Ten geleide

Dutroux

We hebben in de tweede helft van september een aantal sonnetten omtrent  de Dutroux-affaire bijeengebracht, het grote schandaal dat einde jaren negentig met al zijn uitlopers en zijn lange nasleep de Belgische politiek beheerste. Het waren de jaren van witte woede, die plots opstak en even plotseling weer verdween.

De rest van de maand komt daar een aantal bijpassende sonnetten bij, omdat ze herfstig aandoen of om eentonigheid te vermijden.

Ontsnapt

Wie herinnert zich nog die jaren, die de Belgische staat op zijn grondvesten deden daveren, en de volkeren die er wonen, opschrikten? De verdwenen meisjes, de politieblunders, de rechtbankoorlog en de politieke opschudding, die helemaal overkookte, toen Dutroux in 1998 uit de gevangenis ontsnapte.

1998

Wiki vat de gebeurtenissen van 23 april 1998 als volgt gebald samen: “Marc Dutroux ontsnapt aan zijn bewakers in het gerechtsgebouw van Neufchâteau, maar wordt vier uur later weer opgepakt in Herbeumont Saint-Médard door boswachter Stéphane Michaux . Minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte en minister van Justitie Stefaan De Clerck bieden diezelfde dag nog hun ontslag aan, en worden opgevolgd door respectievelijk Louis Tobback en Tony Van Parys. Ook het hoofd van de rijkswacht, Willy Deridder, neemt ontslag.”

Actualiteit

Een lezer schreef destijds: “Het gedicht is wel goed, maar kan men zich over een paar jaar nog herinneren waar het over ging ? Ik denk dat je hiermee de boswachter bedoelt die uiteindelijk Dutroux kon vatten na zijn ontsnapping.” Antwoord: “Dat klopt.” Het waren profetische woorden.  Ik stel vast dat deze lezer gelijk had. De actualiteitswaarde die er ooit was, is verloren gegaan, en het openbaar geheugen is van de korte termijn.

Nu leest het als de kroniek van de verkruimeling van een koninkrijk aan de Noordzee. Om de leesbaarheid te verhogen, proberen we van zoveel mogelijk eigennamen af te komen, bij het herwerken van de meest getroffen sonnetten.  

Eigennamen

Toch is er een aantal eigennamen dat bijblijft, voornamelijk indien ze nodig zijn voor het rijmschema.

Behalve Stéphane Michaux en Marc Dutroux onthouden we de toenmalige premier Jean-Luc Dehaene, en zijn vice-premier Elio di Rupo, die later zelf nog eens premier zou worden.

Mevrouw Bosmans is alleen maar vernoemd aangezien haar naaimachine in beslag genomen werd, omdat die kon hebben gediend voor het stikken van de stiksels van de jeanskleren van een verdwenen meisje. Deze informatie kon van belang zijn om een slachtoffer met zekerheid te identificeren. Het Singer Naaimachien verwijst tussendoor natuurlijk totaal terloops ook naar Paul Van Ostayen.

Poupou

Dat Poupou onsterfelijk is geworden, komt doordat er niet alleen een gerechtelijk onderzoek, maar ook een sonnet aan is gewijd. Het rare rijmschema moeten we erbij nemen.

Wat voor een verdwenen en vermoord Marokkaans meisje niet kon, dat kon nu wel voor een poedel: er is een onderzoeksrechter aangesteld om de verdwijning van de schoothond op te lossen. De beroofde bazin was ontroostbaar.

I am the walrus

Uit de schaduw van de geschiedenis komt de schim van Paul Marnette even naar voren.

Het sonnet vormt een pure karakterschets, zij het van een voetnoot in de geschiedenis. Een dag of wat werd deze ‘superflik’ met walrussnor in het hele land beroemd.

Hij blunderde in de dossiers van de verdwenen meisjes, en figureerde luidens roddels in de roze balletten. Desondanks kwam hij later weer in het nieuws, omdat hij toch alweer kans op bevordering maakte, om een representatieve internationale functie te gaan bekleden.

http://tueriesdubrabant.winnerbb.com/t2073-georges-marnette

Marchal

En dan was er vader Marchal, de vader van een van de ontvoerde, verkrachte en vermoorde meisjes, die een nieuwe partij oprichtte, dewelke al snel geïnfiltreerd werd door extreem-rechts. Slogan: “het kan ook zonder programma.” Helaas oefende de beweging een ongezonde aantrekkingskracht uit op ranzige individuen uit de zelfkant van de politiek.

De verwijzing naar hypnose heeft te maken met de hypnotiseur Rasti Rostelli, die de verdwenen meisjes An en Eefje de avond voor hun verdwijning hebben zien optreden.

Ardennen

Neufchâteau is een slaperig stadje in het zuiden van België dat nu eenmaal het gerechtshof huisvest, waar het proces Dutroux is gevoerd. Deze laatste moest omwille van de security met een helikopter van de ene gevangenis naar de ander vliegen. Dat bleek goedkoper dan een smaldeel van politievoertuigen te reserveren, gezien de lonen van al die mensen.

De Morgen

De linkse sterreporter Ludwig Verduyn van de linkse ochtendkrant De Morgen, moest aftreden omdat hij gelogen zou hebben. Yves Desmet was eerst hoofdredacteur en dan directeur van deze ochtendgazet. De Waalse media stonden er bol van. De ene slachtoffer van smaad, de ander van censuur.

Slot

Een land op weg naar de verkiezingen, op de dool, zoekend naar een nieuwe toekomst.

We besluiten met een Liechtensteiner. Cafépraat om een periode mee te besluiten en de link naar de maand oktober in de scheurkalender te maken.

16. Weg

Het kreupelhout verschroeid, de struiken die verdorden,

Het is niet te geloven. Marc Dutroux is weg.

Geseind en vogelvrij, gehold van heg naar steg

Voortvluchtig, op de loop, het brandpunt van wanorde,

 

Op de voet achtervolgd door persmuskietenhorden.

En knullige politielui, volledig van de leg:

Het was een zootje daar, dat ik het lelijk zeg.

Hoe hard moet je hier schreeuwen om gehoord te worden?

 

In opstand komt het volk tegen de heerschappij.

Het eist de hoofdsom en ook alle achterstallen.

Het einde van corruptie en smeerlapperij

 

Afvallig zijn de klerken die het feest verknallen.

Vervloekt de herders van de ego-maatschappij!

Mogen de schellen van ons aller ogen vallen.

17. De Waalse Pijl

De aandacht op het ene doel gespitst te houden,

Gestaarde blik verstard op het asfalt gericht.

Nog even doortrappen, want volhouden is plicht.

Het spant wat zich daar afspeelt in Ardennenwouden.

 

De buit is binnen maar de premier is verkouden.

Daar gloort het licht aan het eind van het tunnelzicht.

Het steile landschap welft bezuiden van Maastricht.

Een Waalse bosmens heeft het land voor schand behouden.

 

En alles wordt normaal met een beperkte hinder.

Bijna klepten voor de regering korte metten.

De ereprijs komt toe aan één eerlijke vinder.

 

Dat kun je niet vertalen in een paar sonnetten.

De Euro halen wij met een paar meisjes minder.

Een kniesoor die er zich nog tegen zou verzetten.

18. Van 't gat

Dutroux is niet ontsnapt maar eventjes bevrijd,

Zijn vrijlating is door de raadkamer bevolen.

De moordenaar en dief heeft zijn naam niet gestolen,

En is verwijd in het heelal uiteen gedijd,

 

Het zwarte gat is opgesloten in de tijd.

Al malen de planeten rond hem heen hun molen,

De kinderen bij het verlaten van de scholen.

Kunnen weer onbekommerd spelen wijd en zijd.

 

Hoera, hoera, wij zijn de crisis weer te boven!

In rechtstechnologie staat ons land aan de spits,

Van de spitsvondige zeer hoog geleerde hoven.

 

Nog maar heel even en het is in ’t land weer kits.

Geen persbericht mag ons nog van de slaap beroven.

De Vlaming puilt tevreden uit zijn volle rits.

19. Belgische luchtvaart

De helikopter met Dutroux komt laag langs scheren:

Een witte olifant stijgt op en wordt een mug!

Het is geen grap en ook geen millenniumbug!

Patiënt heeft suikerziekte, dat is kut met peren.

 

Men had door zijn ontsnapping nog een les te leren.

De overheid verplaatst hem liever vliegensvlug,

Hoe onwaarschijnlijk en al lijkt het nog zo stug:

Het baantransport zou de onkosten nog verméren.

 

Dan draait de hefschroef niet veel langer in het rond.

De wentelwiek staat stil en mildert zijn turbine.

Dutroux is aangekomen in de ochtendstond,

 

En daalt bescheiden neder uit de vip-cabine,

Op staatskosten verscheept maar weer op vaste grond.

Well! Such a bad experience never again!

20. Bekroond

De koning werd in aller haast teruggevlogen.

Het land in rep en roer ging bijna overstag.

Het parlement viel stil de hele namiddag.

Alleen een jonge boswachter bleef onbewogen.

 

Geloven kon hij nauwelijks zijn eigen ogen,

Toen hij Marc D. op wandel in de bossen zag,

Terwijl zijn wapen op de dode blaren lag.

Ons land kan blijkbaar nog op ware helden bogen.

 

Bijna was de regering demissionair.

Het kwam zowaar tot twee ministerpost-ontslagen:

Stefaan en Johan werden uiterst populair,

 

En zullen zich hun offer niet zo lang beklagen!

Dutroux is de executeur-testamentair,

Van stervend koninkrijk in bange dagen.

21. Belgische onweders

Waar is mijn paraplu? Het regent hier ontslagen!

Ministers geven strijk en zet de brui eraan.

De ene uit de bocht, de ander van de baan

Geveegd door rukwinden en zure regenvlagen.

 

Septemberbuien. Rotweer. Opgestoken kragen,

Het plenst maar neer en het is niet meer uit te staan.

Koud kippenvel en onderhuids kil onbehagen.

Hoe lang kunnen de slacht en neerslag verder gaan?

 

In dit klimaat spoed ik me voorwaarts met een taart.

Met slagroom en een kers, een rode maraschino

In loslatend karton en met een ansichtkaart,

 

Erbij, waarop een schuimend kopje cappuccino.

Geschenk dat ‘t nuttige aan ‘t aangename paart.

Niet om te eten, maar te gooien. Van Pasquino!

22. Ontwapenende politiestaat

Onlangs schreeuwde het volk om meer blauw in de straten.

Op deze wenk bediend is Neufchâteau recent:

Opengetrokken blikken politieagent!

Het brengt de ingeslapen stad in alle staten.

 

Wie vis te gulzig eet, verslikt zich in de graten.

Het mag een goede les zijn voor wie meisjes schendt.

Een opkikker voor Belgische bejaardentent,

Geschoren om de schaarse wol bij luidop blaten.

 

Al is de vis wellicht niet zuiver op de graat,

We mogen met zijn allen weer in vrede slapen,

Want veilig opgesloten is de onverlaat.

 

Centraal in deze klucht een ongeladen wapen.

De redding van het koninkrijk en van de staat.

De hond, de herder en de hele kudde schapen.

23. Het Singer Naaimachien

Haar nood, ten einde raad, klaagt Waalse mevrouw Bosmans,

Bij Franstalige monde van haar advocaat,

Die graag wil uiteenzetten waar het hier op staat.

Hij haalt diep adem als een skiër aan de springschans.

 

In ’t Waalse roversbos is één boswachter praalhans,

Komt het gerecht altijd te weinig en te laat,

Te moeilijk en te duur. De kost gaat voor de baat,

In deze barre tijd van schaarste en jan schraalmans.

 

Hoe zit het nu met Mevrouw Bosmans’ naaimachien ?

De vrouw ontpopt zich in de rechtszaal tot een vechter

Een meisje is verdwenen en die droeg een jean

 

Gestikt met haar machien, maar mag ze even, echter

Of was het allemaal alleen haar schuld misschien?

Behage te beslechten de gevatte rechter.

24. Gevonden meisjeslijkje

Teruggevonden, het zij dank een nummerplaat

Zo’n vier jaar lang heeft niemand deze nagetrokken

Het gaat niet om het vinden van de zondebokken

Want niemand is bij deze heksenjacht gebaat

 

Toch is het vreemd dat in ons land, een vrije staat,

De aarde natrilt van de zware bodemschokken.

De brave burger is zich welhaast doodgeschrokken.

De lijken vallen uit de kast, zij het soms laat.

 

Door intuïtie heeft een onbekende speurder,

Ver weg van hier in het bescheiden Neufchâteau,

Ontmaskerd een moorddadige oudijzer-leurder.

 

Gewoon een nul vervangen door een letter o,

Het maakt de hopeloze zaak des te betreurder,

Want vier jaar lang was het een dubbeldikke zero.

25. Eentalig Frans

Ach, kun je het geloven. T’rug is Georges Marnette!

Hij is nog niet benoemd, maar hij maakt wel een kans,

Representatiefunctie, liaisonordonnans.

’t gebeurde wijl di Rupo even niet oplette.

 

Het wordt  geen mayonaise, maar een vinaigrette.

Hij kent geen Engels, Duits laat staan het Nederlands.

Volstrekt en vervolmaakt perfect eentalig Frans.

Wordt het een opera, Offenbach operette?

 

We zien hem undercover met zijn hartendief,

In slip en badjas in de saunacorridors,

In kleffe omhelzing met zijn straatmadelief.

 

Politiewoordvoerder voortaan is straks de Sjors.

Niet langer meer bevoegd, maar representatief!

Er zit een blanke pit onder de ruwe schors.

26. Wie heeft dit verdiend?

Het Vlaamse Heir staat in het liedje immer pal,

Maar soms marcheert een regiment een beetje schuin,

Zoals het bataljon met kortgeknipte kruin,

Geleid door onfeilbare voorman Paul Marchal.

 

De nieuwe schoolmeester van het Belgisch heelal:

Zoals een tegel in ondergelopen tuin,

De bovenkant is wit, de onderkant is bruin.

Daar zitten pissebedden samen in de val.

 

Het ongedierte mag zijn gram vooralsnog halen.

Aan de gebarsten dijk brengt het geen zoden.

Het overweldigd land zal er niet lang om malen.

 

Een ding dat zeker is: hypnose wordt verboden.

Verdwijningsberichten verspreid  in beide talen.

Meer zegt Pasquino niet uit eerbied voor de doden.

27. O zijt gij niet van zessen klaar?

Niet alle dagen staat de zon op in De Morgen,

Vraag het aan ex-hoofdredacteur Ludwig Verduyn,

Geleid als onverklaarbaar hij is om de  tuin,

Intussen bezig met zijn wonden te verzorgen.

 

Een kwaliteitskrant die de waarheid niet kan borgen,

Het kan niet waar zijn, blijkt nu rot in stam en kruin.

Kan iemand helpen bij het ruimen van het puin?

Nog voor het gloren van de ochtendlijke morgen.

 

Te keer in zijn kolommen gaat Yves De Smet,

Die niet gezegd wil hebben dat er is gelogen,

En vierklauwens verdedigt zijn ochtendgazet.

 

Hoe voel ik mij verloren in groot mededogen.

Bij ‘t doven van mijn allerlaatste sigaret

Die ik gerookt heb met mijn wijd gesloten ogen.

28. Procedurefout

We zitten lang verlegen zonder inspiratie.

Er mag nog veel te doen zijn omtrent Assubel,

Of de obussenzaak, de koppelbazenrel,

En Guy Spitaels die is verwezen naar Cassatie.

 

Wat brengt het op tenzij een hoop frustratie ?

Dat alles met een sisser afloopt weet je wel.

Na een vijfsetter van raadsheren dubbelspel,

Dreigt de verjaring of de koninklijke gratie.

 

Zo put dit land zich uit in vergeefse processen,

Verlamd door de veralgemeende Omertà,

De vis verdronken in veel vijven en veel zessen.

 

Zo stuiptrekt nog wat na ons Belgique à Papa,

En weet de wet de dorst naar recht niet meer te lessen.

Onder haar blinddoek huilt Vrouwe Justitia.

29. Naar de stembus

In plaats van u te goed te doen aan slagroomtaarten,

O kiezer, steek uw kop niet langer in de strop;

En keer het vaderland in ’t uitzichtloze slop.

Zo niet geeft het weldra finaal de pijp aan Maarten.

 

Opdat het schip ter zee vol stuurloze gevaarten,

De speelbal van de grillen van het woeste sop,

Geen schipbreuk lijdt. Geef zondag dus een klop erop.

En deel de nieuwe lakens uit en schud de kaarten.

 

O stemgerechtigde! Aan u is nu de keuze.

Naar huis met de graaizuchtige regentenkliek.

Verandering alom de meest gehoorde leuze.

 

Gedaan met het bedrog en het flou artistique!

Het is weer eens de tijd voor een gezonde geuze,

Na al die jaren hypocriete krieklambiek.

30. Meeldauw en droogrot

Een bitter mens degene die niet kan vergeten,

Die geen remedie vindt voor zijn herinnering.

Terugkerende beelden in de schemering:

Onuitgesproken wrok en nooit vergeven veten.

 

Ritselgefluister en besmuikte hartenkreten:

Ze treden op in avondlijke mijmering,

En om ze niet te horen gaf je een lief ding.

Te wissen zijn ze niet. Je wil er niet van weten.

 

Instortensklaar kasteel. Het rommelt er van binnen.

De rovers van de staatsruif schuiven om de roofpot.

Ik kan er niet zo gauw een grapje bij verzinnen.

 

Verzadigd van de rijke vaderlandse stoofpot.

Wat kan een mens tegen geheugenvloed beginnen?

Wij stoppen de schandalen liever in de doofpot!

Uitsmijter

 

Laatste bede

 

Ik weet niet hoeveel tijd u heeft?

Niet meer dan een paar ogenblikken!

Een paar secondewijzertikken

En ’t is weeral voorbij gestreefd

 

Het leven wordt vooruit geleefd

We zitten ons een bult te klikken

En tegen tijdnood aan te hikken

Maar nu genoeg gepezeweefd.

 

Genoeg gedoold, genoeg gedwaald

Een diepe adem zij gehaald.

Zo worden we steeds verder door gedreven

 

En door ons tijdgebrek bepaald

Per uur geteld en uitbetaald

Ik zei het al, het duurt maar even.

Doorlezen

5. apr, 2016

Oktober 1-15

Naar oktober eerste helft? Klik in de titel.