Dagboek maart 2014

26. mrt, 2014

Gebroken klomp

In Nederland is de verontwaardiging te snijden.

Blijkbaar vinden nu ineens heel veel mensen terzelfdertijd dat die afschuwelijke meneer Wilders ‘deze keer te ver is gegaan,’ zoals het heette in het radionieuws, luidens een paar straatinterviews, naar aanleiding van het beruchte spreekkoor omtrent ‘minder Marokkanen,’ dat plaatsgreep tijdens de verkiezingsnacht.

‘Daar gaan we dan voor zorgen,’ zo Geert Wilders. Nadien liet hij weten dat hij niet alle Marokkanen, maar alleen de criminele Marokkanen bedoelde. Deze reactie maakt het in mijn ogen nog erger. Hij zei Marokkanen, maar hij bedoelde criminele Marokkanen. Denk daar nu eens goed over na.

Vervang nu het woord Marrokkanen door Vlamingen of door Nederlanders, en hoe lees je het dan, als het over een groep gaat waar jij toe behoort. Laat staan dat je het woord Marokkanen zou durven vervangen door het woord Joden.

Het is een heel lugubere uitspraak en het feit dat hij daar niets van terugnam, neemt elke zweem van twijfel weg, dat het om een onbewaakt ogenblik zou gaan.

Bewust

Aan de andere kant van de taalgrens viert Marine Le Pen in Frankrijk hoogtij, waar toevallig ook gemeenteraadsverkiezingen waren.

Deze  extreem rechtse passionaria heeft het Front National van haar vader geërfd, de beruchte Jean-Marie Le Pen. Het is een soort familiebedrijf in de ranzige politiek dat zeker al veertig jaar standhoudt. In Frankrijk is het Front National desalniettemin een politieke kracht om rekening mee te houden. Marine is een vrouw als een slagschip, die naar extreem rechtse normen een nogal gematigde houding aanneemt, en niet zo snel te betrappen is op laakbare uitspraken, wat haar bijna knuffelbaar maakt, al mag ik daar niet aan denken. In elk geval is ze salonfähig.

Vlaanderen

Als ik in België een vergelijkbare figuur zou moeten zoeken, dan zou ik al snel geneigd zijn aan de  Dulle Griet van Antwerpen te denken, namelijk Liesbeth Homans, van de NVA, de voorzitter van de openbare onderstand van Antwerpen.

Waar die gepist heeft, groeit geen gras meer. Een bekrompen tang met het uitzicht en het benemen van een winkelbazin, die haar wenkbrauwen fronst als ze vreemdelingen ruikt, zeker als die geen moeite doen om de taal te leren. Opgetrokken uit vooroordelen en nauwelijks verholen wantrouwen.

Op de keper beschouwd is dat ook puur vreemdelingenhaat, al zal ze dat zelf wellicht wel bestrijden. Zij is geen racist wellicht in de enge betekenis van het woord, daar het hier niet om het ras gaat, maar om iets heel anders. De taal is daarvan de denkmantel.  Natuurlijk verwacht Liesbeth Homans dat vreemdelingen van welk ras ook algemeen beschaafd Antwerps spreken, en als ze dat doen is het ras van geen belang meer.

Armoe troef

Daaronder gaat echter nog iets heel anders schuil, en dat is iets wat door veel Antwerpenaren blijkbaar gedeeld wordt: het idee dat mensen van buiten Antwerpen alleen maar naar Antwerpen komen, om er te ‘profiteren.’

Het probleem zijn de arme vreemdelingen. Rijke vreemdelingen zijn in Antwerpen natuurlijk altijd zeer welkom, om hun geld uit te geven in de prachtige modewinkels. Ook alweer  zonder raciaal onderscheid. 

Nee racist is ze niet. Wat is dat een misselijk mens zeg.  Dat iemand die armoezaaiers eigenlijk het liefst zou willen wurgen,  of toch naar Siberië sturen, voorzitter kan worden van het grootste OCMW van Vlaanderen en de omgevende gebieden. Het wil er bij mij niet in en het is een van de aberraties van ons steeds weer verrassende democratische kiesstelsel dat zoiets mogelijk is.

25. mrt, 2014

In je pijp

Stopf’s in deine Pfeife, Alter Junge, rauch es auf.

In onze reeks argumenten voor verder leven, dacht ik vandaag aan een fragment uit Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny van Kurt Weil en Bertolt Brecht.

Ik vind dat een zeer wijze opera die van grote invloed op mij is geweest. Je kunt dat tegenwoordig onder de vorm van Youtube video laten binnenstromen. Dit zomaar even terzijde, want ik verbaas me erover dat dit nu zomaar even allemaal kan.

Ik kan me de tijd van de 33 toeren grammofoonplaat nog goed herinneren. Bij het nalezen van een stukje e-mailverkeer kwam ik op het citaat: “Stopf’s in deine Pfeife” Of: ‘stop het in je pijp’ en rook het op. Zo een gevoel van: laat los en trek het je niet meer aan. Wat gemakkelijk zeggen is.

Och here

Het kwam te pas in een uitwisseling met onze voorzitter.

Ik moet hem af en toe eens tot de orde roepen, om sommige dingen te laten zijn als ze zijn. Al ben ik zelf een driftkop, ben ik toch meer aanhanger van een relativerende aanpak. Onlangs was hij aan het briesen over iets wat niet verliep zoals gewenst.

Hij  krijgt soms een pauselijk trekje in zijn voortdurende bezorgdheid een goede verstandhouding te bewerkstelligen tussen de leden en de kwaliteit van het werk hoog te houden, wat niet altijd op hetzelfde neerkomt. Met sacraal gezag durft hij af en toe een goede tik uit te delen, als een jaloerse Jahweh. En dan denk ik wel eens: ‘moet dat echt?’

Er zit een stuk ambitie in, de hunker van de dirigent elke beperking te overstijgen om tot een volmaakte prestatie te komen, en dan is het soms vervelend als niet alle orkestleden mee zijn.

We zijn natuurlijk een bende vrijwilligers.

Kritiek

Dan kun je natuurlijk  geen militaire dril verwachten. Om de beperkingen van de  anderen te aanvaarden moeten we eerst onze eigen beperkingen aanvaarden, of omgekeerd.

Zure  opmerkingen lokken vaak een de tegengestelde reactie uit. De desbetreffende persoon zal wellicht uit balorigheid nog meer dwarsliggen. Je kunt in de vlam blazen om hem aan te wakkeren, maar je kunt hem ook uitblazen als je te hard blaast. Kritiek moet opbouwend zijn en een perspectief bieden om het beter te doen, anders komt het alleen maar krenkend over.

Het is geen verwijt naar hem als persoon, maar iets dat ik ook bij mezelf herken. Het ongeduld bij de geestelijke traagheid van de ons omringende mensheid.

We moeten elkaar aanvaarden, want we kunnen elkaar niet veranderen. Het enige wat we kunnen doen is elkaar helpen door input en feedback te geven, maar dan moet de ander maar zien wat hij of zij daarmee doet.

Het lukt niet altijd. Sommigen zijn lege vaten die hol klinken. Ze zijn als een schip dat hoog op het water vaart, omdat er niets in zit. Daar kun je weinig tegen beginnen.

24. mrt, 2014

Eenvoud

Gisteren kwam ik op het Hermetisch Zwart van Marguerite Yourcenar uit, via de oven en de athanor.

Het boek verscheen op 8 mei 1968 onder de titel ‘L;oevre au noir en werd bekroond met de Prix Femina. Het werd al in 1971 vertaald door Jenny Tuin.

Op zoek naar een argument dat zou kunnen dienen om mensen die de hele tijd aan zelfmoord denken van het tegendeel te overtuigen, moest ik spontaan nog de hele dag aan Marguerite denken en wat ze heeft geschreven. Het heeft iets met mij gedaan, dat moge duidelijk zijn.

Mijn argument zou zijn: je kunt toch niet uit het leven stappen, voordat je de romans van de Belgische schrijfster hebt gelezen?

Ik kan me niet voorstellen dat iemand dat zou willen doen, al mag het naïef klinken.

Citaten

Om mijn bewijsvoering kracht bij te zetten ging ik een paar citaten van haar opzoeken, en kwam het volgende terecht. Het is Zeno die spreekt, de alchimist uit L ’oeuvre au noir.

"Qui serait assez insensé pour mourir sans avoir fait au moins le tour de sa prison ?” Vrij vertaald: “Wie zal zo redeloos zijn, te sterven zonder op zijn minst de grenzen van zijn gevangenis te hebben verkend?”

Het is een beladen zin want we weten dat het boek ermee zal eindigen dat het hoofdpersonage zich van het leven bevrijdt door zich koelbloedig de aderen de openen. Het verhaal speelt in Brugge in de middeleeuwen. In al zijn Franstaligheid is het in werkelijkheid een uiterst Vlaams boek.

“Voorbij dit dorp, andere dorpen, voorbij deze abdij, anderen abdijen, voorbij deze burcht, andere burchten. En in elk van deze gedachtenkastelen, in al deze opiniekrotten bovenop houten krotten en stenen kastelen, ommuurt het leven de dwazen en opent het een raamluik voor de wijzen.”

Inquisitie

Zeno, arts en alchimist, staat symbool voor de mens die zoekt naar waarheid en die niet kan verzwijgen.

Dit doet hij omgeven door tijdgenoten onder wie sommigen hem begrijpen en anderen niet. Dat moet hij eerst met zijn vrijheid bekopen en daarna ook met zijn leven.

Ook een hele mooie en wat mij betreft geheel toepasselijk is de volgende, maar dan uit een ander boek van haar: “De ware geboorteplaats is die waar men voor de eerste keer een verstandige blik op zichzelf heeft geworpen: mijn eerste vaderlanden waren de boeken.” Ik vind dit geweldig mooi verwoord. Wat kon die vrouw schrijven zeg.

“Een vrucht eten is het naar binnen werken van een mooi voorwerp, levend, vreemd, gevoed en zoals wij door de aarde voortgebracht. Het is een offer voltrekken waarbij we onszelf de voorkeur geven boven de dingen.” Deze twee citaten komen uit ‘Mémoires d’Hadrien.’

Uitsmijter

En uit ‘Alexis ou le traité du vain combat:’ « Je pleurai à l'idée que la vie fût si simple, et serait si facile si nous étions nous-mêmes assez simples pour l'accepter. » Of : Ik weende bij het idee dat het leven zo simpel was, en zo gemakkelijk zou zijn als we zelf simpel genoeg waren om het te accepteren.

23. mrt, 2014

L ’oeuvre au noir

Zo heet een literair meesterwerk van de Belgische schrijfster Marguerite Yourcenar.

De titel verwijst naar de alchemie, een intrigerende ambachtelijke traditie, die sinds de middeleeuwen vele generaties bezig gehouden heeft. Ze deden daarbij allerlei experimenten die uiteindelijk mede tot de scheikundige wetenschap van vandaag zouden leiden.

De alchimisten kenden verschillende chemische processen die ze onder controle probeerden te brengen, met uiteindelijk een doel voor ogen dat niemand ooit zou realiseren: de steen der wijzen vinden. Deze stof zou onder meer de eigenschap hebben lood in goud te veranderen.

Zwart

Dat zou natuurlijk voordelig zijn, mocht het kunnen.

L’oeuvre au noir is voor de beginners: het blakeren, verkolen en kalk branden. Het komt er op neer dat je eerst de oventechnieken onder de knie moet krijgen. Het vuur loutert en verteert, zuivert en scheidt. De hitte is in staat het metaal uit het erts te halen, zo gauw het gewenste smeltpunt is bereikt en als het maar lang genoeg wordt aangehouden.

Wit

Na het zwarte komt  het witte werk.

L ‘oeuvre au blanc, wordt ook le petit oeuvre genoemd. Dit gaat terug op Nicolas Flamel (1330-1418) een opperhoofd van de alchimie uit de veertiende eeuw. Wat het precies was wat ze daar deden, daar zijn we nog niet uit.

Het resultaat van de bemoeienissen zou de ‘witte steen’ moeten zijn.  Dat is al een stap vooruit want die kan onedele metalen in zilver veranderen. Nog geen goud, maar toch ook al mooi. Symbolisch wordt deze fase voorgesteld door een boom die manen draagt.

Rood

De witte steen speelt dan een onopgehelderde rol in de vervaardiging van de steen der wijzen. Die is de vrucht van L'œuvre au rouge, of 'grand-œuvre' (het grote werk), dat symbolisch door een 'zonneboom' voorgesteld wordt. Deze fase bestaat zelf uit drie stappen.

Vooreerst dient een ferment te worden onttrokken aan een welbepaalde grondstof, en die zou dan de rol van katalysator moeten gaan spelen. Toen werd dat een mercurium genoemd. Het kwik zouden wij zeggen. Het filosofenkwik.

Ik zal ons de andere fasen besparen. De alchemie is doortrokken van een esoterische benadering van de werkelijkheid, waarbij allerlei symbolen een magische rol spelen. Om maar te beginnen met de kleursymboliek. De kleur is zeer belangrijk om de vordering van chemische processen op de voet te kunnen volgen.

Afbeelding

De groene leeuw staat voor zwavelzuur, verkregen door de destillatie van de groene kristallen van ijzer(II)sulfaat in een kolf. De groene leeuw die de zon verslindt verwijst naar het koningswater of aqua regia dat het zonnegoud ontbindt. Het raadsel zou onder meer Isaac Newton nog in de achttiende eeuw intrigeren.

22. mrt, 2014

Het ruimtefornuis

Een athanor staat ook bekend als kosmische oven.

Het is een woord dat mijn aandacht trok omdat ik het niet kende, terwijl ik met iets heel anders bezig was, namelijk het opzoeken van een plaatje van de moloch voor de dagboekbijdrage van gisteren.

De term verwijst naar de alchimie uit middeleeuwse en renaissance tijden. Daar zit een esoterische kant aan, wat niet wegneemt dat de alchimisten uit die dagen de voorlopers en de baanbrekers zijn van de scheikundigen van vandaag. Het woord zelf komt uit het Arabisch, at-tanoer en betekent oorspronkelijk oven, fornuis of heetwaterbron.

De athanor is dientengevolge de hittebron die de warmte levert voor de alchimistische verteringsprocessen. Het gaat om allerlei vormen van transformatie van materies door het gebruik van warmte, waaronder als schoolvoorbeeld de distillatie mag gelden.

Verdamping

Door een aangepaste temperatuur te voorzien kunnen vloeistoffen tot gas worden omgezet, om vervolgens door condensatie neer te slaan op een kouder oppervlak, zodat de gezuiverde stof kan worden opgevangen.

Het is een procedé dat ons nog steeds bekend is en dat volop wordt gebruikt bijvoorbeeld om gedestilleerde dranken te produceren, zoals jenever en whisky.

Meestal zorgt opwarming ervoor dat een vaste stof zoals ijs zich omzet in een vloeistof zoals water, om vervolgens, bij nog hogere temperatuur over te gaan in gas zoals damp of stoom.

Het kan echter gebeuren dat het stadium van de vloeistof wordt overgeslagen, en dat de vaste stof rechtstreeks in gas over. Dat wordt sublimatie genoemd, wat alweer een alchimistische term is.

Het gevormde gas kan zich dan weer in vaste vorm aan een koude wand aanhechten.

Natuurkunde

Dit zijn allemaal puur natuurkundige processen waar op zich geen enkele toverkunst komt bij kijken..

Het gaat niet om hekserij, maar om het controleren van de temperatuur, waarbij de athanor onontbeerlijk was, omdat het toen een zeldzame mogelijkheid bood om een quasi constante temperatuur van het gewenste niveau te bereiken.

Van een heel ander niveau is de alchimistische vertering. Door een bepaalde stof in een gesloten container gedurende bepaalde tijd op een bepaalde temperatuur te houden, dacht men een bepaalde transformatie of rijping te kunnen bekomen.

De uitvinding van het ventiel maakte het mogelijk de luchttoevoer in de oven naar wens te regelen, wat de temperatuur rechtstreeks beïnvloedt.

De steen der wijzen

De oven van de alchimist bevatte een eivormige kogel die gevuld kon worden en die het ei der wijzen werd genoemd. Die speelde een rol in de zoektocht naar de steen der wijzen of lapis philosphorum

In de zestiende eeuw kwam een oven uit die Luie Hendrik werd genoemd (Piger Henricus in het latijn) waarbij de brandstof gecontroleerd wordt toegevoerd via een buis, zodat je er minder naar om moet kijken. Zodoende ziet de alchimist tijd vrijkomen voor andere taken.

 

Bron: Wikipedia.fr