11. okt, 2013

Of God bestaat

Wat niet weg gaat

Kun je over God en godsdienst zinnige uitspraken doen?

Met het oog op godsdienst mogen we er van uitgaan dat Wittgenstein het bestaan van God niet aannam, of op zijn minst van mening was dat je er geen geldige uitspraken kunt over doen.

Hij was katholiek geboren, gedoopt, en  begraven, maar daar tussenin gaf hij nooit de indruk een praktiserend katholiek te zijn of veel met priesters op te trekken. Zijn vader was een Jood, zijn moeder een katholieke dochter van een katholiek en een Jodin. Niet dat het voor zijn filosofie wat uitmaakt.

Liturgie

Godsdienst is zijn terrein niet, of hij laat zich tenminste niet over religieuze kwesties uit. Wat we wel weten is dat hij zich verzette tegen godsdienstbedienaars, die met doctrinaire of filosofische argumenten het bestaan van God menen te kunnen aantonen.

We weten ook dat Ludwig zich aangetrokken tot religieuze rituelen en symboliek, en dat hij ooit overwoog priester te worden.

Hij vergeleek de eredienst met een groots gebaar, zoals wanneer je een foto kust. Dat doe je niet op basis van de verkeerde veronderstelling dat de persoon op de foto de kus zal voelen of beantwoorden, noch op grond van enig ander geloof. Ook is de kus geen vervanging voor een bijzondere zinsnede, zoals ‘ik hou van jou.’

Religieus taalspel

Zoals de kus brengt godsdienstig handelen een attitude tot uitdrukking, maar het gaat hier niet om het even welke attitude, in de betekenis dat allerlei andere uitdrukkingsvormen even goed zouden passen. Het zou best wel eens kunnen blijken dat er geen enkele vervanging voor te vinden is.

Je zou hetzelfde kunnen zeggen over het hele taalspel (of taalspelen) omtrent godsdienst.

maar dit is onderhevig aan controverse. Gelovigen zijn meestal eenkennig.

Het laatste woord is er niet over gezegd en er blijft ruimte voor meningsverschillen. Je kunt

religieuze uitingen zoals ‘God bestaat’ zien als handelingen die hun eigen reden van bestaan hebben, zonder daarom de uitspraken er omtrent voor letterlijk waar aan te nemen.

Veel gelovigen, waaronder ook degenen met een Wittgensteiniaans gedachtegoed zouden het daar fel oneens mee zijn. Er is echter heel wat ruimte mogelijk voor hoogstaande discussies over wat het betekent een uitspraak letterlijk te nemen.

Charles Taylor, kort samengevat, is van mening dat de werkelijkheid datgene is wat niet weggaat. Indien we niet in staat zijn het spreken over God tot iets anders te reduceren, te vervangen, of aan te tonen dat het onwaar is, dan is God misschien even reëel als al de rest.

Bron: Internet Encyclopedia of Philosophy (a peer-reviewed academic resource) in het lemma over Ludwig Wittgenstein