatste paar jaren opvallend meer haatretoriek, denk ik toch, dan ik ooit vroeger heb meegemaakt.

Er waart een onvoldane zucht naar geweld rond, en die blijft duren, wat we ook ondernemen. Voor wie niet het woord kan nemen, kan dat geweld fysieke vormen aannemen, en dat veroordelen we allemaal, maar onder intellectuelen gaat het er veel subtieler aan toe. Dan betreft het verbaal geweld. Schelden en kwetsen bijvoorbeeld, of elke andere vorm van grensoverschrijdend gedrag, dat bedoeld is de ander schuchter te maken en te overheersen.

De vraag is of de overheid op grond van het geweldmonopolie, hiertegen moet optreden. Het minste wat je kan zeggen, is dat een dergelijke opstelling niet van aard is om het hart en de geest van de gesprekspartner te veroveren. Het gesprek zal niet lukken als de ene de ander tot in den treure zijn gebreken en tekortkomingen voorhoudt.

Daarom moeten we op zoek gaan naar denkmodellen die ons in staat stellen, elkaar beter te verstaan.  Ik heb nu net een boek gelezen dat daarbij kan helpen. Het is naar de dikke kant en het in het Duits geschreven, dus dat kan wellicht sommigen een tikkeltje afschrikken, maar los daar van was het opbouwende lectuur.

7.    Duits boek

Begrijpen of verstaan?

De titel ‘Islam verstehen’ zegt het al. Dit boek wil ons helpen om de Islam te verstaan. Daar heeft Gerhard Schweizer meer dan vijfhonderd pagina’s voor nodig, maar dan krijg je ook een breed geschilderd fresco van die verschillende gebieden en tijdperken waar de Islam een grote rol in het maatschappelijke gespeeld heeft, en dat nog altijd doet.

Daardoor doet de auteur niet te kort aan de culturele en sociale diversiteit van de vele moslimgemeenschappen overal ter wereld. Dat is van uitermate groot belang, nu we steeds meer merken dat het recht op diversiteit van de moslims in vraag worden gesteld. We horen hier op facebook allerlei heerschappen die de Islam bestudeerd hebben, alleen maar om hem in een kwaad daglicht te stellen.

Deze moslimhaters gaan stelselmatig de mosterd bij de extremisten halen. Zij werpen ons niet alleen foute handelingen maar ook hun foute koraninterpretaties voor de voeten. We laten ons al te vaak vanwege ongelovigen een stellingname in de maag splitsen, die niet de onze is. Wanneer ze redelijke argumenten te kort komen gaan ze schelden en dreigen.

Ik kan natuurlijk niet in detail ingaan op al de feitelijke onwaarheden en dubieuze insinuaties die intussen de revue zijn gepasseerd. Laten we besluiten, aan de hand van een vermakelijke anekdote uit het Duitse boek. Er is op een gegeven ogenblik ergens in Duitsland een congres geweest waar allerlei moslimafgevaardigden elkaar ontmoetten, met de vraag om mee gestalte te geven aan het idee van de Europese Islam.

Op zich is dat wel een belangrijke vraag. Is er zoiets als een Europese Islam? Er zijn immers heel wat Europese moslims, tendens stijgend. Nu ja goed, het congres komt bijeen, maar als snel rijst er onenigheid over een aantal grondvragen, over de Europese Islam, en ze komen er niet uit. Allemaal heel moeilijk. Op het einde van de dag wordt er dan toch een compromis uit de brand gesleept.

In plaats van over de ‘Europese Islam’ zouden ze het voortaan over de ‘Islam in Europa’ hebben. Zo kwamen de verhitte gemoederen tot bedaren. Wat ik daar uit leer, is dat er niet zoiets is als de Islam en de Moslim. Het gaat om vele verschijningsvormen die niet tot een enkele karikatuur te herleiden zijn.

8.    Besluit

Natuurlijk zijn de moslims het onder elkaar over vele dingen met elkaar oneens. Bij hen komen, zowel groepsmatig als per individu, evenveel verschillen en schakeringen voor als in het Westen. Vanzelfsprekend moeten we ootmoedig erkennen dat het niet volstaat jezelf een moslim te noemen, om in een klap een goed mens te worden, maar het moet ook niet zo zijn, dat je als moslim de hele tijd verdacht wordt gemaakt.

Tot slot nog deze overweging: ‘De druif heeft de smaak van de grond waar zij groeit.’ We zijn allemaal vooraf bepaald door de plaats en de tijd waarin ons bestaan een aanvang heeft genomen, de omgeving waarin we worden ontvangen en de waarden die we met onze opvoeding meekrijgen. Wanneer we ons daarvan bewust worden, ligt heel veel al vast.

Toch kunnen we in ons eigen leven nog keuzes maken. Iedereen moet dat voor zichzelf uitklaren. Iedereen is anders, maar dankzij de literatuur is het mogelijk de tekortkomingen van het anders zijn te overstijgen, om zo te leren de Ander zonder vooroordelen te ontmoeten.