17. apr, 2014

Mystiek

Kloosterleven

Meditatie grenst aan mystiek.

Elke godsdienst heeft zijn vorm van meditatie en zijn vorm van mystiek. De twee hebben met elkaar te maken omdat meditatie vaak wordt gezien als een methode om dichter bij het Goddelijke te komen. Zo kennen we in het Christendom een eindeloos aantal heiligen die door versterving en gebed proberen los van het aardse, het lichamelijke en het stoffelijke te geraken.

In de vierde eeuw gingen ze daarvoor de woestijn opzoeken en later werd dat het kloosterwezen. Hoe dan ook diende de wereld met zijn verlokkingen verlaten te worden.

Ascese

De meditatie is hier een middel op weg naar de vergeestelijking en gaat hand in hand met ascese.

Dat hoeft niet altijd en overal zo te zijn. De kwelling van het lichaam of versterving moet niet per se een onderdeel van de geestelijke verdieping uit maken.  Zo kennen we van de soefi’s uit de Islamwereld het idee dat onze ziel de spiegel van de Schepper is. Meditatie is een manier om onze spiegel schoon te maken, zodat hij de beeltenis van de allerhoogste nog getrouwer weerspiegelt.

Daar komt wel een stuk loskomen van je driften en opwellingen bij kijken, maar ascetisch hoeft dat niet te zijn. We kunnen het ook zien als het wegpoetsen van allerlei resten van egoïsme of bekrompenheid, ter bevordering van eigenschappen die als God welgevallig gelden, zoals liefde, mededogen en zachtaardigheid.

Abdij

Je zou dus kunnen zeggen dat elke godsdienst een vorm van gebed en meditatie ontwikkelt, maar de manier waarop, hangt af van de godsdienstruimte waarbinnen zich dat afspeelt.

De werking van een middeleeuwse abdij werd opgevat als een voortdurende en algemene meditatie, waarbij de kloostergemeenschap zich een ritme eigen maakt, dat is afgestemd op wat op en om het altaar gebeurt.

Daar worden niet alleen brood en gewijd en geofferd, maar ook vinden op gezette tijdstippen erediensten plaats en er wordt gezongen en gebeden. Alles wat mooi en kostbaar is wordt in de kapel geconcentreerd en het tijdsverloop van elke dag wordt eraan afgemeten.

Zo kent elke dag zijn bidstonden en misvieringen. Daaromheen speelt zich het leven van de abdij als bedrijf af, waar iedereen aan de slag gaat, op vaste tijdstippen en afgebakend door de klokken van de kapeltoren.

Zoals ook het leven van de vrome moslim wordt afgebakend door de oproep tot het gebed, wat vijf keer per dag plaatsvindt. Het gebed is het moment bij uitstek waarbij de geest zich naar binnen kan keren om tot bezinning te komen.

De hele dag is dan doordesemd van een collectieve meditatie, waarbij arbeid en rust de voortzetting van die meditatie zijn, met andere middelen. Op die manier kan de geest zich van haar beperktheden bevrijden, en haar schepper dichter benaderen. Het zal er in een Boeddhistisch klooster niet veel anders aan toe gaan.

Besluit

Het monnikenwezen speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen, bewaren en doorgeven van meditatietechnieken, waar een mystieke kant aan vast zit, die berust op een affectieve verhouding met de Heer der Heerscharen. We kunnen daar nog heel wat van leren, zonder daarom diezelfde weg te moeten gaan, want iedereen moet zijn eigen weg vinden, en de mijne voert niet naar kapelaltaren.