20. jul, 2013

De moeder van alle jaren tachtig

De foute man

Nog een ander aspect van 1986 mogen we niet vergeten te noemen: het was ook het jaar van de foute man.

Ik kende hem al wel een jaar of zo, en het was tot seksuele toenadering gekomen,  maar ik beschouwde dat allemaal nog niet als een relatie. Eerder als een losse scharrel waar geen einde aan kwam en met wie af en toe te lachen viel.

Toen ik wegging uit de huisartspraktijk en aan mijn zeven jaar omzwervingen begon, nestelde hij zich meer dan ooit in mijn leven, en we werden een stel, niet dat ik dat zo had voorgesteld. Het verliep op sluipende wijze. Hoe dan ook was hij er voortaan zowat elke dag. Ik wist niet waar hij woonde en hij sliep meestal ergens anders.

Beschrijving

Hij was aantrekkelijk, grappig en aandoenlijk. Moeilijk te beschrijven, het effect dat hij maakte. Ik kan dat moeilijk weergeven, hoe hij eerst was, omdat ik niet meer voorbij de latere gebeurtenissen kan kijken. Had ik moeten zien dat er wat aan scheelde?

Hij was een beetje fantast en zo, maar vertoonde nog niet meteen alle gedragsontsporingen die met de tijd alleen maar zouden verergeren, met grote schade tot gevolg. Het zou me pas later duidelijk worden dat hij ernstig psychisch gestoord was.

 Schizo-affectieve stoornis volgens de psychiaters Ik zie dat als iets tussen schizofreen en manisch-depressieve ingesteldheid (cyclothym.) Dat zijn allemaal persoonlijkheidsstoornissen wat betekent dat je er voor je leven mee behept bent, sinds de geboorte. In het geval van Hem was dat een erfelijke vorm. Dat kon ik vaststellen toen ik later zijn familie leerde kennen.

Ziektebeeld

In zijn geval ging het om een erfelijke en aangeboren aandoening. Tijdens de kindertijd en de schoolharen blijft dat dikwijls nog onopvallend, en de kwaal uit zich dan geleidelijk bij de jonge volwassene.

Wat hem betreft wiens naam ik niet zal noemen, bleef dat in het begin nog tamelijk discreet. Het bleef beperkt tot eigenaardige voorvallen, waaruit bleek dat hij geweldig kon confabuleren. Met de jaren zou blijken dat hij voortdurend loog en er parallelle werelden op na hield. Dat valt eerst niet zo op, maar geleidelijk ga je daar een patroon in ontdekken.

Die eerste jaren had ik er minder last van, omdat we samenwoonden. We deden samen dingen of zaten bij mij thuis, maar dat was niet zijn woning. Ik ben nooit uitgenodigd om te zien waar hij woonde. Bij een Islamitische familie volgens hem, en daarmee was de kous af.

Besluit

Hij was er gewoon altijd en raakte meer en, meer betrokken bij de organisatie van zeg maar zakelijke belangen. Aan de andere kant waren die ook vervlochten met die van The Foundation, de vzw voor Aids en Hivpatiënten die aanvankelijk bij mij in huis zat, en met wie ik nog jaren lokalen zou delen. De vereniging groeide en kreeg personeelsleden, en daar ontstond een spanningsveld, tussen hem en de medewekers van de vereniging.