6. sep, 2013

Voor het concilie

Doe wel en zie niet om.

Naar aanleiding van een familie-evenement nog eens zitten nadenken over het Vlaanderen van voor het concilie dat ik gezien mijn leeftijd nog heb gekend.

Op de zwart-wit foto’s van toen ziet het er wellicht liefelijk uit, maar in de werkelijkheid was het niet zo een pretje in die samenleving te evolueren. Er mocht niets en mensen oefenden een verregaande sociale controle op elkaar uit.

In de jaren zestig kwam het tot de grootste cultuur explosie ooit. De baby-boomers waren jong en onstuimig. Dit zijn de mensen die in de geboortegolf na de tweede wereldoorlog zijn geboren, pakweg tot 1965. Die kinderen zouden opgroeien in een maatschappij met ongekende mogelijkheden tot opwaartse sociale mobiliteit.

Het onderwijs werd algemeen en uitgebreid naar grote lagen van de bevolking, of tenminste de kinderen kregen principieel toegang tot kennis, opleiding en de arbeidsmarkt, die in die jaren boomende was. Iedereen vond werk in die dagen en leek maar niet op te kunnen.

Toppunt

Er is een kort moment geweest dat alles kon, zo van 1965 tot 1975. Toen kwam de tijd van de economische aardolie-schokgolven, en toen was het uit met de pret. Het model dat gebouwd was op goedkope energie uit Arabische landen kreeg rake klappen.

We krijgen dan dertig jaar crisis en we zijn er nooit uit geraakt. Doordat de baby-boom generatie talrijk is en overal aanwezig op de hogere etages, vormt zij een machtsfactor, wat de consumentenmarkt betreft. Zij overheerst de politiek.

Gewoon door hun aantal zullen ze meer dan wie ook wegen op de balans van de pensioenkas-stelsels, maar ook doordat de lonen die ze verdiend hebben in hun carrière een stuk hoger lagen dan wat hun ouders ooit konden verdienen.

Triple play

De baby-boomers zijn de generatie die drie keer aan de kas is gepasseerd: zij hebben genoten van de spaarzaamheid van hun ouders. Zij hebben een gemiddeld arbeidsinkomen verworven toen het nog goed ging. Zij krijgen een navenant pensioen dat door de werknemers van vandaag betaald moet worden.

Ik maak er natuurlijk ook zelf deel van uit en mag er niet van klagen. Ik wil niet de indruk wekken dat ik slachtoffer ben van de situatie. Ik stel alleen maar vast.

De generatie van mijn dochter zal wellicht de schade wel betalen, dat zal nog moeten blijken, want niemand weet hoe het met ons afloopt.