6. mrt, 2012

Kerkprimaat

Daar zit hij in zijn praalgewaad gekreukt te prijken

Halsstarrig en verkrampt is onze aartsbisschop

Met zijn geknakte schuine schedelvogelkop

Scheefstaand van lang hardnekkig slechts een kant op kijken

 

En blinde vlek te keren naar de wanpraktijken

Verongelijkt kropt hij het ongenoegen op

Verstijfd zoals een wassen etalagepop

Voorzien van washandjes die langs het borstkruis strijken.

 

Al heeft hij nog wel weet van zoveel pedofielen

Hij zwijgt en geeft hen niet bij de justitie aan

Het kerktuchtrecht maalt tergend traag zijn tandradwielen

 

En kiezenknarsend kan hij nog steeds niet verstaan

Waarom luchtspiegelingen hem steeds op de hielen

Zitten. Voor hem is het al amen en gedaan.