28. okt, 2013

Naaimachinebarok

Jauchzet, frohlocket !

 ‘Bach, Ah! La divine machine à coudre.’

Bach, de Goddelijke naaimachine. Ik dacht dat het madame Rolland was die de frase ooit te berde bracht, of anders madame de Staël, of dat het idee toch stamde uit de Parijse saloncultuur van rond de Franse revolutie.

Ik ben gaan zoeken van wie het citaat is, want ik wilde het weten, maar het is niet te vinden.

In het Frans vond ik over deze kwestie een uitwisseling op een discussieforum, die me aan het lachen maakte. Ik vat het even samen.

Colette en Wanda

Een deelnemer begint met zeggen dat het citaat vaak wordt toegeschreven aan Colette, naar verluidt in een brief, maar een meer precieze bronvermelding is er niet te vinden.

Ene Lucien Rebatet denkt dat de uitspraak afkomstig is van Duitse musicograaf “met (iconoclastische) neigingen,” (zeg maar een hang naar Beeldenstorm) van wie hij de naam niet vermeldt.  (Une Histoire de la musique, 1969.)

Deze deelnemer wantrouwt de toeschrijving aan Colette, want wellicht is die aan het idee te wijten dat vrouwen en naaimachines voor elkaar voorbestemd zijn.

Een andere deelnemer kent de uitdrukking omdat ze werd toegepast op de clavecimbelkunst van Wanda Landowska, “hetgeen de toeschrijving aan Colette op de keper beschouwd plausibel gemaakt.”

Wanda Landowska werd geboren in Warschau op 5 juli 1879 en overleed in Lakeville op 16 augustus 1959. Oorspronkelijk een Poolse, verwierf ze later de Franse nationaliteit. Zij heeft een belangrijke rol gespeeld in de herontdekking van haar instrument. Zij was een notoire lesbienne die lak had aan de vooroordelen van dat tijdperk, en daarmee ver vooruit was op de zedelijke bevrijding vanaf de jaren zestig, en dat kun je ook van Colette wel zeggen, vandaar wellicht de toespeling.

Van Nathalie Clifford Barney is bekend dat ze in het openbloeiende Parijs van de jaren twintig op vrijdag bijeenkomsten organiseerde, waar Colette uittreksels uit haar werk vertolkte, samen met Marguerite Morena. Ook Wanda Landowska gaf er clavecimbelmuziek ten beste. Paul Valéry zong er liederen van Gertrude Stein.

Iets anders

Weer een andere deelnemer brengt een nieuwe uitdrukking te berde: ‘Het geluid van de clavecimbel lijkt op het geluid van twee skeletten die op een golfplatendak copuleren.” Dit wordt meestal aan Beecham toegeschreven, en soms aan Saint-Saëns. Hij of zij voegt er nog aan toe: aan Beecham wordt zoveel toegeschreven dat je niet meer weet wat er van waar is.

We zijn ook even in het Duits gaan kijken en vonden het volgende citaat: “Op zeker ogenblik kon Gustav Leonhardt ‘het nuchtere spel niet meer verdragen,” waarmee hij groot geworden was. De beroemde Nederlandse clavecinist nam afscheid van de zakelijkheid, herontdekte Bach van de bronnen uit als nieuw, speelde met tempo en versiering en beëindigde het tijdperk van de “naaimachinemusik.” Zo noemden spotters de brave weergave op kisten die als eiersnijders klonken.

Verwijzingen

De laatste alinea is vrij vertaald naar Volker Hagedorn.

De portret van Wanda is van de hand van Emil Orlik (Praag, 21 juli 1870 - Berlijn, 28 september 1932)