26. mrt, 2013

Waanzin

Geestesstoornissen

Als we het hebben over mensen met psychiatrische aandoeningen moeten we goed opletten wat voor woorden we gebruiken.

Ik heb de afgelopen dagen woorden gebruik als waanzin, krankzinnigheid, geestesstoornissen en psychose. Het zijn allemaal beladen woorden met een negatieve inkleuring. Een goed woord bestaat eigenlijk niet. Woorden uit de gewone omgangstaal zoals ‘gek’ en ‘zot’ hebben die kwetsende bijklank nog veel meer.

Hoe moeten we dan spreken over mensen met psychische moeilijkheden? Wij willen hen immers niet kwetsen en we zijn er meer dan wie ook van overtuigd dat het om mensen gaat met dezelfde rechten als iedereen en met gevoelens waar rekening gehouden moet worden.

Het doel moet juist zijn hen in zoveel mogelijk in de maatschappij te integreren en dan kun je moeilijke beledigende woorden gaan gebruiken.

Stigma

Het taboe wat er op rust is nog heel groot en vele mensen reageren schichtig als ze met afwijkingen van de geest in aanraking komen.

Het woord stoornis is reeds per definitie negatief bepaald: het gaat om een verstoring, een bemoeilijken of dwarsbomen van het ‘normale’ geestelijke functioneren. Wie of wat normaal is, daar kom je nooit uit. Er bestaat sowieso een grote variatie tussen mensen in het psychisch functioneren/. We leven allemaal samen in een samenleving die bereid en in staat is, zij het steeds minder, een brede waaier van gezindheden en overtuigingen naast elkaar te laten bestaan.

We moeten een onderscheid maken tussen voorbijgaande vormen van geestelijke disfuncties zoals depressie, die kunnen verdwijnen, al dan niet door behandeling, enerzijds, en aan de andere kant een aantal verschillende vormen van geestelijke afwijkingen die aangeboren of in een zeer vroeg stadium verworven zijn en die het hele leven blijven duren.

Persoonlijkheidsstoornis

Een beeld komt daarbij heel frequent voor, en dat staat bekend als de manisch-depressieve of bipolaire ingesteldheid. Het is heel eigenaardig, vind ik dat iets dat zo veel voorkomt en zoveel problemen veroorzaakt niet beter bekend en zo slecht begrepen is. Ook in de opleiding van artsen en hulpverleners komt dat veel te weinig aan bod.

Dat verklaart dat de omgeving en ook de hulpverlening vaak niet adequaat reageert, en dat het soms veel te lang duurt vooraleer de diagnose gesteld wordt. En als die gesteld is, zul je vaak zien dat die niet meegedeeld wordt aan de betrokkene en zijn omgeving, en dat er dus niets mee gebeurt.

Ik vind het beter de betrokkene op de hoogte te stellen van de diagnose, met uitleg over oorzaken, behandeling en consequenties. De bedoeling moet daarbij altijd zijn de betrokkene in staat te stellen zijn eigen keuzes beter te maken.

Besluit

Er doen hierover nog heel wat misvattingen over de ronde.  Ik moet het daar beslist nog een andere keer over hebben over de bipolaire stoornis.