25. nov, 2013

Pijnlijke stilte

Uitzichtloos lijden

Mijn moeder leefde gekweld door een verstikkende moraal en stierf in 1974.

We kunnen ons nu niet meer voorstellen welke taboesfeer er toen nog heerste. Seks en voortplanting mochten niet, tenzij in het huwelijk en daar moest het, zonder enige vorm van voorzorgsmaatregelen.. Er was geen veilige anticonceptie, omdat het niet mocht. Counseling bestond niet. En dan was er dat andere taboe, dat van de dood, die in geen  geval door menselijk handelen mocht bespoedigd worden.

In het geval van moeder kwam haar verlangen naar het einde wel af en toe ter berde, maar niet in aanmerking voor verdere actie. Ik denk echt wel dat ze naar de dood hunkerde. Ze  heeft herhaaldelijk de wens geuit te mogen sterven. Ik vermoed wel dat ze de keuze voor euthanasie gemaakt zou hebben, als ze die keuze toen had bestaan, om haar lijden te bekorten. Ik zou het haar ook gegund hebben, maar zou als kind niet in staat geweest zijn daar een rol in te spelen.

Dat ze dood wilde, kwam wel ter sprake, maar er werd schichtig mee omgegaan, en uitgepraat werd het nooit.

Doodsfantasmen

Op een of andere manier werd het onderwerp altijd weggemoffeld of onder geschoffeld.

Zelf had ik daar wel allerlei fantasieën over, dat mijn moeder ooit zou sterven, en hoe dat zou zijn. Er was eerst een tijd dat ik van school kwam en me inbeeldde dat ik de deur van de kamer zou opendoen en mijn moeder zou genezen zijn, in staat te stappen en boterhammen te smeren. Later kwam er een tijd dat ik van school terugkwam en me inbeeldde dat ze overleden zou zijn.

Ik voelde me daar heel erg schuldig over, dat ik zulke gedachten had, en ik ervoer het als een bevrijding, dat ik tijdens mijn studies leerde over Sigmund Freud, de grondlegger van de psychoanalayse, wanneer die de doodsfantasieën die kinderen hebben omtrent hun ouders bespreekt, en tot de bevinding komt dat het normaal is dat kinderen zich de dood van hun ouders voorstellen, of zelfs dat ze fantaseren hoe ze een of beide ouders vermoorden.

Dat komt in alle gezinnen voor, en het is niet iets om wakker van te liggen. Dat is het bevrijdende: het is normaal, want het kan benoemd worden en dan blijkt dat het overal bestaat.

Letteren

Het is weer zo een voorbeeld van hoe de (wetenschappelijke) literatuur bevrijdend kan werken.

We hebben nu meer vrijheid om onze keuzes te maken, en de artsen moeten hun kennis en macht ten dienste stellen van degenen die er om vragen, om te doen waar ze om vragen.

Ik vast niet aarzelen er een einde aan te (laten) maken als ik vond dat de tijd gekomen was, niet dat ik me dat nu kan voorstellen, want ik ben vol leven en plannen.

Sowieso komt de procedure alleen in aanmerking als de situatie uitzichtloos is, en als de persoon bewust is en in staat een keuze te maken. Dat is precies wat de Belgische euthanasiewetgeving voorziet, en ik vind dat een heel wijze wet.

Niemand moet veroordeeld worden om blijvend gekluisterd te zijn in situaties van uitzichtloos lijden. Dat ik daarover zeer sterk afgebakende opinies heb, heeft onder meer te maken met de zorgsituatie die ik thuis heb gekend, met een moeder die zich niet kon behelpen.