5. apr, 2014

Gele zon

Groene fee

Vincent Van Gogh (1853–1890) kent iedereen.

Door na te denken over automutilatie kwam ik op het afgesneden oor van Van Gogh terecht. Ik dacht een historische borderline persoonlijkheid op het spoor te zijn, maar nu ik er wat literatuur op na heb geslagen, denk ik dat het veeleer om psychotische opstoten bij een persoon die levenslang gekampt heeft met een manisch-depressieve grondstoornis.

We kennen zijn excentrieke persoonlijkheid, zijn schommelend humeur en de psychotische ontsporingen die zijn laatste twee levensjaren overheersten. Uiteindelijk zou hij zich op de leeftijd van 37 van het leven beroven, hoewel hij zelfmoord verafschuwde.

Pennetwisten

In de loop der jaren zijn meer dan honderdvijftig geneesheren zijn in de pen geklommen om over de diagnose te twisten.

Henri Gastaut vat in zijn boek uit 1956 de bekende kennis samen en komt tot de overtuiging dat temporale epilepsie de verklaring biedt voor de bekende ziekteverschijnselen. We hebben daar enige weet van onder meer door wat Vincent er zelf over schrijft in zijn brieven en door medische verslagen van de artsen die hem behandeld hebben.

Temporale epilepsie berust op een primair letsel in de hersenen ter hoogte van de limbus, een structuur in de nabijheid van de slaapkwab, die met een andere naam temporale lob heet, vanwaar de naam.

Alcohol

In deze klassieke opvatting zou het oorspronkelijke letsel, dat eerder al de oorzaak was geweest voor aanvallen of crisissen die Van Goghs leven kenmerkten, tegen het einde van zijn leven actiever zijn geworden door toedoen van de consumptie van een stof die we nu kennen als thujon in beeld, het actief bestanddeel van ‘absinthe.’

Deze drank was toen in de mode in Frankrijk en ook Gauguin en Toulouse-Lautrec hebben er aan gezeten om nog maar die te noemen. Meer recent onderzoek heeft deze mythe van de ‘groene fee,’ zoals de drank ook genoemd wordt, ontkracht en thujon blijkt veel onschuldiger dan gedacht. De hoofdoorzaak van de schade die de drank toebracht is aan het hoge alcoholgehalte te wijten.

Manisch

In het licht van de huidige stand van de wetenschap is de diagnose van temporale epilepsie niet langer houdbaar, of op zijn minst toch onvoldoende om het drama van de twee laatste levensjaren van Vincent Van Gogh te verklaren. Dan is bipolaire stoornis met psychotische kenmerken veel plausibeler. Er zijn minstens twee episodes aan te wijzen waarbij een aanvankelijke ernstige depressie wordt gevolgd door een tijd van mentale hyperactiviteit. De ene is het moment dat hij besluit het geloof te gaan prediken, en de andere het tijdperk waarin hij besluit naar Frankrijk te gaan.

Andere factoren die een rol kunnen hebben gespeeld zijn onder meer loodvergiftiging, vanwege de verfschilfers die hij inslikte door op zijn penselen te kauwen, of ook overdreven blootstelling aan de zon.

Er zijn allerlei medische verklaringen gezocht voor mogelijke abnormale kleurgewaarwordingen en het waarnemen van halo’s, zoals in sommige schilderijen, zoals beschreven van het gebruik van digitalis, een plantenextract uit het vingerhoedkruid.

Besluit

Overtuigend is dat allemaal niet. Ik houd het erop dat Vincent Van Gogh een bipolaire persoonlijkheid met psychotische kenmerken vertoonde.