23. dec, 2013

Fout

Wit of zwart

Toen ik geboren werd, lag de oorlog nog vers in het geheugen van de volwassenen die ik zou ontdekken in mijn leven.

De honger en de ellende van de oorlog was niemand vergeten. De wijken, de dorpen, de families waren verscheurd naargelang hoe iedereen zich gedragen tijdens en kort na de oorlog. Wat in Nederland fout heette, noemden wij ‘zwart.’ Degenen die in de oorlog zwart waren geweest, moesten het tijdens de repressie ontgelden.

Mijn tweede grootvader aan moederskant, en daarmee bedoel ik de stiefvader van mijn moeder, was oorlogsburgemeester geweest en werd na de bevrijding een aantal jaren opgesloten. Het was een kunstzinnige man die kon tekenen en schilderen als de beste.  Een ware artiest.

Dat hij op een of andere manier mede verantwoordelijk kon zijn voor de Jodenvervolging kon er bij mij niet in.

Waarschijnlijk heeft hij daar niets mee te maken gehad. Ik heb hem wel horen mopperen over de achteruitstelling van de Vlamingen, maar nooit iets over de Joden horen zeggen.

Wellicht omdat die er gewoon niet waren in het dorp waar ze woonden. Iddergem, thans onderdeel van Denderleeuw, tussen Aalst en Ninove zeg maar. Dat grenst aan Liedekerke waar ik getogen ben. Daar ligt ergens mijn bakermat.

Roeden lopen

De familie aan moederskant is door een diep dal gegaan in de jaren na de oorlog, maar ze worstelden zich weer omhoog in de samenleving.

Het duurde jaren voordat de gemoederen bedaarden en in sommige gevallen bleef die kloof tussen wit en zwart tientallen jaren doorwerken. Voor mijn vader was het blijkbaar geen reden om mijn moeder niet om haar hand te vragen. Hij heeft steeds de persoon voor de zaak gesteld.

Ik denk niet dat mijn (stief)grootvader met wie ik een bijzondere band had omdat hij mijn dooppeter was een slecht mens was omdat hij met de Duitsers onderhandelde. Ik ben natuurlijk totaal bevooroordeeld hier en ik doe geen enkele poging objectief te zijn. Dat is voor mijn betoog niet nodig. Het is voldoende te begrijpen dat de rancune en het ressentiment veeleer toe- dan afnamen door de wijze waarop de repressie zijn beslag heeft gekregen.

Militärverwaltung

Daarmee wil ik niets afdoen aan het leed van degenen die door het verbijsterende geweld van Hitler zijn omgekomen of verwanten hebben verloren.

We moeten dat niet minimaliseren. In de Vlaamse beweging bestaat de overtuiging dat de collaborateurs in de meeste dorpen van Vlaanderen doorgaans niets te maken hadden met de kwalijke excessen, maar we moeten daar niet te gemakkelijk over gaan.

In Vlaanderen was de bezettingsmacht van licht andere aard dan in Nederland omdat wij een militair bestuur hadden en de Nederlanders een burgerlijk. Dat schiep niet alleen bij de Duitsers een andere houding, maar ook bij de bezette volkeren en degenen die daaronder die tot samenwerking bereid waren.

De Belgen voerden uit wat de bezetters bevalen, terwijl de Nederlanders meer een eigen rol speelden. Het kan futiel lijken, maar de ruimte ontbreekt hier om dat verder uit te spitten. Het gevolg was wel dat er in België relatief minder Belgische Joden dan in Nederland naar de gaskamers werden versleept, niet dat we ons daarom op de borst moeten kloppen. Het blijft een tragedie en het is wellicht niet aan een bijzondere moed van de Belgen te wijten, uitzonderingen niet te na gesproken. Niet-Belgisiche Joden daarentegen werden niet ontzien. Een eigenaardige morele houding die de Belgen in dank afnamen van hun militaire bevelhebber.

Op de foto: Alexander von Falkenhausen, de bijzondere man, hoe fout ook, die in België de plak zwaaide van 1940 tot 1944 en die veel Belgische Joden het leven gered heeft.