4. mrt, 2016

Besliskunde

Bij kinderen zie je sequentiële virale verkoudheden wel vaak optreden, en dat typisch de eerste maanden tot een jaar na het begin van het bezoek aan kribbe of school, waar ze in aanraking komen met veel andere kinderen. Daar verspreiden virussen zich als een lopend vuurtje ook al omdat je op die leeftijd nog maar weinig immunologisch geheugen hebt. Dat bouw je op met de leeftijd en naarmate we ouder worden, slinkt de kans dat we nog op een virus vallen dat we nog nooit hebben ontmoet en waar we dus geen bescherming tegen hebben.

Bij volwassenen en zeker bij bejaarden, waar ik ons nog niet toe reken, zijn opeenvolgende virale ontstekingen dus minder waarschijnlijk. Dat moeten we onder chronisch gaan kijken. Het zijn allemaal vuistregels en gebaseerd op een huisartsenpraktijkpopulatie met veel vreemdelingen en armoezaaiers. Het is op basis van dergelijke redeneringen dat we beslissingen nemen. Ik geloof dat iedereen erbij gebaat is dat dit goede beslissingen zijn. De beste zijn gebaseerd op wetenschap en ervaring.

Wanneer het verhaal van de patiënt niet lijkt te passen in een verhaal dat frequent voorkomt krijgt de huisarts het niet-pluisgevoel. Dan wordt de nieuwsgierigheid gewekt of dit eventueel iets zeldzaams of gevaarlijks kunnen zijn.

Over het algemeen is het dat niet, en kunnen we het scheermes van Ockham gebruiken. Als je veel hypothesen nodig hebt om iets te verklaren is de kans groot dat de uitleg verkeerd is.