18. sep, 2013

Michel Tournier

De clowns

Een God op de literaire Parnassus.

Naar aanleiding van een opgegeven thema in onze dichtersclub Myriade, omtrent clowns, heb ik Michel Tournier opgezocht in Wikipedia, en kwam tot de vaststelling dat hij nog leeft. Hij is geboren in 1924 en dus bijna negentig.

Ik las hem voral toen ik nog veel las, in de jaren zeventig en tachtig. Ik herinnerde me dat hij ergens een essay over de rode en de witte clown heeft geschreven dat al die tijd in mijn hersenkronkels is blijven hangen.

Romancier

Deze grote Franse romanschrijver, cultuurpaus en essayist was ooit winnaar van de Prix Goncourt en trad later toe tot de Académie Goncourt. Hij is de auteur van niet minder dan vier onvergetelijke romans die ik in de jaren zeventig verslonden heb: ‘Vendredi ou les Limbes du Pacifique,’ ‘Le Roi des Aulnes,’ ‘Les Météores,’ ‘La Goutte d’Or.’

Ik las hem in het Frans maar ik weet dat zijn werk vertaald is. Uit de losse pols weergegeven en misschien niet exact de titel in het Nederlands wordt dat: ‘Vrijdag of het Geborchte van de Stille Zuidzee.’ ‘De Elzenkoning’, de ‘Meteoren’ en de ‘Gouden Druppel.’ Stuk voor stuk meesterwerken.

Ik reken Michel Tournier op zijn minst in de top tien van belangrijkste schrijvers ooit, in termen van invloed op mijn eigen ontwikkeling. Nu er in onze schrijfclub opdracht gegeven is, iets over clowns te doen, kwam me daar een essay van deze auteur in herinnering, en daar ben ik dus de mosterd gaan halen voor deze bijdrage.

Circus

Tournier vertelt enthousiast over zijn verwondering als kind in het circus, toen hij zijn eerste clown zag. Het was een witte. In die tijd was dat zo. De witte begon. Nu zijn er geen zekerheden meer.

De eerste verschijning van de clown in de zagemeelpiste ­‑ aldus Tournier, vrij vertaald -vormde een stroomversnelling in het circusspektakel, en bracht een bries van elegantie, lichtheid, beweeglijkheid, en geestigheid onder de tent.

“De witte clown kleedt zich in glanszijde en glitter. Zijn gelaat is wit geschminkt en gepoederd,  bekroond door zijn wenkbrauwen die onwaarschijnlijk hoog op het voorhoofd geschilderd zijn, als het waren twee vraagtekens. Hij draagt smalle, glimmende schoenen en zijn kuiten zijn in spinnenwebkousen gespannen.”

Een heer om door een ringetje te halen, die zich uitlaat met neerbuigend raffinement. “Die sluwe blik in zijn witte Pierrot-gelaat, die stem met dat ongewone timbre, die ontwapenende glimlach waarmee hij het publiek inpalmt, en dan dat sprankelende kostuum, dat ruist en ritselt van de lichteffecten.”

Het brengt het publiek in vervoering, en allen samen de kijkers zich op weg naar een parallelle en volstrekt toverachtige wereld.