21. jul, 2013

Ibrahim

Geleende naam

Ik zal hem Ibrahim noemen, zoals hij ook heette in de Brabantse Decamerone.

Zo heet mijn trilogie, waarvan deel een en deel twee verschenen zijn in 1989 en 1990 als mijn herinnering goed is.

Hij speelt daar een herkenbare rol in. Ibrahim is een pseudoniem en dat is maar goed ook.

Als ik meer over hem wil vertellen, dan moet ik hem wel een naam geven, maar ik vind het niet netjes iemand bij zijn eigen naam te noemen, over wie je geen goeds te vertellen hebt.

Het is niet goed dat allemaal op te rakelen, en dat is wat zou gebeuren als ik het persoonlijk zou maken.

Onkunde

Het is niet dat hij nergens goed in was, maar dat hij overal slecht in was. Chaotisch is een woord dat bij me opkomt als ik er terug aan denk.

Overal aan beginnen en nooit iets afmaken. Veel grootspraak en beloften, en weidse vooruitzichten. Bovendien begon hij zeer geleidelijk en sluipend steeds meer te drinken, vaak ook stiekem. Hij kon niet tegen drank, wan hij werd er nog gestoorder van, verloor alle zelfcontrole en werd ongenietbaar.

Aangezien hij geen vaste job scheen te kunnen vinden, en meestal over geen vast inkomen beschikte, vond ik het maar normaal dat hij wat terugdeed en probeerde ik hem in te schakelen in om het eender welke activiteit in het huishouden en zaken, waar hij nuttig zou blijken te zijn. Soms lukte dat, andere keren minder.

Samenwerking

Hoewel hij bijzonder intelligent was, op zijn manier, bracht hij daar niet veel van terecht. Hij deugde eigenlijk nergens voor.

Hij is een paar keer voor een job gegaan. Wat nog het langst heeft geduurd was zijn tijd als room service bediener in een luxe hotel. Als het allemaal waar is. Dat ging een tijdje goed tot hij op een nacht bebloed thuiskwam.

Was hij in elkaar getrapt door collega’s, omdat hij de fooien niet deelde. Als het allemaal waar is, want dat weet je niet met zo iemand, die dingen uitvindt en soms nodeloos liegt, blijkbaar omdat ie dat in zijn zieke brein nodig heeft of zo.

Zo ben ik ook op het onzalige idee gekomen, te vragen me te helpen met het beheer van alle zakelijke belangen, zowel privé als wat het werk betreft. Dat ging een tijdje min of meer goed, maar het zou geleidelijk ontaarden en tot ondraaglijke situaties leiden.

Besluit

Er viel niets aan te verbeteren, en er viel ook niet van af te komen. Het kwam tot ruzies en verzoeningen. Heftig was hij wel en op zijn manier overheersend. Het werd steeds minder leuk.