2. okt, 2012

Te laat naar de dokter

De "onderconsumptie"  van de gezondheidszorg in Brussel bereikt 20%. Dat meldt het Franstalige ziekenfonds Saint-Michel (Mutualité chrétienne) aldaar.

Daarmee bedoelen ze dat er per hoofd van de bevolking minder uitgegeven wordt aan allerlei vormen van zorg en verzorging. Het lijkt er op dat mensen in het Hoofdstedelijk Gewest een bezoek aan de dokter zo veel en zo lang mogelijk uitstellen. Ondanks het grote aanbod van zorginstellingen vinden deze hoofdstedelingen blijkbaar niet de weg naar de zorg die ze nodig hebben.

Het is vaak jammer dat zoveel mensen zo lang wachten om zich ter verzorging aan te bieden, daar heel wat aandoeningen in het  beginstadium gemakkelijker te verhelpen zijn dan wanneer de kwaal al verder gevorderd is.

In Brussel wacht een stijgend aantal mensen, duidelijk meer dan in de andere regio’s, tot het allerlaatste moment om een arts te raadplegen. Het Franstalige christelijke ziekenfonds luidt dan ook de alarmbel en benadrukt dat maatregelen om de toegankelijkheid van de zorg te vergroten niets opleveren als de betrokken personen er niet van op de hoogte zijn.

In een heel ander vlak viel het me vandaag ook, maar ik heb het van de televisie en ik heb het niet nagetrokkken, dat het ziekteverzuim in Brussel lager is dan in Antwerpen.

Vreemd, want in Vlaanderen wordt altijd het beeld opgehangen, met name door de nationalistische partijen, dat de Vlamingen teveel mee betalen voor die Brusselaars die uit luiaardij allemaal van het systeem profiteren.

Vaak berusten dergelijke uitspraken op vooroordelen die door de onderzoekscijfers gelogenstraft worden. Het is een mythe die al dertig jaar meegaat dat de Belgische koe in Vlaanderen graast en in Wallonië gemolken wordt.

Wat me daar aan stoot is die toon van morele superioriteit die de Vlamingen aanslaan. Dat is de laatste jaren verschrikkelijk geworden omdat het discours van de NVA, de partij van Bart De Wever overal klakkeloos ingang vindt.

Het wordt eens tijd dat de Vlamingen de hand in eigen boezem steken en zich afvragen of het ook niet andes kan. En op de eerste plaats gaan kijken of de feiten de vooroordelen wel staven.