9. okt, 2013

Laatste woorden

Dood van een filosoof

Wittgenstein overleed in Cambridge op 29 april 1951.

Ludwig Wittgenstein is in de thuissituatie overleden. Hij wist al lang dat hij kanker had. Op 26 april was hij jarig en werd hij 62.  De volgende dag schreef hij de laatste keer in zijn dagboek en maakte hij nog een wandeling.

 Die avond werd hij ernstig ziek. De dokter kwam en vertelde hem dat hij wellicht nog maar een maar dagen te leven had. ‘Goed.’ zei hij. Net voordat hij voorgoed het bewustzijn verloor op 28 april zei hij aan Joan Bevan, de echtgenote van zijn arts, bij wie hij verbleef tijdens zijn terminale ziekteperiode: “Vertel hen dat ik een prachtig leven heb gehad.”

Eredienst

De vier vrienden die zich rond zijn sterfbed verzamelden beraadden zich of een priester gewenst was. Ze kwamen er zo gauw niet uit en ze konden het hem niet meer vragen.

Ze waren onzeker of hij het Heilig Oliesel gewild zou hebben, maar een van hen herinnerde zich dat hij ooit had gezegd, dat hij hoopte dan zijn Katholieke vrienden voor hem zouden bidden.  Daarom werd er toch maar een pater bij gehaald, een Dominicaan.

Kort nadat hij het sacrament van de stervenden had ontvangen blies hij zijn laatste adem uit. Hij werd volgens de Katholieke rite begraven in de Parochie van de Hemelvaart te Cambridge en kreeg er een grafzerk, zoals we gisteren al zagen.

Wittgenstein was geboren en gedoopt in het katholieke Oostenrijk en was bijgevolg goed bekend met de r.k. gebruiken. Hij was niet religieus ingesteld, maar voelde wel mee met de katholieken op basis van zijn opvoeding en zijn culturele achtergrond.

Volgens zijn vriend Norman Malcolm zag Wittgenstein het Katholicisme veeleer als een manier van zijn, dan als een verzameling geloofsovertuigingen, die hij persoonlijk niet aankleefde, aangezien hij geen enkele godsdienst toegedaan was.

Van God los

Je kunt hem nog het beste een agnost noemen, en dat is letterlijk te nemen als iemand die vindt dat geen deugdelijke uitspraken over de godsdienst gedaan kunnen worden.

Tegenover de dood stond hij merkwaardig sereen.

“De dood is geen gebeurtenis in het leven, want we leven niet wanneer we de dood ervaren. Indien we aannemen dat de eeuwigheid niet een eindeloos voortduren van de tijd betekent maar wel tijdloosheid, dan behoort het eeuwig leven toe aan degenen die in het heden leven.”