10. sep, 2012

Hoofdletter en punt

Ik ben de grootste voorstander die je kunt denken van de normale zinsopbouw.

Geef me een hoofdletter aan het begin, en een punt aan het einde. Daar mag ergens een komma tussen staan, maar kom niet af met allerlei vormveranderingen die in het verleden reeds onverdroten aan uitgebreide experimenten onderworpen zijn, en waar nooit iets van overgebleven is, zodat elk tijdperk denkt het opnieuw te moeten herhalen.

Het sterkt me in mijn overtuiging dat een gedicht (of elke andere tekst) een strikt minimum aan leestekens moet bevatten, ideaal alleen punten en komma’s en dat die moeten dienen om een pauze aan te geven.

Vraagtekens zijn soms nuttig, dubbele punten zelden, puntkomma’s  nooit en uitroeptekens zijn bijzonder te mijden. Tenzij in dialogen. Dat is mijn credo en daar blijf ik rotsvast van overtuigd. Haakjes zijn (helemaal) uit den boze.

Ze dienen (hoogstens) alleen om een andere stem aan het woord te laten.

(Elke dichter mag daar de grenzen van aftasten zoveel hij wil, maar ik ga voor de verstaanbaarheid en dan zijn de basisregels juist nuttig om de inhoud over te brengen.)

Morrelen aan de vorm leidt de aandacht af van de mogelijke inhoud.

Terwijl de vorm, een keer dat hij aanvaard is als vorm, uit het beeld verdwijnt en er het raamwerk van wordt. Dan heerst de vorm niet meer, maar hij dient. En dat komt de boodschap ten goede.

De soep kan met de pollepel opgeschonken, of in diep bord met een schone lepel worden opgediend. Nu dan ben ik veel meer van de nette brigade die van de juiste vormen houdt, en niet zo van de regelloze woordenbrij van de vrije woordkunstenaars die een ongevormde drol van geraaskal en wartaal afscheiden.

De zin van de boodschap put zijn sterkte uit de vaste vorm. Zo weet ik ook dat mijn website moet passen binnen de 123 technologie, die nu eenmaal betrouwbaar en goedkoop blijkt te zijn.  Geloof me vrij, dat geeft vormbeperkingen die me niet altijd lief zijn, maar aan de andere kant werkt het wel altijd en doet het wat gevraagd wordt, dag en nacht, ook als ik er niet ben.