1. nov, 2012

De boekenbeurs herbezocht

De periode in mijn leven dat ik jaarlijks de boekenbeurs bezocht heeft misschien vijf jaar geduurd. Het begint in 1986, een scharnierjaar in mijn leven, en wellicht het toppunt van mijn bestaan. Mijn vijftien minuten bekendheid. Ik publiceerde een roman, verliet de praktijk en was mede oprichter van The Foundation, een initiatief dat zich richtte op de Aids-epidemie die toen nieuw was.

Ik kwam een aantal keren op de nationale televisie geweest in die jaren en dat was wellicht de bekroning en het bewijs, voor mij althans, dat ik iets of iemand was geworden. Op televisie komen was een brandende ambitie ooit, die wegviel toen ze was gerealiseerd. We televisie en ik, we zijn er achter gekomen dat we niet voor elkaar gemaakt zijn. Het is niet een medium dat me ligt.

Ik heb er de kop niet voor en mijn voornaamste nadeel is dat ik zo moeilijk en ingewikkeld kan gaan doen. Dat komt gauw arrogant over, want het is een massamedium dat zich richt op de mentale leeftijd van twaalfjarigen. Het komt er op neer dat je niet beoordeeld wordt om wat je vertelt of om wat je gedaan hebt, maar of er zweetdruppels op je bovenlip staan.

Wat zulke details betreft, is het een ongenadig medium, en je moet er een talent voor hebben. Sommigen hebben dat en kunnen het ver schoppen.

Ambt of ambacht?

Het beeld overheerst het woord. Ik voel me veel beter op mijn gemak met media waar het woord het voor het zeggen heeft, en niet wordt weggedrukt door beeld en geluid. In zoverre voel ik me nog steeds een schrijver in het diepst van mijn gedachten. Een taalsmid en ik bedoel daarmee te zeggen dat het een ambacht is, en niet een of ander priesterschap of zo. We moeten daar geen bevlogen illusies bij opdienen.

Ik wist als kind heel zeker dat ik schrijver zou worden. De hoogste vorm van schrijven die ik toen kende, en waar ik van smulde, was de roman. Ik heb veel romans verslonden, liefst lange en ingewikkelde, vaak ver vooruit op de aangeraden leeftijd.

Ook het schrijven van roman is een ambitie die blijkbaar bestemd was om uit te doven nadat ze was gerealiseerd. Uiteindelijk kan ik nu vrede nemen met een bestaan als redacteur van een website. Dat komt perfect uit voor wat ik te zeggen heb, en meer moet dat niet zijn. Dat is een groot verschil met het gevoel van onvoldaanheid dat ik altijd wel had, tot ik met de website begon.