8. dec, 2012

Schrikkeljaar



De woorden die op niets en nergens willen rijmen:
De schaduw die de bliksem werpt als hij weer licht,
Het weerlicht dat de lucht doorklieft in zigzagschicht,
Ontladingen die wit gestookt door het zwerk vlijmen,

En wonden in de aarde slaan die niet te lijmen
zijn. Onheil heeft het onweer al om aangericht.
Het einde is nabij, de ure van de plicht.
En voor als nog ik van afgrijzen zal bezwijmen:

Hoor ik hoe klok herhaaldelijk het doodsuur luidt.
Sirenes klinken weer en niemand hoort mij kermen.
Het angstzweet breekt mij parelend op voorhoofd uit

Echt waar. Het laat nadien een vliesje op de huid.
God wil U goedgenadig over mij ontfermen,
Mijn nageslacht en mij met sterke arm beschermen.

Pasquino scheurkalender 29 februari