30. okt, 2012

Maanlicht

O geur’ger heft zich ied’re bloeme

In maanlichtmilden middernacht,

Als ik zoete bloeme noeme,

Die mij des dages tegenlacht.



En schoon ik sterre en maanlicht roeme,

Dat zoet’lijk slaapt op ’t bloembed zacht,

De kleine, die ik mijne noeme,

Is sterrenstraal en bloemenpracht.

En tot de blanke bloeme nijg ik,

Of droom en geur ook mij omving;

En tot de stille sterren stijg ik,

En murmel mijn herinnering;



En met ontloken lippen zwijg ik

In mijner minne mijmering.



Albert Verwey