9. apr, 2014

Nomade

Ondraaglijke lichtheid

Inwendige onrust is meestal een vloek, maar kan ook een zegen zijn.

In elke bevolking zul je een zeker percentage vinden van mensen met een lekkende membraanstructuur in de hersenen, die daardoor steeds tekens van inwendige onrust vertonen. Dat kan zich op verschillende manieren uiten. Hetzij als borderline, hetzij als bipolair, het zij als hyperkinetisch met aandachtstoornis, ook bekend als ADHD.

Zo zijn er nog wel een paar beelden te vinden die hieronder passen. Het gaat om erfelijke aandoeningen, waarbij er iets mis is met een eiwit in de hersencellen, dat nog moet geïdentificeerd worden.

Frequent

Volgens DSM-IV-TR wordt de prevalentie van borderline op 1% van de algemene populatie geschat, tegen 2 % voor bipolair, al hoor je ook cijfers van 5 %.  Dat is nog onderschat volgens mij.

Tussen beide is een zekere mate van overlap. In 8 tot 18 % van de gevallen komen bipolaire geaardheid en borderline persoonlijkheid samen voor, naargelang de bronnen.

Persoonlijk denk ik dat al die vormen van inwendige onrust gemakkelijk vijf tot tien procent van de bevolking uitmaken. Dit kan geen toeval zijn.

Wellicht is het een eigenschap die deel uitmaakt van de natuurlijke genetische variatie, die bedoeld is aan alle omstandigheden het hoofd te bieden.  Je hebt in elke gezonde populatie een mix van eigenschappen. Zo is de bevolking op alles voorbereid en als de omstandigheden veranderen, zal er altijd wel een groep zijn die daar voordeel in vindt.

Spring-in-’t-veld

Als er wat te veranderen valt, zijn ze haantje de voorste.

De onrustige mensen zijn wellicht degenen die er op uit trekken, en die daarom in het voordeel zijn tijdens migraties, oorlog, revolutie en rampen. Ze steken gemakkelijk de grenzen over, en ze deinzen soms nergens voor terug, omdat ze weinig waarde hechten aan zichzelf.

Alleen kunnen ze niet tegen stabiliteit en de eindeloze routine van het leven in een land als België waar iemand die goed is in berekening en intriges het veel verder zal schoppen dan iemand die impulsieve daden stelt.

Dat is de ondraaglijke lichtheid van het bestaan waar Sven het altijd over heeft, onder een nieuw licht. Naarmate de beschaving ingewikkelder wordt, en de vrije ruimte die nog overblijft, steeds afneemt is de herder steeds maar in het nadeel, in vergelijking met de boer, zoals we gisteren zagen, toen we het over Kaïn en Abel hadden.

De boer vermoordt de herder in ons, omdat dit in het licht van de geschiedenis onvermijdelijk is. Dat berust op economische gronden. Naarmate de grond zich leent voor continue akkerbouw kan een persoon veel meer voedsel produceren dan hij zelf op kan en kan hij meer nakomelingen voeden.

Onderspit

Daar heeft de herder het nakijken.

Het zwerversleven maakt het moeilijk rijkdommen op te potten. Een sedentaire bevolking is ook beter uitgerust om een geschreven literatuur op te bouwen. Herders kunnen geen bibliotheek meeslepen, zeker geen van kleitabletten zoals dat vroeger ten tijde van de Babyloniërs was.

 

Icoon: de goede herder