22. nov, 2014

Verrotting

Een teken van tegenspraak.

Michel de Certeau had met veel tegenstand af te rekenen.

Michel zal de instellingen ‘pourriture’ noemen, of ‘verrotting’ omdat ze net als het rottingsproces in organische zin, tevergeefs proberen alles wat beweegt vast te leggen, en dat ze in hun alles vertragende en geestdodende activiteit zelf tot ontbinding komen.

Deze houding heeft zich tegen hem gekeerd. Zijn stoutmoedige gedachtegang moest wel de kerkelijke overheden van zijn tijd verontrusten, die zo gehecht waren aan traditie en de vertrouwde sociale evenwichten.

Schandaalsfeer

Terwijl hij er vijftien jaar les gaf, raakte hij nooit vast benoemd aan het Institut Catholique. Toen hij de wens koesterde zijn ‘thèse d’état,” zeg maar doctoraal in te dienen op basis van zijn bestaande publicaties, vond hij hier geen steun voor binnen de eerbiedwaardige instelling. De blaam die hij opliep naar de aanleiding van de publicatie van Le christianisme éclaté (1974) werd niet publiek uitgesproken, doordat deze episode toevallig samenviel met een schandaal omtrent het scabreuze overlijden van Jean kardinaal Danielou s.j. (Neuilly-sur-Seine, 14 mei 1905 – Parijs, 20 mei 1974.)

Deze vermaarde prelaat, jezuïet, lid van de Académie Française, en chroniqueur in de Figaro, werd dood aangetroffen in een bordeel in Parijs, gehuld in lekenkleding. De kerkelijke overheden reageerden schichtig op de berichtgeving van le Canard Enchainé, een bekend Frans satirisch weekblad, dat de hypocrisie hekelde. Dat de kerk eerst beweerde dat hij op straat overleden was, en later dat hij daar was om daar zijn apostolaat uit te oefenen, gaf de indruk van paniekvoetbal.

Faculteit

Wat de universiteit betreft, ervoer MIchel de tegenkanting van zowel de conservatieve katholieken die hem te progressief vonden, als vanwege de aanhangers van het lekenonderwijs die hem te katholiek vonden, waardoor hij een marginale positie innam.  Zowel in Parijs VII als VIII, twee van elkaar onafhankelijke univeriteiten was hij alleen ‘chargé de cours” of in onze termen buitengewoon hoogleraar, zonder benoeming. Andere illustere hogescholen zoals het CNRS (Centre national de la recherche scientifique) en de École Pratique des Hautes Études weigerden zijn kandidatuur, op een ogenblik dat hij zeer goed onthaald werd in de Verenigde Staten.

Zijn openlijke bijval ten gunste van de socialistische visie op de samenleving in 1968 zou hem blijven achtervolgen en blijvend het wantrouwen wekken van de conservatieven, zeker in een tijd waarin socialisme nog deed denken aan de Russische revolutie en Che Guevara, veeleer dan aan de sociaal-democraten zoals we die nu kennen.