28. nov, 2013

Een gelukkig volk

Heeft geen geschiedenis

Een rustige dag is voorbijgegaan.

Zijn de dagen dat er geen nieuws is, niet de beste? Vooral dat er geen slecht nieuws is gekomen, geen facturen, geen deurwaarders, geen familiesores. Er heeft zich vandaag niets toegevoegd aan al de bestaande ellende die een mens hoe dan altijd me zich meesleept.

Dat zijn de beste, de dagen van van routine, of om in de woorden van Marcel Proust te spreken: la sainte habitude. De heilige gewoontevorming, om het een beetje gezocht te vertalen. De dagen die verlopen zonder verrassing zonder grote vreugde, maar ook zonder pijn.

We mogen dan best eens kijken naar al de kleine dingen die er zijn en die het leven aangenaam maken, zoals muziek in huis, lekkere kip gegeten die door mijn wederhelft is klaargemaakt.

Arbeid

Op het werk was het de gewone stress van elke dag, maar niets dat buiten de comfortzone is gekomen.

Claude Bernard, de  beroemde fysioloog stelde gezondheid gelijk met ‘stilte in de organen.’ Elk lichaamsonderdeel doet zwijgend wat gevraagd wordt, zonder de aandacht op zich te trekken. Alle organen die stil en onverdroten hun dagelijkse werk doen zonder daar veel gerucht of misbaar bij te maken. Is dat niet het paradijs? Dat alles werkt zonder stennis en zonder heibel?

Ik heb me voorgenomen net dat gevoel te bevorderen en te begunstigen in mijn eigen kleine kleurloze leven. Gewóón zijn. Gewoon zíjn. Het dagelijks labeur, zonder ophef. Elke dag brengt zijn zorg, elke dag brengt een oplossing voor een andere zorg. Het leven is al ingewikkeld genoeg zoals het is, zonder dat ik nog moet zoeken naar verwikkelingen.

Tevreden

Het is nu genoeg geweest met het verleggen van de grenzen. Misschien zijn ze nu voorlopig voldoende verlegd, of ben ik uitgeput. De begeerte zelf is weggevallen en je kunt dat ook als een groot goed beschouwen.  

Het enige wat nog telt, naast het schrijfplezier, is de naaste verwantschap: de partner, de dochter, de moeder. Familie is de bron van de grootste voldoeningen en het meeste verdriet. We zijn de strijd uit het verleden vergeten, en we willen geen conflicten meer. Het is wellicht een van de zegeningen van de leeftijd dat we daarin milder worden en elkaar bij voorbaat vergeven voor de beperkingen en de tekortkomingen die we hebben.