Dagboek maart 2015

26. mrt, 2015

Het moderne denken

Na 1755 wordt het wereld, en dus ook het godsbeeld anders.

“De grote aardbeving van Lissabon leidt ertoe dat onder meer Rousseau en Voltaire zich de vraag stellen bij wie finaal de oorsprong en de schuld voor het kwaad ligt. Heeft de mens nog wel een alibi? Als God geen schuld treft, is de mens dan van nature schuldig te verklaren? Kant probeert het aan hem voorafgaande denken te synthetiseren door de grootsheid van de menselijke eindige vrijheid te eren, maar het mysterie van het kwaad daarbinnen in zijn recht te laten.” Hij verwerpt elke historische verklaring van het kwaad en neemt ook niet aan dat het een fatum is, een noodlot zeg maar, dat door een bovennatuurlijke instantie over de mensheid afgeroepen is.

Susan Neiman

Wel dient de mens niet alleen de morele verantwoordelijkheid voor zijn persoonlijke keuzes op te nemen, maar ook de geschiedenis van de soort te verantwoorden. Donald Loose verwijst hier naar de belangrijke bijdrage van Susan Neiman (1955,) die in haar boek Evil in Modern Thought de loopbaan van het kwaad sinds de achttiende eeuw in kaart brengt.

Het kwaad is bedreigend voor het menselijk bewustzijn want het slaat onze hoop aan diggelen dat onze wereld zin heeft. Voor de ontwakende media na 1755 was de aardbeving een manifest kwaad.

Wij in de eenentwintigste eeuw zien het kwaad als een uiting van de ingeboren menselijke wreedheid, waarvan Auschwitz de uiterste vorm benadert. Susan Neiman onderzoekt hoe het Westerse denken over het kwaad is geëvolueerd, van de inquisitie naar het hedendaagse terrorisme. Wie zijn wij geworden sinds de Eeuw van de Verlichting, tot op heden?

Vraagtekens

Of je het nu met een theologische bril of alleen maar in seculiere termen bekijkt, het bestaan van het kwaad stelt de begrijpelijkheid van de wereld in vraag, waarvan immers blijkt dat hij niet goed in elkaar zit, als onschuldigen lijden en sterven. Of je nu in God gelooft, of in de vooruitgang van de menselijke soort, het geeft een knauw te beseffen, dat het kwaad onoverwinnelijk is, want dat het steeds in een andere vorm terugkomt, wat alles samen de cataloog van het kwaad vormt.

We kunnen daar allerlei vormen van onderscheid in aanbrengen. Dat is wat de wijsbegeerte in hoge mate bezig houdt sinds filosofie een apart vak is geworden. Traditionele filosofen van Leibniz tot Hegel hielden toch nog een pleidooi voor de Schepper, hoewel die ons met een wereld vol kwaad heeft opgezadeld. Pope, Voltaire, en Markies de Sade stellen elk op hun eigen manier de goedertierenheid, de almacht en het belang van God onder verdenking. Het Godbeeld brokkelt meer en meer af, tot in de negentiende eeuw Nietzsche kan uitroepen dat God dood is. Vermoord door de menselijke soort.

25. mrt, 2015

Halllucinerend

Vandaag een aflevering met alleen maar citaten.

Voor de gisteren geciteerde Rein Ferwerda is filosoferen over de wereld en onszelf een aangenaam tijdverdrijf dat tot inzicht leidt. “Plotinus zegt dat zijn mystieke eenwording met het Ene hem deed beseffen dat alles met alles verbonden is. Van dat inzicht werd hij een vriendelijker mens. Als iemand hem dat na kan zeggen na het lezen van de Enneaden, zou dat een fraai resultaat zijn.”

Huub

We maken ons graag de woorden eigen van Huub Mous, eerder deze maand geciteerd, die in het volgende fragment Augustinus achterna gaat, wanneer hij schrijft: “Mijn boek zou daar een eigentijdse vertaling van worden, geen letterlijke omzetting van de oorspronkelijke tekst, maar een nieuwe belijdenis, een nieuwe catechismus ook, een tekst die ik op de huid van de tijd zou schrijven, hallucinerend in het hier en nu. Al schrijvend zag ik mijn hele leven voorbijtrekken met alle betekenislagen die daarin verborgen lagen. Ik zat in de machinekamer van mijn eigen verbeelding en liet gebeuren wat gebeuren moest. Het absolute had bezit genomen van mijn geest en maakte aan elke twijfel een einde. Eindelijk was ik bevrijd.”

Richard

Volgens Richard L. Rubenstein staan termen zoals ‚grond‘ en ‚bron‘ in contrast met de termen die doorgaans gebruikt worden voor de transcendente bijbelse God van de gewijde geschiedenis, “die gekend is als opperste koning, een vader, een schepper, een rechter, een maker. Wanneer hij de wereld schept doet hij dat op een mannelijke manier, en produceert hij iets buiten zichzelf. In essentie blijft hij buiten de schepping, en hij velt een oordeel over het resultaat van de creatieve processen die hij in gang heeft gezet.”

“Gezien als grond en bron echter schept God zoals een moeder doet, in en door haar eigen substantie. Als grond van het bestaan neemt God deel aan al de vreugden en smarten van het drama van de schepping, dat terzelfdertijd de diepste uitdrukking is van het goddelijke leven. God onveranderlijke unitaire leven weerspiegelt een immer beweeglijk, dynamisch en complex universum. Samen vormen ze een enkele unitaire werkelijkheid.”

 

Donald

Het Godsbeeld van Augustinus is in de zeventiende eeuw aan het wankelen gegaan. Nu citeren we weer Donald Loose. “De religiekritiek van Pierre Bayle op dit oorsprongsverhaal heeft aanleiding gegeven tot een bepaalde vorm van secularisatie van de westerse samenleving.  Spinoza en Leibniz wegen de menselijke vrijheid versus die van God af. Hoort de schepper niet zelf in de beklaagdenbank als Hij een dergelijke ramp voor de mensheid toeliet?” Morgen verder.

 

 

Afbeelding: Louis Ferdinand Elle, portret van Pierre Bayle.

 

24. mrt, 2015

Orakeltaal

Wie een vrije wil heeft, is verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn keuzen.

Plotinus’ denken heeft grote invloed gehad op latere filosofen. Hij kreeg erkenning van zowel christelijke als niet-christelijke wijsgeren. “Kerkvader Augustinus was zelfs zó enthousiast dat hij uitriep dat je maar een paar woorden in Plotinus’ ’Enneaden’ hoefde te veranderen om hem geheel als christen te kunnen beschouwen.”

Aan het woord is Rein Ferwerda, die de Enneaden vertaalde en in 2006 een verbeterde vertaling aanbood. Een Christen was Plotinus niet, maar wel een antieke filosoof, wellicht de laatste grote naam in het rijtje na Plato. “Zoals elke grote filosoof zocht hij een antwoord op de vraag waar het kwaad vandaan komt. De kerngedachte van zijn filosofie is dat alle kennis en alles wat bestaat voortkomt uit ’het Goede’, en in wezen dus goed ís.”

Kwaad

Maar er gebeuren ook slechte dingen. Die zijn volgens Plotinus nooit slecht. “Ze zijn minder goed, omdat ze verder van het Goede afstaan. Zo geredeneerd zorgt een tsunami voor een aanpassing, die op termijn gunstig zal zijn. Ja, er gaan eerst mensenlevens en goederen verloren, maar dat is een voorbijgaand verschijnsel. Volgens Plotinus is dat dienstig aan de instandhouding van het geheel.”

Dat neemt niet weg dat we soms moeten optreden tegen het kwade: “Een moordenaar is zo ver van het Goede verwijderd dat hij hardhandig gestraft moet worden.” Mensen beschikken volgens Plotinus namelijk over een vrije wil en als die níet uitvoert wat het inzicht in het Goede hem vertelt, is hij daarvoor volledig verantwoordelijk. Als we ons lichaam verwaarlozen en doktersadvies niet opvolgen dan zijn wij volgens Plotinus zelf de oorzaak van de ellende die dat geeft. En wie ondanks alles toch ernstig ziek wordt en overlijdt, moet dat aanvaarden in het besef dat we sterfelijk zijn.

Vereniging

Plotinus zegt dat we ons dan mogen troosten met de gedachte dat we ons na de dood weer verenigen met het Goede. Ook bij leven kunnen we trachten dichterbij te komen, met name in de henosis. Augustinus gaat daar op verder, en spreekt ook vandaag nog tot ons, zoals hier bij monde van de reeds geciteerde Friese blogger Huub Mous: “Tekenen was zién geworden en de taal werd een orakel. Ik schreef niet, ik werd geschreven. Ik schreef tot God, maar God schreef ook in mij.”

Om te eindigen met een begin: ‘Groot zijt Gij Heer en ten zeerste lovenswaardig! Groot is uw macht en uw wijsheid heeft geen getal!’ Dat zijn de woorden, waarmee Augustinus begon aan zijn Belijdenissen.

 

 

Bron: http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1527047/2006/08/13/Mystieke-een-wording-die-alles-met-alles-verbindt.dhtml

 

23. mrt, 2015

De vrije geest

De geest kan zich aan de materie ontworstelen.

Volgens Plotinus is de geoefende geest in verregaande mate in staat, zich te aan de stoffelijkheid ontworstelen, en los te komen van de lichamelijkheid waar de menselijke geest hoe dan ook aan gebonden is. Het geluk hangt niet af van uiterlijke omstandigheden, zoals rijkdom in positieve zin, of  ziekte in negatieve zin.

De menselijke geest kan zich daar los van maken, door een proces van onthechting van de buitenwereld, en kan in het extreme geval van de henosis ook het bewustzijn achter zich laten, in een voorbijgaande vereniging met het Ene.

Geluk

Zelfs tijdens een foltering, beweert Plotinus, zou de waarlijk gelukkige mens inzien dat het alleen zijn lichaam is dat wordt gemarteld, en niet hijzelf.  Het geluk is te vinden door deze wereld op weg naar de gindse te ontvluchten, en door elk onderscheid los te laten, om zich in het Ene te verliezen, in een aan God gelijk worden, voor zover dat menselijk mogelijk is. Augustinus heeft zich hierop gebaseerd, maar verving het Ene door de Heilige Drievuldigheid.

Daardoor geeft Augustinus een invulling aan het Godsprincipe, die Plotinus waarschijnlijk zou afgewezen hebben, aangezien hij geen beschrijving van het Ene toeliet.

Ook gedachten kunnen niet aan het 'Ene' worden toegeschreven, omdat denken een onderscheid impliceert tussen de denker en datgene waarover deze denkt. Je kunt niet denken zonder verschillen aan te brengen, en je zit al met een dualiteit van voor je begint. Zelfs een zelf-reflecterende intelligentie moet wel dualiteit bevatten.

Eenvoud

Plotinus meent dat het 'Ene' niet over waarnemingsvermogen, zelfbewustzijn of enig handelingsvermogen beschikt. Hoogstens kun je er van zeggen dat het een 'dynamis' is, een energie zeg maar, zonder welke niets kan bestaan.

De ziel is te vergelijken met een spiegel die het licht opvangt en weerkaatst, zonder dat de bron van het licht daardoor vermindert. Het 'Ene' is de bron van de wereld - maar niet via enige handeling van al of niet gewilde schepping, omdat een handeling niet kan worden toegeschreven aan wat in zich volmaakt is. Het "minder volmaakte" moet noodzakelijkerwijs uit het volmaakte voortkomen . Dat is een Platonische gedachte die Plotinus dierbaar is. Uiteindelijk stroomt al het bestaande dus uit het 'Ene' voort, in opeenvolgende fasen van meer naar mindere perfectie. Deze fasen zijn niet in de tijd gescheiden, maar doen zich voor als continue processen.

 

 

Afbeelding: zonsverduistering.

 

22. mrt, 2015

Zielsverlichting

In de extase treedt de geest buiten zichzelf.

In tegenstelling tot Augustinus heeft Plotinus het nooit over zichzelf. Hij schrijft puur voor de ideeën en streeft naar een wijsbegeerte die ontdaan is van allerlei kluisters en vooroordelen. Zijn eigen persoonlijkheid cijfert hij weg. Het is dankzij Porphyrius, zijn leerling  en bewonderaar, die ook zijn literaire nalatenschap vormgaf, onder de vorm van de Enneaden, dat we weten dat Plotinus meerdere malen een mystieke extase deelachtig is geworden: de henosis.

Dat pas bij zijn concept van het bereiken van een extatische vereniging met het Ene. Omtrent de ‘henologie’ ziet Plotinus als hoogste stadium van de nadering tot God de tabula rasa. Het uitgewiste bord, om het even te vertalen. In deze blanco toestand kan het individu een gevoel van versmelting met de Bron gewaarworden. Voorbij de taal en de zintuiglijke gewaarwordingen, en los van de stoffelijke wereld.

Vervoering

De extatische ervaring rukt het individu los uit het raamwerk van het menszijn, en biedt een kans je even tegen de grens van het Goddelijke aan te schurken. De menselijke kennis lost op, vervluchtigt en vervliegt in deze uiterste omstandigheden. De kern van het Goddelijke is in al zijn onbeschrijfelijkheid één en onverdeeld. God is een dynamis, geheel en al stilstand in beweging, onaangetast door enige stoffelijkheid.

Alleen al de naam uitspreken, of er een woord op proberen te plakken zorgt vanzelf al voor een onderscheid. We kunnen de taal niet gebruiken zonder onderscheid te maken en daarom zullen we er nooit in slagen het Ene in woorden te vatten.

Vereniging

De vereniging met het Ene is niet puur theorie of woordenspel, maar iets wat ons ook op aarde tijdens ons leven deelachtig kan worden. De mens is in staat deze extase in dit leven te bereiken.

Porphyrius vertelt dat Plotinus zelf een dergelijke vereniging vier of vijf keer heeft meegemaakt. De henosis is een ervaring die te vergelijken valt met andere voorbeelden van mystieke verlichting, zielsbevrijding of Godsvereniging, die je in elke cultuur wel terug kunt vinden, en die een onderdeel zijn van het rijke zielenleven van onze menselijke soort.

Iemand die zoiets mee heeft gemaakt, heeft weinig aandacht voor dagelijkse beslommeringen. Het geluk hangt niet van uiterlijkheden maar van de mate waarin de innerlijke verdieping plaats heeft gevonden. Het menselijk geluk komt voort uit de inwendige harmonie die zich afstelt op de band met het Ene. Geluk bestaat erin zich met het beste in het universum te vereenzelvigen.

 

 

Afbeelding: Guido Reni, Maria Magdalena in extase aan de voet van het kruis.