4. nov, 2013

Ontwikkelingsproces

Zelfontplooiing

Beoordeel iemand aan de hand van zijn vragen, veeleer dan zijn antwoorden, zegt Voltaire (1694-1778.)

Mijn vader zei altijd “Er bestaan geen domme vragen, alleen maar domme antwoorden.” Dat is ook een manier om het te bekijken. We hadden het gisteren immers al over het antwoord dat we hebben, en de vraag die we nog moeten zoeken.

Wanneer het leven begint, bij de versmelting van een zaadcel met een eicel, gaat een aantal processen van start die allemaal het een na het ander moeten aflopen.

Vanaf de bevruchting gaat het plan dat zich in de chromosomen verschuilde, zich ontplooien. Het enige wat daar verder voor nodig is, is een stel gepaste randvoorwaarden zoals de baarmoeder die biedt. Deze ontwikkeling verloopt als het ware blindelings en is de vrucht van een evolutie die honderden miljoenen jaren geduurd heeft.

Groei

Wanneer het kind geboren is, gaat die ontwikkeling gewoon verder.

In het beste geval zullen de ouders dat jonge leven koesteren, schutten en beschermen en zal de samenleving de gepaste randvoorwaarden bieden om de ontluiking van alle menselijke capaciteiten en faculteiten te laten geschieden.

Ook als niet zeker is, wat de zin  van het leven zou moeten zijn, en zelfs als we het niet eens over worden over ons uiteindelijk doel, kunnen we toch ervoor zorgen dat de ontplooiing van de menselijke ziel kan plaatsgrijpen, zowel wat onszelf betreft als onze naasten en met zekerheid de kinderen.

De biologische ontwikkeling gaat over in een psychologische ontwikkeling. Je wordt adolescent en vervolgens volwassen. Op een gegeven ogenblik kom je erachter dat er knelpunten zijn, en dat hier en daar het schoentje wringt. Dat zul je altijd zien.

Bevrijding

Onze zelfontplooiing vraagt van ons dat we ons ontdoen van allerlei geestelijke kluisters, zoals vooroordelen, rancune of onnodige schuldgevoelens. Scrupules zou je dat kunnen noemen, zoals Molinos dat deed in zijn tijd.

We kunnen dat doen door te vertrouwen op de innerlijke samenhang van de ontwikkelingsprocessen. Het enige wat daarbij nodig is, en dat is net het moeilijke, is die zelfontplooiing in overeenstemming te brengen met de eisen die de samenleving aan ons stelt. Nu gelden andere en meer  complexe randvoorwaarden.

Chris schrijft daar het volgende over:”Iin het subjectief-rationele schema zijn de subjectieve inschatting van de gedragsmogelijkheden (wat kan ik - wat denk ik dat mijn mogelijkheden zijn) en de attitude (waartoe ben ik in de gegeven omstandigheden geneigd) een verklaring van het succes of de mislukking.

De perceptie  van het eigen talent en het daaruit voortkomende geloof in eigen kunnen bepalen de kans dat er ook werkelijk uit komt wat de bedoeling was. Met een attitude van volhouden en experimenteren wordt de kans nog verder vergroot. Dit alles gegeven de omstandigheden, in dit geval het verschijnen van experts die het talent en het volhouden belonen met welwillende adviezen.”

Voor sommigen zal het wellicht bekend in de oren klinken, zeker voor Chris aangezien ik graag en gul put uit de myriade-cyclus om mijn standpunten te illustreren.