Hond

"Het is mijn moeder die dit vertelt, behalve wat tussen haakjes staat:
Je neemt toch geen hond als je er niet kunt voor zorgen.
Aan de overkant van de straat staat een huis van een stel met twee auto’s en zonder kinderen. Ze gaan alle twee werken, maar ze hebben wel een hond, die op werkdagen de godganse dag door het raam naar buiten kijkt terwijl ze weg zijn.
Die hond houd ik dan soms in de gaten vanuit mijn raam in de keuken. Tussen ons ligt de straat. De hond is eenzaam en kijkt uit het raam (en dat doe ik ook.)
Tussen ons is de straat. Als ik die kop zie bewegen dan weet ik dat er een auto aankomt. Komt er een auto in de straat, gaat die hond de kop oprichten. Zo weet ik altijd wanneer er een auto gaat komen en uit welke richting die komt, naargelang waar de hond naar kijkt.
Als je de hele dag allebei weggaat om te gaan werken, dan neem je toch geen hond. Ik heb met die hond te doen die daar de hele dag uit het raam naar de straat zit te turen. Tot een van het stel naar huis komt. Tenzij in het weekend.
"

Mijn moeder