23. nov, 2013

Terug van weggeweest

De schaduw van mijn moeder

Boeiend bezig blijven, dat was ons motto toen we nog student waren in Leuven.

Ik ben altijd maar met leven doorgaan, en met dagelijkse strijd die daarvoor vereist is, omdat ik het nog steeds interessant vind, wat er uit de bus komt. Ik heb een zekere mate van geluk verworven en daar kan ik alleen maar reuze blij om zijn.

We zullen maar hout vasthouden, zoals ze in Brussel zeggen en onze voorspoed niet te veel van de daken schreeuwen, om geen onheil over ons hoofd af te roepen. Ik blijf altijd maar verder boeren, omdat ik het gevoel heb dat de taak er nog niet op zit. Ik heb nog niet veel zin om er spoedig achter te komen wat er zich verbergt aan de andere zijde. De hemel kan wachten, want ik heb genoeg aan het aards paradijs, voor zolang het blijft duren, want het is allemaal zeer kwetsbaar.

Innerlijke kracht

Je weet wat je hebt, maar je weet niet wat je krijgen zult als je ermee ophoudt.

Het moet wel al heel erg uitzichtloos moeten worden, vooraleer ik zou wensen ermee te stoppen. Het komt wellicht ook omdat ik gehard ben door het lijden van mijn moeder. Toen ze stierf wist ik wel zeker dat ik nooit in mijn leven groter lijden zou meemaken, dan waar ik getuige van was geweest. Ik had het misschien verkeerd voor, want er zou nog veel onheil op me neerdalen.

Als het echt ondragelijk werd, dan kwam ze altijd. Mijn moeder kwam terug om me te helpen, en me te troosten, en me te vervullen van vernieuwde krachten. Het kon in een droom zijn of in een of ander voorwerp of bericht uit het verleden, of via iemand anders van de familie. Of gewoon het gevoel dat ze daar was in de kamer.

Ik heb nooit een moeder gehad die boterhammen sneed.

Bescherming

Bovendien verloor ik haar toen ik achttien was, maar toch oefent ze een mysterieuze macht over me uit, en dat in gunstige zin. Zij is een beschermende en oriënterende factor in mijn leven, een baken en een poolster. De voorbije jaren komt ze niet meer zo vaak. Zeker al tien jaar. De behoefte is ook een stuk weggevallen. Het gaat goed met me, en dat al onafgebroken sinds de dag dat ik van mijn foute man af ben. Het gaat eigenlijk steeds beter. Het is om bang van te worden.

De voorbije dagen is mijn moeder weer volop terug, nu ik bezig ben aan de verwerking van de gewiste dagboekarchieven van twee jaar geleden, en nu het boek uitkomt ‘Herinner de toekomst.’ In dat interview, dat zowat de bestaansreden van mijn leven weergeeft, vertrok ik ook van dat gegeven dat allesbepalend is geweest.

Ik denk wel aan de dood, en dat is ook noodzakelijk en het hoort tot het leven. Het is mij een grote troost dat ik de zaken straks redelijk op orde kan achterlaten, en dat ik niet een financiële krater nalaat, voor mijn enige dochter, die de naam van mijn moeder draagt, en dat is niet toevallig. Stel dat ik tien jaar geleden was komen te overlijden, toen ik een menigte schulden had, wel ik schaamde me voor dat idee.

Daarom wilde ik ook niet sterven toen ik die hersentrombose kreeg. Het was niet af. Nu sta ik daar weer serener tegenover.