4. dec, 2013

r.k.

Verdwenen wereld

Katholiek waren we wel.

Ik ben gedoopt. Ik heb mijn eerste communie gedaan en ik heb mijn plechtige communie gedaan. Dat waren plechtigheden die feestelijk werden gevierd. Alle ooms en tantes waren present aan de banketdis. Het waren de drie dagen in het leven  van een kind die de jeugd indelen in drie tijdzones.

Er zijn nog foto’s van mijn doopsel in de kapel van het ziekenhuis te Asse met geloof ik een non op de foto. Die zusters van toen gingen nog gekleed in een sluiergewaad, vaak in zwart en wit zodat ze weg hadden van pinguïns. 1956. Oorlog in Korea en de Suezcrisis. Het katholieke Vlaanderen van voor het concilie. Vóór de wereldtentoonstelling in 1958 die het land zou wakker schudden.

Communie

En dan 1963 toen ik mijn eerste communie deed. Daar is ook nog een foto van, want er werd toen nog een foto gemaakt bij de fotograaf Lescornez in Aalst, die nog een apparaat had met een doek waar hij onder kroop. En die vroeg om naar het vogeltje te kijken. Ik heb dit natuurlijk verkeerd begrepen. Voor die ene dag werd ik een paasbest pakje gestoken en ik zag er uit als om op een taart te prikken.

Het hele huis werd omgebouwd om zoveel mensen aan tafel te zetten en te  voeden met feestelijke spijzen. En dan in 1967 nog een keer mijn plechtige communie die ik een jaar jongeren deed, omdat dit zo samen kon gebeuren met mijn zus die een jaar ouder was, zodat er maar een feest moest gegeven worden, want dat was natuurlijk duur. Je kreeg allerlei cadeaus waaronder klassiek altijd je eerste polshorloge dat je voortaan om de pols zou dragen.

Mei

Een jaar later zou mei 1968 uitbreken.

Het jaar dat heel Europa zou veranderen en met enige vertraging ook de katholieke samenleving in Vlaanderen, die ook nog eens midscheeps getroffen werd door het concilie en de encycliek Humanae Vitae van Paulus VI.

Dat Vlaanderen dat zo besmuikt en taboe beladen was, is in een ijltempo verbrokkeld en verdampt. Ter gelegenheid van de communies kreeg je onderricht in de godsdienst, ook wel catechese genaamd. Je diende de catechismus, een boekje dat in vraag en antwoordvorm geschreven was zowat uit je hoofd te kennen op de leeftijd van zeven jaar.

Waar is God? God is overal en op alle plaatsen. Zo ging dat. Je kende het Weesgegroet, het Onzevader, de vier akten, de tien geboden, de vijf kerkelijke geboden en de geheimen van Maria. Als iemand in doodsgevaar verkeerde, gesteld dat het om een ongedoopte ging, dan moest die stellig zo snel mogelijk gedoopt worden, en dat moest je zelf maar doen, want in nood mag iedereen dopen.

Het is dan ook niet zo vreemd dat ik op latere leeftijd veel te weten heb willen komen.