25. mrt, 2014

Stop het

In je pijp

Stopf’s in deine Pfeife, Alter Junge, rauch es auf.

In onze reeks argumenten voor verder leven, dacht ik vandaag aan een fragment uit Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny van Kurt Weil en Bertolt Brecht.

Ik vind dat een zeer wijze opera die van grote invloed op mij is geweest. Je kunt dat tegenwoordig onder de vorm van Youtube video laten binnenstromen. Dit zomaar even terzijde, want ik verbaas me erover dat dit nu zomaar even allemaal kan.

Ik kan me de tijd van de 33 toeren grammofoonplaat nog goed herinneren. Bij het nalezen van een stukje e-mailverkeer kwam ik op het citaat: “Stopf’s in deine Pfeife” Of: ‘stop het in je pijp’ en rook het op. Zo een gevoel van: laat los en trek het je niet meer aan. Wat gemakkelijk zeggen is.

Och here

Het kwam te pas in een uitwisseling met onze voorzitter.

Ik moet hem af en toe eens tot de orde roepen, om sommige dingen te laten zijn als ze zijn. Al ben ik zelf een driftkop, ben ik toch meer aanhanger van een relativerende aanpak. Onlangs was hij aan het briesen over iets wat niet verliep zoals gewenst.

Hij  krijgt soms een pauselijk trekje in zijn voortdurende bezorgdheid een goede verstandhouding te bewerkstelligen tussen de leden en de kwaliteit van het werk hoog te houden, wat niet altijd op hetzelfde neerkomt. Met sacraal gezag durft hij af en toe een goede tik uit te delen, als een jaloerse Jahweh. En dan denk ik wel eens: ‘moet dat echt?’

Er zit een stuk ambitie in, de hunker van de dirigent elke beperking te overstijgen om tot een volmaakte prestatie te komen, en dan is het soms vervelend als niet alle orkestleden mee zijn.

We zijn natuurlijk een bende vrijwilligers.

Kritiek

Dan kun je natuurlijk  geen militaire dril verwachten. Om de beperkingen van de  anderen te aanvaarden moeten we eerst onze eigen beperkingen aanvaarden, of omgekeerd.

Zure  opmerkingen lokken vaak een de tegengestelde reactie uit. De desbetreffende persoon zal wellicht uit balorigheid nog meer dwarsliggen. Je kunt in de vlam blazen om hem aan te wakkeren, maar je kunt hem ook uitblazen als je te hard blaast. Kritiek moet opbouwend zijn en een perspectief bieden om het beter te doen, anders komt het alleen maar krenkend over.

Het is geen verwijt naar hem als persoon, maar iets dat ik ook bij mezelf herken. Het ongeduld bij de geestelijke traagheid van de ons omringende mensheid.

We moeten elkaar aanvaarden, want we kunnen elkaar niet veranderen. Het enige wat we kunnen doen is elkaar helpen door input en feedback te geven, maar dan moet de ander maar zien wat hij of zij daarmee doet.

Het lukt niet altijd. Sommigen zijn lege vaten die hol klinken. Ze zijn als een schip dat hoog op het water vaart, omdat er niets in zit. Daar kun je weinig tegen beginnen.