30. sep, 2013

Stuwmeer

Onze sociale zekerheid is een cascadesysteem.

Ik heb het een aantal keren in mijn loopbaan als huisarts meegemaakt dat een hulpvrager door het ijs zakt.

Soms verloopt dat spectaculair snel, van rijk naar arm, dat je ongewild rekenschap aflegt omtrent de kwetsbaarheid van onze maatschappelijke welstand, die we hebben opgebouwd en die we graag als verworven beschouwen.

Neem nu Ernest, om een willekeurige voornaam te nemen. Het begint heel onschuldig ermee dat hij ziek wordt, eerst een griep en later een maagzweer. Zonder dat hij beseft komt hij al in de maalstroom van het cascade-effect terecht, dat onze sociale zekerheid kenmerkt.

Wanbeleid

Ernest werkt voor een baas die voortdurend iedereen opjut, om meer te presteren, en die zelf als leidinggevende niet deugt.

De vis rot aan de kop. Neem nu bedrijven of diensten waar de werknemers meer dan gemiddeld ziek worden door stressgebonden aandoeningen, dan zul je altijd zien dat het management zijn verplichtingen niet nakomt, conflicten niet beslecht en onredelijke eisen aan de werknemer stelt.

Het komt tot een crisis wanneer de bedrijfsleider per brief Ernest laat weten, bedenkingen te hebben bij de kwaliteit van afgeleverde werk. Ernest ontploft bijna en gaat terug naar de huisarts, die hem uit de omloop moet nemen om groter kwaad te voorkomen. Ineens vertelt hij de huisarts een lang verhaal over de ondergane vernederingen die zich al maanden of jaren hebben opgestapeld. Hij stort in.

Stel

Ook zijn gezinsleven stort in.

Naarmate blijkt dat zijn ziekteperiode niet ophoudt deze keer, wat meebrengt dat er minder inkomsten zijn, en nu Ernest zo prikkelbaar, angstig en depressief is, vormt hij niet meer de aantrekkelijke partner die hij ooit was. Het komt tot hoge woorden en de relatie staat op springen.  

Ernest zit nu vast in het ziekenfonds. Zolang er een arbeidscontract is kan hij niet naar de werkloosheid, kan hij geen opleiding volgen noch ander werk vinden. Hij gaat aan de pillen, of hij gaat aan de drank. Of hij eet niet meer. Iedereen op zijn manier.

Ernest is zijn huis kwijt en op kamers gaan wonen, was ik nog even vergeten te zeggen. In de afwezigheid van zijn wederhelft gaat hij zich meer en meer verwaarlozen. Na zes maanden ziekenfonds heeft de adviserende geneesheer genoeg van hem en hij komt in het werkloosheidsstelsel terecht. Hij vindt geen werk omdat je intussen alle punch hebt verloren.

De scheiding verloopt pijnlijk. Hij gaat nog meer drinken of de hele nacht videospelletjes spelen. De stempeltempel laat je weten dat hij zijn uitkering verliest, omdat hij geen werk heeft gevonden, en hij komt in het OCMW terecht.

Volgende halte: de straat

Daar komt Ernest bij een juffrouw terecht komt die zijn privé leven onderzoekt en die hem vertelt wat hij moet doen om het bestaansminimum te krijgen.

Als Ernest het met die juffrouw  niet kan stellen en het gaat ook nog mis met haar, om wat voor reden dan ook, dan is er geen inkomen meer, en zal Ernest ook zijn gemeubelde kamer verliezen, zodat hij op de straat komt te leven. Want onder het OCMW is er niets meer. Ik heb al mensen gezien die dat op zeer korte tijd van een of twee jaar hebben meegemaakt. Die roetsjbaan gaat soms ongelofelijk snel.