Blog Zomer 2017

15. sep, 2017

Hedendaags

Als je het allemaal een beetje goed wilt bekijken, ben je al gauw toch een paar uur bezig, met de Giardini alleen al, en dan is een mens visueel ook verzadigd. Je kunt niet dezelfde dag ook nog een keer het Arsenale verwerken. Gelukkig is het dubbelticket meerdere dagen geldig. Na het Belgisch paviljoen, is er een redelijk groot algemeen en gemeenschappelijk paviljoen te bekijken, met uiteenlopende werken bont door elkaar.

Halfweg is er de cafetaria, een kunstwerk op zich, met een uitbundig decor dat zich moeilijk in woorden laat omschrijven. Fel, mag je wel zeggen. Daar moet een foto bij, meteen een selfie, want rechts onder van het midden kun je twee keer mijn hoofd ontwaren. Ik mag wel zeggen dat ik mezelf een paar keren ben tegengekomen los van elkaar in verschillende paviljoenen van de Giardini.

Het is de grootste tentoonstelling van hedendaagse kunst die ik ooit heb gezien. Ik ben daar nu nog altijd diep van onder de indruk. Echt waar. Het laat zich niet samenvatten. Het is gewoon diep genieten om daar tussen al die beelden, foto’s en schilderijen te lopen. Elk land doet maar wat. Alleen het Griekse paviljoen was gesloten. Geen geld meer voor cultuur wellicht in dat veelgeplaagde maar bijzonder sympathieke land.

Het is uitgerekend in dat Griekse paviljoen dat Peggy Guggenheim begin jaren vijftig van de vorige eeuw haar verzameling voor het publiek van de biënnale tentoonstelde, nadat ze ermee uit de States teruggekeerd was, en een plaats zocht om haar museum te stichten, die ze in Venetië gevonden heeft. Het was ons dus niet vergund de ruimte te zien waarin dit gebeurde.

Japan en Korea vielen me op als bijzonder goed geslaagde geheelkunstwerken. Israël deed iets met schimmels waar mijn gezelschap niet goed van werd. Het paviljoen van Venetië zelf was een droom voor degenen die de decadentie van de achttiende eeuw met weemoed herdenken. De wufte tijden toen mannen pruiken droegen.

Venetië was een onafhankelijke republiek met een gekozen Doge aan het hoofd, tot Napoleon daar rond de eeuwwisseling een einde aan stelde. Na de nederlaag van de Franse keizer viel het in de negentiende toe aan Oostenrijk tot het opging in het eengemaakte Italië. Vandaag is het een schim van zichzelf, maar wat voor een schim! Een van de mooiste plaatsen op aarde. Iets om lang na van te genieten.

14. sep, 2017

De toog van de cafetaria van de Giardini.

13. sep, 2017

Belgisch paviljoen

Ik moet ook zeggen dat het eten deze keer uitzonderlijk goed meeviel, in vergelijking met vroegere ervaringen in een ver verleden, toen je in Venetië niet fatsoenlijk kon eten. Het is wel oppassen geblazen. Toeristenfuiken heb je overal waar veel toeristen komen. Je moet altijd uitkijken en liever niet iets te eten kiezen op al te drukke plaatsen.

Buiten Rialto en San Marco valt die drukte in Venetië nogal mee. Het is aanschuiven bij het Dogenpaleis en de beroemde Duomo, maar overal elders is het goed te verdragen. Overal in de stad zijn tentoonstellingen te zien, vaak helemaal gratis en daar heerst vaak een innige rust. Door het feit dat er in heel Venetië geen auto’s zijn (met uitzondering van het Lido,) is het er overal rustig lopen.

Ook de twee onderdelen van de Biënnale, de Giardini en het Arsenale, werden wel druk bezocht, maar te vol was het er niet. We zullen vanzelfsprekend met de Giardini te beginnen, het oudste gedeelte, waar een aantal landen elk een paviljoen heeft staan, waaronder ook België. Het Belgisch paviljoen, ontworpen door de Brusselse architect Léon Sneyers, is trouwens het oudste van de landenpaviljoenen.

Het was in 1907 het eerste en enige, twee jaar later door het Verenigd Koninkrijk en Duitsland gevolgd. Ons land staat dan ook redelijk prominent vooraan in de rij. Binnen bestaat het een aantal mooie ruimtes, witgeschilderd en met goed licht dat van boven komt. Het is een aantrekkelijk gebouw dat zich wegcijfert ten voordele van de tentoongestelde kunst.

Om de andere aflevering komt sinds 1972 afwisselend de ene en dan de andere taalgemeenschap in ons land aan bod. Dit keer was Vlaanderen aan zet, met een solo-tentoonstelling van grote foto’s van Dirk Braeckman (1958.) Reusachtige beelden van een raadselachtige wereld. Er gebeurt weinig, en fotografie is als medium bijzonder vlak, maar toch zit er iets tastbaars en aanraakbaars in. Het heeft wel diepte.

Vergeleken met de visuele overweldiging in andere paviljoenen is België sober en stil. Er uit springen doet het niet, en het komt braafjes over. Mooi paviljoen, leuke foto’s maar of het beklijft? Wat mij betreft een tikje te weinig.

12. sep, 2017
www.belgianpavilion.be

De officiële link van het Belgisch paviljoen in de Biennale van Venetië.
Met ook verwijzing naar de andere tentoonstellingen van Belgen elders in de stad.

https://www.belgianpavilion.be/

11. sep, 2017

Stoomboot

Venetië laat zich het best bezoeken met de onvolprezen vaporetto. Niet langer een stoomboot, maar een diesel die in de waterkanalenstad de plaats inneemt van tram en bus. Je kunt zo gemakkelijk overal komen zonder in de steegjes verloren te lopen. Te voet kun je immers nooit in een rechte lijn van punt A naar B. Amsterdammers zullen dat kennen.

Je begint dus met een dagkaart te kopen, waarmee je de hele dag kan varen voor 20€, of 30€ voor twee dagen. Als je met de trein aankomt, aan het station ben je bij de tweede halte en zijn de beste plaatsen reeds ingenomen. De kunst is de boot te betreden wanneer hij leeg aankomt aan de piazzale Roma, waar de bussen en de taxi’s stoppen. Dit is het vertrekpunt van de vaporetto lijn 1.

Als je vooraan staat in de rij, om in te schepen, ga je best meteen helemaal naar de achtersteven, waar een beperkt aantal stoeltjes voorhanden is, waar je buiten kunt zitten. Er is maar een tiental zitjes beschikbaar, anders moet je binnen zitten en dan zie je weinig. Of je moet staan.

Als het lukt dan krijg je het volgende half uur tot veertig minuten een weergaloze blik op de gevels langs het Canal Grande en het ballet van bootjes en boten dat er constant plaats vindt. Als je een zitplaats hebt kun je voor de eerste dag het beste zo lang mogelijk blijven zitten. Je kunt natuurlijk onderweg ook uitstappen, want een hoop bezienswaardigheden liggen op de route, zoals pakweg Rialto en San Marco, om nadien de reis verder zetten.

Dezelfde lijn 1 doet de Giardini en het Arsenale aan, waar de Biënnale zich afspeelt, die we nog gaan bezoeken, en steekt later de lagune over om aan te meren op het Lido. Dat biedt een onvergetelijk uitzicht op Venetië dat zich steeds verder verwijdert, een van de meest weemoedige taferelen ter wereld.

Lido is een uitgerekt eiland, lang en smal, en je komt ongeveer in het midden aan. Het is niet zo ver lopen naar de overkant die op de Adriatische zeer uitkijkt. Daar kun je ook baden en zwemmen voor een schappelijke prijs, en druk was het er niet. Er heerste een gemoedelijke en ontspannen sfeer, heel anders dan Venetië zelf, moderner natuurlijk, zij het minder uitzonderlijk. Ik vond het echter echt wel gezellig, om het woord maar eens te gebruiken. Voor normale mensen, niet uitzinnig duur of zo, en ook geen horden toeristen.