Dagboek november 2014

26. nov, 2014

Voorbij verleden

Zelf zit Michel de Certeau zich af tegen deze onaantastbare positie van de geschiedschrijver.

De klassieke geschiedschrijving berust op een machts- en kennisverhouding tussen twee plaatsen die totaal tegengesteld zijn: aan de ene kant het, wetenschappelijk, professioneel, sociaal ‘nu’ van het onderzoekswerk, en aan de andere kant, verschoven in de tijd, de systemen of gebeurtenissen in het verleden, waarvan de materiële neerslag de analyse mogelijk maakt.

De geschiedschrijving is geen begrafenis, maar een poging om te praten met de overledenen. Net zoals de analysant in de psychoanalyse in het persoonlijke vlak op zoek gaat naar herinneringen uit het verleden die iets zeggen over het heden, zal de geschiedschrijver in het sociale vlak bepaalde gebeurtenissen, evoluties en feiten tegen elkaar afwegen, en dit vergt dat ze tegelijkertijd vergeten en onthouden worden.

Lieu

Geschiedschrijven veronderstelt het scheppen van een plaats, het verleden, die kan bestudeerd worden vanaf een andere, veilige plaats, het heden.

Je kunt het proces echter niet bestuderen, zonder er op in te grijpen, noch zonder een deel ervan te worden. Geschiedschrijven is niet alleen geschiedenis schrijven, maar veeleer geschiedenis maken. Het geschiedkundig vertoog berust op een radicale grond van Westerse moderniteit, dat twee fundamentele elementen van moderniteit verenigt: het schrijven en werken, of het schrift en de verwerking.

De geschiedschrijving is een vorm van droomarbeid, Traumarbeid zou Freud zeggen maar dan op een breder, sociaal vlak, een verwerking die zin sticht in de chaotische massa informatie die voorhanden is, door er bepaalde procedures op toe te passen, zodat het resultaat tot een zinvol product kan worden omgezet.

Weglaten

Het werk dat aldus verricht wordt, in die scheiding tussen toen en nu, is een kwestie van willen. Uit het verleden, waarvan het zich onderscheidt, blijft een keuze van teksten die ‘begrepen’ kunnen worden, terwijl andere teksten het niet halen, omdat ze beter vergeten kunnen blijven, teneinde een begrijpelijk beeld te kunnen schetsen.

Ook in het weglaten tonen we onze keuze, die berust op onze wil, maar we zijn ons daar niet altijd zo maar bewust van, en de lezer is niet bewust van wat de geschiedkundige weggelaten heeft.

25. nov, 2014

Van toen en nu

De overdracht van de psychoanalyse naar de geschiedschrijving is niet zo verrassend.

Freud merkte reeds op dat een van de belangrijkste aspecten van het unheimliche berust op een problematische verhouding met het verleden. In Histoire et psychanalyse entre science et fiction (Geschiedenis en psychoanalyse tussen wetenschap en fictie) beschrijft Michel meer in het algemeen de betrekkingen tussen de psychoanalyse en de geschiedschrijving, en stelt hij ze tegenover elkaar, aan de hand van de verschillende manieren die ze hanteren om met het verleden om te gaan.

In de psychoanalyse, zo schrijft hij, verschijnt het verleden altijd op een onthutsende manier in het heden in te breken. Het wekt huivering bij de patiënt en neemt de vorm aan van een spook of een schim van iets wat ooit geleefd heeft en nu terugkomt uit het hiernamaals.

Verdringing

De psychoanalyse drijft op een proces dat centraal staat in de ontdekking van Freud; de terugkeer van wat verdrongen is. Er schuilt une inquiétante familiarité, een verontrustende vertrouwdheid in de verstoring van dit ogenschijnlijk netjes aangeharkte heden, waaruit we het verleden hebben verdreven, of gemeend hebben te kunnen verdrijven, om ons als een bezetter de plaats toe te eigenen.

We kunnen daar nooit gerust in zijn. De dood overschaduwt het levende. De dood bijt terug (op basis van een onvertaalbare woordspeling in het Frans) met een geheime en herhaaldelijke beet. Als het verleden verdrongen is kunnen we er geen orde in scheppen.

Historiografie

De traditionele geschiedschrijving houdt er een andere manier op na om het verleden te (her)schrijven, aangezien geschiedenis wordt gezien als een beheersbare en beheerbare verzameling van gebeurtenissen, systemen en vertogen. Geschiedschrijving luidens de definitie van Leopold von Ranke, neemt een koloniserend en anatomiserend standpunt in ten opzichte van de geschiedenis, en voert een lijkschouwing op het verleden uit, om het daarna bij te zetten in een prachtig literair mausoleum.

Het heden is ons subjectieve nu en aan de andere kant van de muur is er het objectieve verleden. Er gaapt een diepe kloof tussen nu en toen.

24. nov, 2014

De huivering

We hadden het eerder al over das Unheimliche van Sigmund Freud.

Michel de Certeau heeft Sigmund Freud goed gelezen en verwijst vaak naar diens ideeën omtrent ‘das unheimliche.’ Dit woord in het Frans vertalen is niet gemakkelijk gebleken. In het Nederlands is het trouwens ook niet vanzelfsprekend. Je kunt voor ‘akelig’ kiezen of voor ‘eng.’ Ik vindt ‘huiveringwekkend’ wel goed gevonden. Of iets sterker: ijzingwekkend. Het gevoel dat je krijgt als het vertrouwde om een onnaspeurbare reden niet meer zo vertrouwd is.

In het Frans komen we meestalinquiétante étrangeté tegen. Dit zijn twee woorden in plaats van een, die twee met elkaar vermengde gevoelens uitdrukken: onrustwekkend en vreemd. Wat onze onrust wekt, doet vreemd aan, en het vreemde verontrust. Het unheimliche vervreemdt ons van onszelf, en van het gevoel van orde en regelmaat dat ze zo op prijs stellen.

Ijzing

Neem nu het volgende citaat van Certeau: “De ander is het fantasme van de geschiedschrijving, het voorwerpt dat zij opzoekt, eert en begraaft. Er is arbeid voor nodig om los te komen van deze vreemde en fascinerende nabijheid.” Het vreemde (de ander) verontrust niet alleen maar fascineert ook. De inquiétante étrangeté vervangt Certeau dikwijls door inquiétante familiarité. Dat is net even anders.

Vermoedelijk vond hij dit een betere vertaling van unheimlich, dan die we gewend waren. We kunnen hem er zeker niet van verdenken dat hij deze begrippen en concepten los uit de pols gebruikt, aangezien hij expliciet zweert bij de rigueur van de wetenschappelijkheid, en nauwkeurig let op het juiste gebruik van elke term.

Termen        

In L'écriture de l'histoire, waarschuwt hij zelf voor een kritiekloos hanteren van de Freudiaanse terminologie: “Een aantal studies, zowel in het domein van etnologie als dat van de geschiedschrijving tonen aan dat het gebruik van psychoanalytische concepten een risico meebrengt, te verglijden in een nieuwe rethoriek (…) Aangezien deze freudiaanse ‘concepten’ zich voor alles schijnen te lenen, is het niet moeilijk ze toe te passen op de duistere gebieden van de geschiedenis. (…) Ze omschrijven het onverklaarde, maar ze verklaren het niet.”

De weigering van Certeau de huivering van de unheimlichkeit vlot en onproblematisch als een bruikbaar concept toe te passen is gebaseerd op een bewust ingenomen wetenschappelijk standpunt.

 

Bron: Alex de Meulenaere http://www.imageandnarrative.be/inarchive/uncanny/alexdemeulenaere.htm

23. nov, 2014

De lakmoesproef

Mystici hebben altijd weerstand opgewekt.

Elke medaille heeft zijn keerzijde. Het was wellicht dezelfde hang naar mystiek die Michel de Certeau in  Franse academische kringen verdacht en in Californië populair maakte. In Amerika, met zijn dorst naar zingeving en diepgang, en zeker aan de westkust wordt er heel anders gekeken naar de mystiek dan aan deze kant van de Atlantische oceaan.

Heel veel mystici hebben in hun tijd met tegenkanting af te rekenen gehad. De Heilige Teresa moest zich herhaalde malen voor de inquisitie verantwoorden en Sint-Jan van het Kruis werd opgesloten door zijn medebroeders. Het protestantisme kent Michel Servet die in Geneve door een burgerlijke rechtbank voor ketterij werd veroordeeld en verbrand.

De Islam kent de mystieke martelaar Al Hallaj. Het is iets van alle tijden en van elke cultuur of godsdienst.  

De mysticus verontrust het establishment, en schokt de instellingen.

Overvloei

Bij Michel de Certeau vloeit de geschiedschrijving van de mystiek onmerkbaar in mystieke geschiedschrijving over. Dat deed de wenkbrauwen van zijn collega’s historici fronsen, in een tijdperk waarin de geschiedschrijving op zoek ging naar kwantificeerbare gegevens om een zo volledig mogelijke verklaring van geschiedkundige verschuivingen te kunnen bieden.  

We moeten de biograaf dankbaar zijn voor dit dikke boek omtrent het leven en de werken van Michel de Certeau, die hiermee het beeld van dit complexe personage scherper stelt. Op een discrete manier heeft deze zijn sporen in de geschiedschrijving van de geschiedschrijving nagelaten. Wat mij betreft, slaagt de biografie erin de pertinentie van de intellectuele nalatenschap van deze auteur aan te tonen; die op het eerste zicht zo moeilijk te begrijpen was.

Mijlpaal

Een aantal concepten en begrippen die Michel de Certeau in de wereld zette blijven een bron van inzicht voor hedendaagse geschiedschrijvers.

Nadat hij in de jaren zeventig een zeer marginale positie heeft ingenomen ten opzichte van de grote stroming in de geschiedschrijving in de jaren zeventig, heeft hij zich later ontpopt tot een overvloedige vindgroeve voor hedendaagse onderzoekers en voor de epistemologische benadering van de discipline.

22. nov, 2014

Een teken van tegenspraak.

Michel de Certeau had met veel tegenstand af te rekenen.

Michel zal de instellingen ‘pourriture’ noemen, of ‘verrotting’ omdat ze net als het rottingsproces in organische zin, tevergeefs proberen alles wat beweegt vast te leggen, en dat ze in hun alles vertragende en geestdodende activiteit zelf tot ontbinding komen.

Deze houding heeft zich tegen hem gekeerd. Zijn stoutmoedige gedachtegang moest wel de kerkelijke overheden van zijn tijd verontrusten, die zo gehecht waren aan traditie en de vertrouwde sociale evenwichten.

Schandaalsfeer

Terwijl hij er vijftien jaar les gaf, raakte hij nooit vast benoemd aan het Institut Catholique. Toen hij de wens koesterde zijn ‘thèse d’état,” zeg maar doctoraal in te dienen op basis van zijn bestaande publicaties, vond hij hier geen steun voor binnen de eerbiedwaardige instelling. De blaam die hij opliep naar de aanleiding van de publicatie van Le christianisme éclaté (1974) werd niet publiek uitgesproken, doordat deze episode toevallig samenviel met een schandaal omtrent het scabreuze overlijden van Jean kardinaal Danielou s.j. (Neuilly-sur-Seine, 14 mei 1905 – Parijs, 20 mei 1974.)

Deze vermaarde prelaat, jezuïet, lid van de Académie Française, en chroniqueur in de Figaro, werd dood aangetroffen in een bordeel in Parijs, gehuld in lekenkleding. De kerkelijke overheden reageerden schichtig op de berichtgeving van le Canard Enchainé, een bekend Frans satirisch weekblad, dat de hypocrisie hekelde. Dat de kerk eerst beweerde dat hij op straat overleden was, en later dat hij daar was om daar zijn apostolaat uit te oefenen, gaf de indruk van paniekvoetbal.

Faculteit

Wat de universiteit betreft, ervoer MIchel de tegenkanting van zowel de conservatieve katholieken die hem te progressief vonden, als vanwege de aanhangers van het lekenonderwijs die hem te katholiek vonden, waardoor hij een marginale positie innam.  Zowel in Parijs VII als VIII, twee van elkaar onafhankelijke univeriteiten was hij alleen ‘chargé de cours” of in onze termen buitengewoon hoogleraar, zonder benoeming. Andere illustere hogescholen zoals het CNRS (Centre national de la recherche scientifique) en de École Pratique des Hautes Études weigerden zijn kandidatuur, op een ogenblik dat hij zeer goed onthaald werd in de Verenigde Staten.

Zijn openlijke bijval ten gunste van de socialistische visie op de samenleving in 1968 zou hem blijven achtervolgen en blijvend het wantrouwen wekken van de conservatieven, zeker in een tijd waarin socialisme nog deed denken aan de Russische revolutie en Che Guevara, veeleer dan aan de sociaal-democraten zoals we die nu kennen.