2. apr, 2012

Toch nog altijd een keischoon gedicht

13 februari

Kei

Dag kei, net als jij, maak ik mij uit aarde vrij.
Het stof licht op in zonnestralenrondedans.
Een poederschemer kleedt de avondlijke glans.
Hier staan we allebei of liggen scheef opzij:

Twee rolkeien, door zwaartekracht aan heerschappij,
Ontsnapt in het gebergte van een stenenschans,
De stroming afgedaald bij noodlot en bij kans,
En in de wrijving rondgeslepen zij aan zij.

Ontmoeting, niet meer moeten. Een gevoel van rust.
Ik streel je oppervlak en je geheime plekjes.
En kijk of je vulkaanvuur reeds is uitgeblust,

Onaangedaan door lust en vol met schoonheidsvlekjes!
Mosloze kei: gedreven, rondgetold, gekust,
Met kwast en met penseel, met stootjes en met trekjes.

Zie ook Pasquino scheurkalender onder februari.