Dagboek oktober 2012

22. okt, 2012

Als ik in gesprek ga met mensen uit mijn eigen streek, zeg maar het Pajottenland, het westen van Vlaams-Brabant en alles wat rond Aalst ligt erbij, dan krijg ik het steeds weer helemaal over me uitgestort. Het hele historische en emotionele verhaal, ons Vlaams Verdriet als het ware. Het is een diep volksgevoel en het is nu nog verder uitgediept door de recente verkiezingsuitslagen van een bepaalde nationalistische partij, die dat gevoel nog verder heeft uitgediept en daar electoraal garen bij spint.

Het verhaal begint met de vaststelling dat het Vlaamse Volk door een rij van bezettende machten in de loop van de geschiedenis eeuwenlang van zijn vrijheid en welstand beroofd is, en dat deze toestand van onderdrukking nu wordt verdergezet door de fransdolle Belgische staat.

De Vlaming is lang genoeg vernederd en gekleineerd, in deze visie die ooit de mijne was, en het wordt tijd dat we met zijn allen een vuist maken en op tafel slaan. Indien er zoveel dingen fout lopen in dit land dan komt dat omdat de Vlaamse bevolking niet over haar eigen lot kan beschikken, en op een groot aantal gebieden geen eigen beleid kan voeren, aangezien het opgelegde Belgische beleid elk initiatief in de goede richting fnuikt.

Het vreemde is dat ik er wel goed in kan komen, maar ik kom er vervolgens niet meer uit. Ik heb deze versie van de geschiedenis ook mee in gelepeld gekregen. Ik versta dat verongelijkte gevoel dus heel goed, meer zelfs, ik deel dat gevoel zelf ook. Alleen, ik verbind dat nogal met het voorbije België van Koning Boudewijn.

Zelf ben ik echter doorgeëvolueerd naar een andere visie, mede als Nederlands sprekende Brusselaar, wat toch nog iets anders is dan Vlaming in Vlaanderen. Daar zit een groot verschil op. Waardoor ik de reflex krijg om te gaan roepen: “Doe niet zo eng. Moeten we het land gaan splitsen? Kan het echt niet anders? Net nu het leuk gaat worden!

Komt dat zien: binnenkort het België van Koning Flip. Dat wil niemand toch missen?

Ik zweer het je. België wordt steeds leuker, met Brussel erin en Vlaanderen eromheen.

Het doet me denken aan een oude karikatuur van Kamagurka in Humo, van een slordig gezin, met als onderschrift (het is ook zonder de tekening een goede vondst) Ik ben van jou, jij bent van mij en we zijn allemaal van koning Boudewijn.

Het is weer iets om later op terug te komen.

Beste groeten

21. okt, 2012

Vanavond ‘Shortbus’ gezien, een Amerikaanse film uit 2006. Hij werd vertoond op het Filmfestival van Cannes. Het gaat de hele tijd over relaties en seksualiteit, en er komen een een aantal expliciete seksscènes in voor.

Dat kruidt het geheel, zonder dat het gaat storen, omdat het past in het verhaal, dat gaandeweg veel meer diepgang haalt dan je zou denken bij het begin.

De naam ‘Shortbus’ verwijst naar een parenclub zoals dat heet in het wikipedia artikel hieromtrent. Er wordt inderdaad uitgebreid gepaard. De naam is gekozen omdat het initiatief bedoeld is voor bezoekers die zich niet kunnen vinden in de zogenaamde Big Red Bus of Sexuality.

Sofia, een seksuologe, heeft zelf nog nooit een orgasme gehad. Ze raakt bevriend met een homokoppel dat bij haar in behandeling is. Ook zij hebben problemen in bed en in hun relatie. Ze vragen haar mee naar de club Shortbus waar we samen met haar een aantal personages ontdekken die allemaal op hun manier zoekende zijn.

Het is een eigenzinnig en krachtig brouwsel van emotie en esthetiek. Het gaat over kwetsbare mensen en het is allemaal zo New York. Onze vriend Luc in New York had kunnen meespelen maar hij stapte niet in omdat hij zijn lul niet aan de wereld wilde vertonen.

We hebben in het verleden op deze blog al aandacht gehad voor de Radical Faeries, een holebi en transgender beweging die af en toe van zich laat horen.

Justin Bond, een Amerikaanse acteur en singer-songwriter gaat niet onopgemerkt voorbij in de film en het vermelden waard is nog dat de actrice Sook-Yin Lee, die de orgasme-onkundige seksuologe vertolkt,  vanwege haar rol bijna ontslagen werd bij het Canadese CBC radiostation waar ze werkte.

 

20. okt, 2012

Met die Bart De Wever, ons politiek fenomeen hier in Vlaanderen, kan de pret nooit op blijkbaar.  Er was al de tamelijk hilarische anekdote over een soundbite die via sociale media heel Vlaanderen rondging.  We horen de NVA-voorzitter brullen: “zet die ploat af.” Dit kreeg veel aandacht in de VRT en wellicht ook de andere media. Maar goed, het publiek smult er blijkbaar van, op grond van een opmerkelijk youtubeverkeer.

Gisteren was er weer een ander non-event dat de tongen los deed komen. Het betref Vincent Kompany, de aanvoerder van de nationale voetbalploeg van België, de Rode Duivels. In de euforie van de overwinning van de rode duivels tegen Schotland tweette Vincent: “België is van iedereen maar vanavond vooral van ons.”

Dit was bedoeld als ironisch commentaar op een publieke uitlating van Bart De Wever tijdens de verkiezingsavond; “Antwerpen is van iedereen maar vanavond vooral van ons.”

Het werd in het nachtnieuws om het uur herhaald, met de geruststellende mededeling dat Bart De Wever dit luchtig opnam en sport en politiek gescheiden wilde laten.

Het wordt allemaal lang en breed uitgemeten. Ik sta perplex en het is maar goed dat ik neerzit.

Het tart echt elke verbeelding hoe die man golf na golf in een zetel naar de volgende verkiezingsoverwinning wordt gedragen, door voor- en tegenstanders tegelijk.

Het is niet dat hier een schijn wordt opgehouden. Ik neem echt wel aan dat het hier een uitzonderlijk politiek fenomeen betreft, die niet louter op basis van zijn innemende persoonlijkheid en zijn verschijning, maar vooral ook door zijn ideeën de massa’s weet aan te spreken.

Het is alleen maar te verklaren door aan te nemen dat de toekomstige burgemeester van Antwerpen een diepe emotionele reflex bij de Vlaamse bevolking weet te beroeren.

19. okt, 2012

Dank aan Myriam Gommers voor de afbeeldingen die ze stuurde van de bundel 'Gedichten 'van Jacques Perk. We zien hier de eerste druk.

De bundel ' Gedichten ' van Jacques Perk, zo laat Myriam nog weten, verscheen dit jaar 130 jaar geleden, namelijk in december  1882  en werd bezorgd door Willem Kloos en Carel Vosmaer.

Zijn volledige naam was Jacques Fabrice Herman Perk (Dordrecht, 10 juni 1859 - Amsterdam, 1 november 1881)

Jacques Perk schreef 7 gedichten over de grotten van Han en Rochefort. Ze zijn gebundeld in ' Eene Helle en Hemelvaart ', gepubliceerd in De Nederlandsche Spectator van 3 september 1881.

De Grotstroom is een van deze zeven gedichten.

Tot zover Myriam Gommers, waarvoor nogmaals dank.

Bijzonder leuk dat hier een Belgische episode aan het licht komt in het leven van een veel te vroeg gestorven Nederlandse dichter. De taal had toen nog iets weelderigs wat ze nadien is kwijtgeraakt in de twintigste eeuw.

De taal van vandaag is veelal een verhakkelde, versplinterde en verengelste troep en de poëzie kreeg een rauw karakter. Ik weet ook wel dat de poëtische taal van toen nu wellicht plechtstatig en doorwrocht klinkt en dat de vorm van het sonnet een keurslijf oplegt etc.

Belet niet dat ik dat prachtig vindt wat die man daar schrijft over die reus die daar ergens in de diepte van de aarde rochelt en blaast. Dat spreekt tot de kinderlijke verbeelding van iedereen en het ademt een adellijke vorm van poëzie uit die nu niet meer bestaat.

 

 

18. okt, 2012

 

In de blog vandaag plaatsen we een gedicht van Jacques Perk dat me bijzonder aanspreekt. Het is ons aangereikt door Myriam Gommers Simonis, tevens oprichtend voorzitter van Myriade, onze dichtersclub.

 

Het gedicht van Jacques Perk wordt vooraf gegaan door een Latijns motto: “Res alta terra et caligine mersae.

Het betekent vrij vertaald: “Een oord in diepe aarde en nevel gedompeld.”

Letterlijk betekent het: ‘‘De wereld die is verzonken in de diepe aarde en de nevel’ (Aen. VI, 267), een omschrijving van de onderwereld. Perk heeft de accusativus-vorm res mersas die bij Vergilius staat, in de nominativus omgezet. Bron: René Veenman: “Meer dan sfeer: Jacques Perks verwijzingen naar klassieke poëzie in Eene helle- en hemelvaart”

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 120. Uitgeverij Verloren, Hilversum 2004

 

Ik vind dat een geweldig sonnet van een geweldige dichter waarover Myriam ons al zoveel moois hebt bezorgd.

Ik ben als kind in de grotten van Han geweest. Dat was indrukwekkend.

Ik vind die kleurige foto zo mooi, de 3693 van de foto’s die je ons stuurde.

Ik vind dat die foto wonderwel past bij de flonkerende van Perk.

Het gedicht is bijzonder helder, en geeft goed dat wenen van de ingewanden van de aarde weer, en het stollingsproces dat aanleiding geeft tot de vorming van stalagmieten en stalactieten.

 

Als mijn herinnering goed is dan groeit een stalagmiet van beneden opwaarts, terwijl een stalactiet nederdaalt van het plafond van de grot. En ja het klopt volgens Wikipedia. Ik kan dat zo goed onthouden omdat de gids ooit uitlegde in het Frans dat een stalagmiet “monte” en een stalactiet “tombe.” Als kind vond ik dit een uitermate nuttige geheugensteun die ik voor altijd wilde onthouden, en inderdaad.

Ik denk dat ik er twee keer ben geweest, een keer als zevenjarige met de familie en een keer later, einde lagere school met de klas op schoolreis.

 

Het gebied heeft altijd een bijzondere aantrekkkingskracht op Nederlanders uitgeoefend, maar toen Jacques Perk leefde (zeer kort: Dordrecht, 10 juni 1859 - Amsterdam, 1
november 1881) was dat toch niet zo gewoon dat jonge Nederlanders in de gelegenheid verkeerden met de Belgische Ardennen kennis te maken.

 

U kunt de biografie van de jong gestorven dichter nalezen in de wikipedia. Een kort leven vol onvervuld verlangen en vergeefse verliefdheid ten opzichte van onbereikbare vrouwen.