7. apr, 2013

Eerst het stoute meisje

En later het foute meisje

Een van de redenen waarom ik zo graag en zo veel oude kunst plaats op deze website is dat er geen auteursrechten meer op berusten, de andere dat ik er ook wel van houd.

Ik betrap er mezelf op dat ik de afgelopen tijd toch wel een aantal schilders heb opgevoerd die je tot de Art Pompier kunt rekenen, met een eigentijdse schilderes daartussen zoals Carol Arnold, een paar dagen geleden op de blog. Soms rijd ik daarbij wel eens door het oranje licht. Ik word soms teruggefloten.

Daar is dan een uitwisseling met Luc uit New York voor nodig, die het nogal bedenkelijk vindt, wellicht omdat er iets zoeterigs en klefs aan kleeft. Niet in allemaal, maar in sommige van de  schilderijen. Ik zal er in de blog op vandaag een van tonen. Maar neem nu eens eerst het meisje op de afbeelding hier, van Carol Arnold.

Heb ik jou daar

Nu dit meisje vind ik niet klef, maar wel fris, al is het wellicht in het werkelijke leven een nuffig wicht. Misschien heeft ze een onuitstaanbaar karakter, maar daar gaat het niet om, want

er komt iets bij. Toch naar mijn gevoel. Er zit een tikje onrust in.

Hou ze daar zit een volwassen dame na te doen, geeft het iets ambigu. Iets waardoor ik me vragen ga stellen, en dat is goed. Kunst moet ondervragen, en als het je aan het denken zet dan is dat mooi. Dat is iets wat we nog veel meer ontdekt hebben dankzij de moderne kunst zoals Luc aanhangt, met de recent aangeboden links naar het Guggenheim, het Brooklyn en het Met museum, allemaal te New York, in de Amerikaanse staat New York.

Maar het geldt ook voor oude kunst: het wordt pas boeiend als het je ondervraagt.

Brandweer

Daarom schreef ik hem ook: “Ja maar dat van jou is moderne kunst, en dat is natuurlijk veel belangrijker, daar heb jij gelijk in, maar ik heb het soms over oude kunst en dingen die voorbij zijn. Ik ben daar over Antoine-Jean Gros gestruikeld met die Napoleontische schilderijen. Art Pompier, maar met toch ook ook heel tedere en erotische snaren in Araidne en Bacchus.

Luc antwoordt daarop met William Bouguereau.

Daar zie ik dat soms ook, dat er af en toe iets van uit gaat, dat ik alleen maar ambigu kan noemen, en dat het interessant maakt. Het gaat niet over de schildertechniek of zo, het is meer iets psychologisch. Er moet een stukje spanning in zitten, een vleugje vervreemding, dat je toch even een gevoel krijgt van asjemenou, wat is er hier aan de hand. Dit meisje van Carol Arnold heeft dat voor mij, omdat ik er een stukje vrouwelijke ontluiking in zie, maar het is toch nog een beetje een kind in vrouwenkleren.

Besluit

Daarom vind ik dit wel mooi, net zoals ik die jongen met die tennisbal van Carol Arnold zo mooi vond; zie blog van eergisteren, met de titel “End of the Season,” wat ik een zeer mooie naam vind voor dit beeld, van een adolescent in de bloei van zijn lichamelijke ontplooiing en met nog een grote hoeveelheid onschuld en onstuimigheid.

Ik vind daar een zekere energie in, en ook een gevoel van weemoed omdat de jeugd voorbijgaat, en dit een glimp is van het voorgoed voorbije, dat verloren en onaanraakbaar is.