21. jul, 2012

Waterval

Om nog eens terug te komen op het watervalsysteem in het Vlaamse onderwijs, waar we het gisteren over hadden, waarbij leerlingen in grote aantallen te hoog inzetten, en door het systeem worden teruggezet naar een lager niveau,soms in verschillende trappen.

Drie vierden van ons onderwijs is in confessionele handen en die instellingen hebben een onmiskenbare autonomie. Daar is een elitaire groep van scholen in te vinden, die zich richt op een bepaalde elite in het land.

Dat soort school staat voor dat deel van de burgerij die meent zich op het gebied van opvoeding het beste te mogen permitteren. Het beste is later hogere studies tot een goed einde brengen. Ouders met ambitie voor hun kroost, en die het zich kunnen permitteren, want er blijven nog altijd financiële drempels, zullen dan liefst kiezen voor scholen die resultaten voorleggen, in termen van aantal latere universitair afgestudeerden.

Dat lukt alleen maar door uitstoot van de minder begaafden, niet doordat het onderwijs in die instellingen beter is. Wat wordt uitgestoten gaat zich altijd ergens concentreren.

Het huidige stelsel is het gevolg van een lange geschiedenis met twee keer een schoolstrijd die het maatschappelijk leven verlamde. Er is behalve zorg niet zo gauw een sector aan te wijzen dan het onderwijs waar de burger zich zo affectief voor interesseert.

Iedereen wil goede scholen, maar niet iedereen wil die voor iedereen. Of toch een verschil tussen de hoger aangeslagen en de verguisde scholen.

Als ik terugdenk aan hoe het bij ons ging, in het gezin waar ik uit voortkom, weliswaar vijftig jaar geleden, dan leed het geen twijfel dat alleen de beste scholen in aanmerking kwamen, en dat was in het oordeel van mijn moeder ofwel in Aalst ofwel in Brussel. Zij was onwrikbaar in haar streven naar klassenverschil in positieve zin, om zich zoveel mogelijk te onderscheiden van het ‘gemeen volk.’ Haar zoon diende arts te worden. Niet dat ze dat met zoveel andere woorden zei, maar ze had zoveel in te brengen tegen alle andere keuzes die gemaakt hadden kunnen worden.

Ik kan er dus goed inkomen dat er ook vandaag heel veel moeders zijn die het beste voor hebben met hun kind, met name op het gebied van onderwijs.

Nu is er niets mis met elite, als die tenminste gevormd wordt naar verhouding van inspanning en verdienste, en niet naar verhouding van afkomst en rijkdom. Daar wringt vaak het schoentje, dat we er als samenleving er niet in slagen onze kinderen dezelfde kansen te bieden in hun ontwikkeling, en dat de elite voornamelijk zichzelf voorziet, in plaats van het algemeen belang te dienen.