11. jun, 2013

Grond

Het oergevoel

Mijn vaderland is veertig vierkante meter groot, placht onze Pa te zeggen.

Daarmee bedoelde hij zijn huis, of toch de grond waar het op stond. Als zoon van boeren die zich met alle mogelijke middelen opgewerkt hadden zodat ze in staat waren hun kinderen naar school te sturen. We kunnen ons dat nu nauwelijks nog voorstellen dat het in die tijd niet vanzelf sprak.

Zuinigheid

Hard werken en niet mopperen, dat was zo de mentaliteit. Er mocht niets verloren gaan. Voedsel weggooien was uit den boze en als er toch wat over was, dan was het voor de kippen. Elk stuk papier dat nog beschrijfbaar was kon nog een keer dienen en de krant werd in vierkanten gescheurd en diende voor de persoonlijke hygiëne in het wc. Aan zoiets frivools als wc papier deden ze niet.

Er mocht ook geen tijd verloren gaan. Er was altijd wat te doen op het land, en mijn vader vertelde altijd dat hij terugkwam van Leuven, de universiteit zeg maar, naar huis met zijn jaarresultaat, en om het even of het goed of slecht was, werd hij meteen ingezet op de boerderij of bij de familieleden, al naargelang ergens een oogst of een pluk aan de hand was.

Terrein

De mentaliteit was erg aan de grond gehecht. De mensen gingen nog veel te voet. Mijn grootvader hield zijn plas op tot hij zijn eigendom bereikte, om op zijn eigen land te kunnen plassen. Dat zat er bij mijn vader diep in, en het is het aannemelijk dat het ook in mij nog zit. De hang naar territorium.

Ik dacht een tijd dat ik het niet had, maar ik heb het wel. In de slechte jaren ben ik meer dan tien keer verhuisd en niet altijd in goede omstandigheden. Het gaat er mij ook niet om dat ik op eigen grond loop, al zal ik dat het volgende jaar wel gaan doen, maar dat ik toch wel afbaken wat van mij is en wat van een ander. Zeker in termen van ruimte.

Verhuizen is afschuwelijk eigenlijk, nu ik er aan terugdenk. Je verliest altijd spullen en het is altijd een gedoe om al de apparaten weer aan de praat te krijgen. Nu ben ik murw en wind ik er me niet meer over op. Ik zal nog een keer verhuizen, maar daar blijf ik sereen onder. Daarna mag ik hopen dat het niet meer hoeft.

Besluit

Vreemd genoeg ga ik op mijn leeftijd nog helemaal terug in de provincie wonen.  Er zal toch iets in mijn genen zitten dat me roept, en daar kan ik me met mijn bewustzijn niet tegen verzetten.