Blog Winter 2014

26. mrt, 2014


Ik laat je los, ik laat je rijden
Nu is de tijd me te bevrijden
Ik laat je vrij, ik laat je gaan
Jij gaat straks door en ik blijf staan
De tijd gekomen om te scheiden

Daar kun je niet op voorbereiden
Het komt op onverwachte tijden
Je hoeft daar geen acht op te slaan
Ik laat je los

Ik zal niet langer om je strijden
Er komt een einde aan het lijden
Het is er nu wel mee gedaan
Ik moet nu zonder jou voortaan
Daar valt niet over uit te weiden
Ik laat je los

Ik laat je los. Volg nu jouw baan
En laat me als een standbeeld staan
Het mag mijn ziel aan stukken snijden
Het was niet langer te vermijden
Het zal me van de plicht ontslaan

Daar kun je voortaan wel op aan
Ik laat je los en laat je gaan
Al zijn het ongelegen tijden
Ik laat je los

Al kost het een verpinkte traan
Op ’t randje van verlatingswaan
Laat ik je goede reis toewijden
En laat je gaan, En laat je rijden
Je moet het zelf maar doen voortaan
Ik laat je los

Dirk Van Babylon
25. mrt, 2014

Wenn der Himmel hell wird,
dann beginnt ein verdammter Tag.
Aber jetzt ist der Himmel ja noch dunkel.

Nur die Nacht, nur die Nacht darf nicht aufhör‘n,
nur der Tag, nur der Tag darf nicht sein.
Ich habe Furcht, dass sie schon kommen.
Ich muss mich auf den Boden legen, wenn sie
da sind.
Sie müssen mich vom Boden reissen, wenn ich
mitgehen soll.
Nur die Nacht, nur die Nacht darf nicht aufhör‘n,
nur der Tag, nur der Tag darf nicht sein.
Stopf‘s in deine Pfeife, alter Junge,
rauch es auf
Nur die Nacht, darf nicht aufhör‘n,
nur der Tag darf nicht sein.
Was gewesen ist, war gut genug für dich und
was jetzt kommt:
stopf‘s in deine Pfeife!
Sicher, der Himmel bleibt noch lange dunkel
(Es wird hell.)
Es darf nicht hell sein,
es darf nicht hell werden,
denn dann beginnt ein verdammter Tag.

Bertold Brecht: Mahagonny
24. mrt, 2014

Er leefde eens heel lang geleden
een boertje werkzaam en tevreden,
aan weelde was hij niet gewend,
een spiegel had hij nooit gekend ..

En eens toen hij aan het spitten was
vond hij een stukje spiegelglas.
Hij nam't in zijn vereelde hand
't zat onder't vuil en onder't zand.

Hij veegde't aan zijn broekspijp af
en keek er in, en stond toen paf.
Mijn vader zei hij, sapperloot,
die is al vele jaren dood ..

Mijn vader, och die goeie man,
hij is het en hij kijkt me an ..
Hoofdschuddend stak hij 't in z'n zak,
en bekeek het thuis op zijn gemak.

En hij begon te overleggen,
wat zijn vrouw ervan zou zeggen.
Ze was wat bazig zijn Katrien
en zou er wel om lachen misschien .

En omdat hij daar zo bang voor was,
verborg hij 't onder zijn matras.
Maar telkens ging hij er weer heen.
"Mijn vader," zei hij dan tevreên ....

Dat wekte argwaan bij z'n vrouw
die het hare er van weten wou,
en zodra hij weer de deur uit was,
zocht en vond zij 't spiegelglas ...

Wat moet hij daarmee, peinsde zij,
er moet iets niet in orde zijn!
Zij wantrouwde zo haar goede Hein,
dat ze 't omkeerde en keek,
doch raakte toen geheel van streek.

Daar heb je 't nou, ik dacht het wel,
er is een andere vrouw in 't spel.
Mijn man, hij heeft geen hart in 't lijf,
waarom houdt hij van zo'n lelijk wijf




Dichter onbekend
23. mrt, 2014
Dagbreek

De skakel (zuidafrikaans voor link) naar de Zuid-Afrikaanse dichter Louis Esterhuizen over de afwezigheid van bergen.

22. mrt, 2014

Jaren dertig in Iddergem, thans Denderleeuw. Zuid-Oost Vlaanderen, België. Mijn grootmoeder Jeanne, weduwe van mijn grootvader, treedt in het huwelijk met Rufin Sonck. Het kersverse echtpaar zit rechts van het midden. Centraal op de foto staat mijn moeder. Louisa, het meisje links van Rufin. Tante Dina was uiteraard nog niet geboren.