8. aug, 2013

Extra

In het weggaan

Voor mijn vertrek wil ik graag nog een extraatje toevoegen.

Niet alleen wordt Augustus een zeer korte maand, en door dit extraatje iets minder kort, wat het dagboek betreft, ook had ik het gevoel dat ik een redenering, die ik aan het opzetten was in de bijdragen van de laatste weken, niet heb kunnen afmaken.

Het heeft nog steeds te maken met onze verhouding met de literatuur, en met het geschreven woord.

Hic et nunc

We zijn allemaal geworteld in ons eigen hier en nu,  bepaald door tijd en ruimte als we zijn.

Iedereen is bepaald door zijn eigenheid en daar zit een aantal dingen die je niet kunt veranderen: je geslacht, je taal, je seksuele voorkeur, het jaar en de plaats van geboorte.

We leiden daar allemaal onze voorkeuren en afkeuren uit af, en het verklaart onze bepaaldheid, en onze beperktheid.

Vanuit onze beperktheid kunnen we elk op onze eigen manier onze neus aan het venster van de literatuur gaan steken. Iedereen komt ergens anders vandaan, en in de literatuur zoeken we allemaal onze eigen gading, die voor iedereen verschillend zal zijn, want uit de boekenwinkel komt iedereen met iets anders naar huis.

 Ik ben slecht geplaatst om anderen te gaan vertellen wat ze moeten lezen, maar ik weet wel: “zeg me wat gij leest, en ik zal u zeggen wie ge zijt.’ We mogen veronderstellen dat er ergens in die berg literatuur voor iedereen een bron van waarheid schuilt. De vraag is hoe kom je daar dan toe? Hoe vind je die parel in de mesthoop? Ga je alleen op je eigen instinct vertrouwen, of ga je te rade bij voorbeeldfiguren? Het is natuurlijk een beetje van alles, zoals kiekenstront zoals ze in Brussel zeggen.

Bakens en boeien

Volg je neus en je komt bij figuren terecht die je iets bijbrengen en waar je iets van op kunt steken. Maar blijf steeds kritisch. Als we mogen veronderstellen dat de literatuur een antwoord biedt op onze zoektocht naar waarheid, moeten we ook niet naïef zijn en hopen dat elke literatuur op elk ogenblik de waarheid biedt, wat ze niet doet.

Je moet die waarheid zoeken of zeg maar opdelven. Je moet er moeite voor doen, want er is zoveel kaf onder het koren dat het soms een beetje vermoeiend wordt om dat allemaal weer van elkaar te gaan scheiden.

Besluit

Iedereen moet maar naar eigen vermogen de bakens uitzetten van wat hij of zij redelijk en gunstig vindt, en ik doe dat op mijn manier. Ik probeer verslag uit te brengen van een deeltje van de denkbeeldige reis die ik doorheen mijn eigen levensfase maak. Ik hoef dat niet te doen, en ik word niet betaald om het te doen, maar ik doe het met hart en ziel, voornamelijk omdat het me zoveel genoegen verschaft.

Because I can.