Dagboek juli

25. jul, 2012

Ik had me voorgenomen niet over partijpolitiek te beginnen in deze pagina’s maar mijn lief dagboek moet het me maar vergeven dat ik voor een keer een uitzondering maak, naar aanleiding van het nieuws dat meer en meer mandatarissen van het Vlaams Belang de oversteek wagen naar de NVA nu de gemeenteraadsverkiezingen van oktober eraan zitten te komen.

Ze nemen daar blijkbaar alles binnen. Ik ben daar niet zo blij mee. Ik behoor tot degenen die vanaf de begindagen van het Vlaams Blok zich vierkant hebben verzet tegen dat ranzige gedachtegoed. Elke vezel in mijn lijf verzet zich tegen het racisme, de xenofobie, de stoere wartaal en de flauwe humor van die mensen.

Bij mijn weten heeft de NVA nooit enig racistisch standpunt beleden, maar kan het toeval zijn dat de toon nu verandert en dat het spraakzame opperhoofd Bart De Wever nu ook de Marokkanen in het vizier neemt, die hij ziet opduiken in allerlei statistieken waar je liever niet in staat.

Nu ja goed, als dat zo is, wat moeten we ermee? Wat voor gevolgtrekking haal je daar uit? Dat ze maar moeten opkrassen? Dat beweerde Filip Dewinter altijd. De afstand is niet ver meer.

Trouwens hoe meet je dat? Hoe kun je iemand naar afkomst indelen in statistieken? Het gebeurt in elk land natuurlijk. Zo zullen het in de Verenigde Staten de zwarten zijn die deze statistieken bevolken en in Rusland zijn het de Kaukasische volkeren in hun bontheid. Vroeger in Brussel waren het de Vlamingen die de kwalijke reputatie hadden, ik spreek nu van honderd jaar geleden of zo, heel lang terug in het verleden.

Waarom is dat veranderd? Omdat Vlamingen zich omhoog hebben gewerkt op de sociale ladder en nu tot de bezittende en behoudende burgerij behoren. Hun plaats onderaan de ladder is ingenomen door de nieuwkomers, en de tweede en derde generatie daarvan.

Het zijn de milieus waar armoede en onwetendheid heerst, uitzichtloosheid en traditionele geloofspraktijken. Wat we daar moeten mee doen is hen niet beheppen met alle zonden van Egypte, maar wel ervoor zorgen dat meer en meer van die jongeren zich een weg omhoog kunnen banen, en dat gaat grotendeels via de school en het werk.

Juist daar hebben we velen van hen in de steek gelaten, die brokken maken op school en geen werk kunnen vinden of houden.

We hebben in Brussel een hele generatie laten verkommeren met alle gevolgen vandien.

24. jul, 2012

Je zal herinnerd worden naar de emotionele voetafdruk die je achterlaat. Daarmee bedoel ik wat je hebt veroorzaakt in het milieu, zij het hier de emotionele en sociale omgeving, naar analogie met de ecologische voetafdruk, die de afgelopen jaar opgeld heeft gemaakt, als maatstaf voor de snelheid waarmee elk van ons de planeet om zeep helpt.

De emotionele voetafdruk staat in verhouding met wat je voor anderen hebt gedaan en betekend. Ik denk dat we in ons leven nog iets meer kunnen doen dan professioneel succes na te jagen en een huis te bouwen. We zijn er ook voor de anderen en dat vormt een deel van de zingeving van het leven, waar zo velen naar op zoek zijn zonder haar te vinden.

Het leven krijgt zijn volle zin op grond van de liefde die je moet weten te geven, maar ook ontvangen. Liefde is altijd een wisselwerking met iemand anders, die je dient te accepteren met zijn of haar eigenaardigheden, beperkingen en tekortkomingen.

Van de weeromstuit moeten we ook onze eigen beperkingen en tekortkomingen onder ogen zien en aanvaarden. Pas dan kun je beginnen hopen dat je die gebreken ook kunt overstijgen.

We moeten durven gaan tot het punt waar een duidelijk ja te voelen is in ons hart, ja aan de liefde, ja aan die ander die we als geheel uniek persoon in ons leven een plaats geven.

De ware liefde is in staat tot een onvoorwaardelijk ja, ook al moet je dan misschien wel nee zeggen tegen een heleboel andere dingen die ook hadden gekund. Het gekke is dat je dat ja aan de ander pas kan waarmaken als je ja hebt gezegd tegen jezelf. Je kunt jezelf pas aan een ander geven nadat je jezelf hebt ontvangen.

Alle gekheid op een stukje, hoe meer je jezelf weggeeft, hoe meer je jezelf terugkrijgt van de anderen, niet van allemaal wellicht, maar toch van enkele. Er kunnen ook teleurstellingen optreden natuurlijk. Niemand zegt dat het pad over rozen gaat.

We moeten desondanks open staan voor de liefdeblijken die we krijgen en nooit de waarde ervan onderschatten of wegwimpelen.

Als het liefde is die zin geeft aan het leven, dan geeft het lijden de diepgang. Hoe meer je in staat bent lijden te delen hoe meer je anderen kunt helpen om zich een eigen weg te banen doorheen de lijdensmomenten.

23. jul, 2012

Winifred Wagner was zelf een Engelse. Ze trouwde met Siegfried Wagner, de enige zoon van Richard Wagner, uit zijn tweede huwelijk met Cosima Wagner geboren Cosima List, de dochter van Franz List. Nogal een pedigree. Na de dood van haar echtgenoot, die veel ouder was dan zij bestuurde Winifred de Bayreuther Festspiele tot het einde van de tweede wereldoorlog.

Door toedoen van haar nazi-sympathieën bleven de Festspiele uit tot 1951. Ze zou er geen rol meer in spelen, maar de fakkel doorgeven aan haar zoons.

Zij was een eng persoonlijk vriendin van Adolf Hitler die zij in 1923 keerde kennen, en die ze in familiale kring ontving. Tijdens zijn gevangenschap wisselde ze brieven met hem uit en stuurde hem pakjes. Ze nam deel aan de Reichsparteitag in Weimar van de nazi-partij NSDAP en ze werd lid in januari 1926 met lidnummer 29.349;

Goebbels schreef over haar in zijn dagboek in 1926: ‘een raswijf (ein rassiges Weib). Zo zouden ze allemaal moeten zijn. En fanatiek aan onze kant.’

Het boek ‘Hitlers Religie’ van Michael Hesemann, dat ik in het dagboek al besprak op 8 juli, en waarin ik nog steeds bezig ben, aangezien er weinig tijd overblijft om te lezen, biedt ondanks de uiterst slechte vertaling boeiende lectuur. Ik zit nu ergens in de jaren twintig, en wat vooraf ging aan de machtsgreep van de nazi’s in Duitsland. Ik steek er heel wat van op.

Het blijkt dat in die jaren de basis is gelegd voor de ideologie, en feitelijk dus ook de religie, die Adolf Hitler de wereld zou presenteren van opgang tot ondergang in de jaren dertig en de eerste helf van de jaren veertig.

Hitler was als adolescent al gefascineerd door de muziek van Wagner. Voor zijn part was het de enige eredienst die Duitsland nodig had. Lohengrin, Tannhaüser en Parsifal gaven voedsel aan zijn idee dat het land zat te wachten op een Messias en dat hijzelf dat wel eens kon zijn.

Het hele nazi-debacle is niet te begrijpen zonder deze periode, en op zich is deze periode zelf niet zo gemakkelijk te doorgronden. Ik val echt van de ene verbazing in de andere. De rol van occulte genootschappen bijvoorbeeld zoals het Thule-genootschap. De rol van rijke vrouwen zoals Winifred Wagner en Helene Bechstein, erfgename van een piano-imperium, die hem een  rode Mercedes bezorgde, waarmee hij in München opvallend rondreed. De mislukte putsch in de bierkelder, het proces dat eigenlijk een farce was, en de gevangenschap gedurende dewelke hij Mein Kampf dicteerde aan Rudolf Hess.

We zien in de jaren twintig ook Goebbels, Himmler en Rosenberg al verschijnen in de omgeving van Hitler. Hoogst interessante periode en aanbevelingswaardige lectuur.  Maar de vertaalster dient een pak voor de broek te krijgen.

Afbeelding: Hitler met Helene Bechstein

22. jul, 2012

Twee broers van bij ons hebben twee homo's (geen relatie met elkaar) in elkaar geslagen met vuistslagen, biljartkeus en stoelen. Een slachtoffer is door het oog van de naald gekropen, de andere heeft na een dag of wat het ziekenhuis kunnen verlaten met verzorging. Het is gebeurd in Aalst niet ver van het station. Gisteren, of intussen eergisteren.

De twee broers van bij ons heten blijkbaar Dimitri en Kevin volgens De Standaard. De familienaam heeft hier geen belang. Het is in ieder geval geen Mustafa en een Abdeslam.  Het is iets wat niet past in onze gewoonte die er een is van steeds maar te kankeren op de homofobie in de Islam.

We moeten eerlijk toegeven dat de homofobie overal zit, ook bij ons, in autochtone Vlaamse families, mogen we veronderstellen aan de hand van de voornamen, want wie noemt zijn zonen nu Dimitri en Kevin? Ik zie hier zo Aalst voor mij, waar ik zes jaar sleet op het jezuïetencollege. Het Aalst van Louis Paul Boon en Priester Daens. Het Aalst ook van de doffe sociale ellende. Een woekernest van minder bedeelden en de haard de helaasheid der dingen, een opgemerkte roman en film.

We mogen even stoppen met foei te zeggen tegen de moslims, als stamvaste Vlamingen tot een dergelijke daad van zinloos geweld in staat zijn tegen mensen die niets te verwijten valt, behalve blijkbaar hun geaardheid.  Die haat en die uitzinnige vernietigingsdrang maken ons even stil. Ik moet er even van slikken.

Wat is daar misgelopen met de opvoeding van die jonge mensen die tot zo iets in staat zijn, of is er een kwaad in ieder van ons dat elk ogenblik de kop kan opsteken? We hebben ons de afgelopen jaren gewenteld in gunstige opiniepeilingen omtrent de aanvaarding van de holebi gemeenschap in Vlaanderen. Dat ging steeds beter en er valt niet op af te dingen. Iedereen die er bewust mee bezig is, heeft zijn best gedaan.

En toch is daar nog steeds een stuk van de bevolking die met gevoelens van afkeer en schrik reageert op homoseksuele geaardheid. Ons onderwijs heeft daar niets kunnen aan doen.

21. jul, 2012

Om nog eens terug te komen op het watervalsysteem in het Vlaamse onderwijs, waar we het gisteren over hadden, waarbij leerlingen in grote aantallen te hoog inzetten, en door het systeem worden teruggezet naar een lager niveau,soms in verschillende trappen.

Drie vierden van ons onderwijs is in confessionele handen en die instellingen hebben een onmiskenbare autonomie. Daar is een elitaire groep van scholen in te vinden, die zich richt op een bepaalde elite in het land.

Dat soort school staat voor dat deel van de burgerij die meent zich op het gebied van opvoeding het beste te mogen permitteren. Het beste is later hogere studies tot een goed einde brengen. Ouders met ambitie voor hun kroost, en die het zich kunnen permitteren, want er blijven nog altijd financiële drempels, zullen dan liefst kiezen voor scholen die resultaten voorleggen, in termen van aantal latere universitair afgestudeerden.

Dat lukt alleen maar door uitstoot van de minder begaafden, niet doordat het onderwijs in die instellingen beter is. Wat wordt uitgestoten gaat zich altijd ergens concentreren.

Het huidige stelsel is het gevolg van een lange geschiedenis met twee keer een schoolstrijd die het maatschappelijk leven verlamde. Er is behalve zorg niet zo gauw een sector aan te wijzen dan het onderwijs waar de burger zich zo affectief voor interesseert.

Iedereen wil goede scholen, maar niet iedereen wil die voor iedereen. Of toch een verschil tussen de hoger aangeslagen en de verguisde scholen.

Als ik terugdenk aan hoe het bij ons ging, in het gezin waar ik uit voortkom, weliswaar vijftig jaar geleden, dan leed het geen twijfel dat alleen de beste scholen in aanmerking kwamen, en dat was in het oordeel van mijn moeder ofwel in Aalst ofwel in Brussel. Zij was onwrikbaar in haar streven naar klassenverschil in positieve zin, om zich zoveel mogelijk te onderscheiden van het ‘gemeen volk.’ Haar zoon diende arts te worden. Niet dat ze dat met zoveel andere woorden zei, maar ze had zoveel in te brengen tegen alle andere keuzes die gemaakt hadden kunnen worden.

Ik kan er dus goed inkomen dat er ook vandaag heel veel moeders zijn die het beste voor hebben met hun kind, met name op het gebied van onderwijs.

Nu is er niets mis met elite, als die tenminste gevormd wordt naar verhouding van inspanning en verdienste, en niet naar verhouding van afkomst en rijkdom. Daar wringt vaak het schoentje, dat we er als samenleving er niet in slagen onze kinderen dezelfde kansen te bieden in hun ontwikkeling, en dat de elite voornamelijk zichzelf voorziet, in plaats van het algemeen belang te dienen.