21. dec, 2013

Oermythe

Uiteendrijvende ijsschotsen

Als Vlaamse Brusselaar, of Brusselse Vlaming, begin ik me te voelen als iemand die met de voeten op twee ijsschotsen staat die uit elkaar drijven.

Ik voel me daar tamelijk beroerd bij, nu meer en meer blijkt dat de mentaliteit in Vlaanderen gekeerd is, en meer en meer Vlamingen zich het einde van België kunnen voorstellen. Niet dat dit het einde van de wereld zou zijn.

Op zich is het geen ramp als het land zou splitsen, zolang alles maar functioneert binnen Europa en volgens Europese normen. Ik ben echt niet kapot van het idee, maar het is ook niet zo dat ik er wakker van lig. Zelf heb ik niets aan al dat splijten en gespleten zijn, maar het is een trend en het lijkt niet tegen te houden. Ik vind dat zeer merkwaardig, maar niet onlogisch. Het is misschien een kwestie van timing. Wat we vandaag meemaken is een opborrelen van de sedimenten van vroeger. Om dat uit te leggen moeten we even terug in de tijd.

Terugblik

Het gaat om het vinden van je identiteit als groep.

Vele Vlamingen zien zich niet als Belg maar als Vlaming, op basis van een gemeenschappelijke geschiedenis en een gemeenschappelijke taal. Dat gevoel berust op de mythe fondateur, de oerlegende die iets zegt over onze oorsprong en over onze bestemming. Het Vlaamse oerverhaal is nu dat de Lage Landen ooit één, zelfstandig en welvarend waren, en dat de inwoners hun eigen lot konden bepalen. We moeten dan al teruggaan naar Bourgondische tijden. Onze landen zijn bij elkaar getrouwd en geërfd en alles goed tot en met Keizer Karel, die we als een Vlaming kunnen beschouwen, zij het van Habsburgse afkomst. Daarna viel België aan Spanje, en onze koning werd Filips II. Met de Val van Antwerpen in 1585 viel het land uit elkaar. Het Noorden werd welvarend en nam de culturele fakkel van het Zuiden over.

Dal

Terwijl het Noorden zijn gouden eeuw beleefde, zou het Zuiden afglijden naar een uitgemergeld wingewest.

Gedurende eeuwen zou Vlaanderen door een diep economisch en intellectueel dal gaan. Achtereenvolgens werd het land bezet door de Spanjaarden, de Oostenrijkers en de Fransen.

Vlaanderen werd kaalgeplukt door vreemde mogendheden en verzonk in economische achteruitgang en geestelijke stilstand, op het ogenblik dat het Noorden dolle pret beleefde.

Tussen 1815 en 1830 waren we even één land, een gemiste historische kans. De Vlamingen werden tegen die tijd in eigen land overheerst door de Franstalige bourgeoisie, geschaard rond de r.k. kerk. Deze elite zag zijn belangen bedreigd binnen die bond met het protestantse Holland. Frankrijk zag de kans schoon om de gemoederen nog op te hitsen, en de lage landen vielen opnieuw uit elkaar.

Het oerverhaal ziet een continuïteit na de rij van vreemde overheersers zou het Belgische regime de onderdrukking gewoon verder zetten en het Vlaamse volk fnuiken in zijn zelfontplooiing.