25. nov, 2011

Vervoer

De hele wijk waar ik werk ligt in puin door werkzaamheden aan de riolering in de oude havenbuurt, en terzelfdertijd is er de opbouw van de kerstmarkt. Het verkeer is een hel. Het kost heel wat moeite om er te komen en vooral om er weg te geraken 's middags.

Als straks de kerstmarkt opengaat wordt het een ramp. Ik moet me daar elke dag doorwurmen om mijn bezoeken te gaan afleggen en het is een constante ergernis. Tijdverlies en plaatsvervangende schaamte over wat sommige chauffeurs allemaal uithalen, al ben ik zelf niet katholieker dan de Paus en zal ik me met mijn trouwe Modeste, onze bescheiden Abarth 500, ook overal tussenwringen als het moet.

Het verbazende is dat het ook altijd weer lukt. Het is een moedig en kras autootje dat met weinig ruimte tevreden is, en dat even later met veel genoegen de benen uitslaat op de snelweg, de zeldzame ogenblikken dat je eens door kunt rijden.

Rijden, het wordt steeds minder prettig. Dat komt omdat meer en meer mensen het ongenoegen delen. Congestie die af en toe tot een infarct leidt. Maar we krabbelen altijd weer recht en beginnen opnieuw.

De keerzijde van de medaille is dat het voor veel mensen moeilijk wordt om thuis nog iets van verzorging te krijgen, in het geval van hoogbejaarden of chronisch zieken, die zich moeilijk naar de spreekkamer van de arts kunnen verplaatsen. Het is nu al in Brussel niet meer mogelijk op heel veel plaatsen, met name in het centrum, iemand te vinden die nog aan huis komt.

Dat zul je nu meer en meer ook op andere plaatsen gaan zien.