9. okt, 2012

Suikersaga

Om het voor een derde en laatste keer over suiker te hebben: gisteren vermeldde ik al dat het lichaam het suikergehalte binnen smalle grenzen moet houden. Er moet voldoende suiker zijn om de hersenen in staat te stellen te functioneren, maar niet zoveel dat het de bloedvaten gaat beschadigen.

Om dat suikergehalte op peil te houden beschikt het lichaam over hormonen. Dat zijn stoffen die op een bepaalde plaats in het lichaam worden afgescheiden en op een andere plaats van het lichaam werkzaam zijn, in dit geval om de lichaamscellen een opdracht te geven die ertoe leidt dat het bloedsuikergehalte zal dalen of stijgen naar wens.

Wanneer de suikeraanvoer van buitenaf laag is dan zal het lichaam reserves mobiliseren en is de toevoer groot, dan zal de energie worden opgeslagen. Ons lichaam heeft zeer beperkte mogelijkheden om suiker als suiker op te slaan, en dus zal er bij overdreven aanvoer een omzetting naar vet gebeuren, dat wel kan worden opgeslagen in bijna onbeperkte hoeveelheden.

Wanneer wij zoals zo velen van ons elke dag ons lichaam belasten met een grote toevoer aan geraffineerde suiker, vergen we grote inspanningen van de hormonale mechanismen die dat in goede banen moeten leiden. Het zwakke punt is de pancreas waar de bètacellen in de eilandjes van Langerhans instaan voor de productie van insuline.

Dit eiwithormoon is van groot belang om oplopende bloedsuikergehaltes te beteugelen, onder meer door de suiker in de vetcellen te sluizen, waar hij tot vet wordt omgezet, dat we voortaan met ons meedragen.

Maar er is nog iets veel erger aan de hand. Doordat de bètacellen beperkt zijn in hun vermogen insuline te produceren, gaan ze bij overbelasting zorgen voor een overdreven insulinesecretie die echter later komt dan nodig. Dat is nu het hele punt van insuline zorgt niet alleen voor het wegsluizen van suikermoleculen maar ook voor een hongergevoel.

Op een gegeven ogenblik gaat het suikergehalte overdreven dalen door de laattijdige en buitenmaatse insulineproductie, en we worden door ons instinct gedreven naar de opname van nog meer calorieën, onder de vorm van suikers.

Dat is de verklaring voor de suikerhonger die bij veel zwaarlijvige mensen optreedt zeg maar twee uur na de maaltijd. Dat hongergevoel is zo sterk dat het de controle overneemt en dat ons reptielenbrein het voor het zeggen krijgt. De redelijkheid valt dan weg en in de plaats komt een gevoel van dringendheid: snel iets vinden om in onze mond te stoppen om het bloedsuikergehalte weer te doen stijgen.

De suikers die we op dat ogenblik nuttigen komen in een organisme binnen waar al een flinke hoeveelheid insuline circuleert, zodat het rechtstreeks naar de vetcellen gaat.

Als je jezelf er op dat ogenblik steevast toe zou kunnen brengen niets te eten, maar te wachten tot de storm overgaat, wat meestal niet zo lang zal duren, dan kun je de gewichtstoename een halt toe roepen.

Maar het is nog veel gemakkelijker die laattijdige en overdreven insulinesecretie te vermijden door suikers helemaal uit de voeding te bannen. Voor vele mensen is dat de enige manier om een begin te maken met gewichtscontrole, tenminste als je behoort tot die categorie, zoals ik, die calorieën gemakkelijker opslaat dan verbrandt. Sommige mensen nemen immers nooit toe in gewicht, wat ze ook eten.

Dat hangt af van het metabolisme waarmee je geboren bent, en dat kun je niet kiezen.